Persconferentie na ministerraad 10 april 2015
Goedemiddag. Afgelopen week is het 38e Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland verschenen. Het dreigingsniveau blijft 'substantieel'. Het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme wordt daarom onverkort doorgezet. Omdat het tegengaan van radicalisering een zaak is van de lange adem kiest het kabinet nadrukkelijk ook voor preventie. Dat kun je op twee manieren doen, door je heel specifiek te richten op die jongeren die beginnen te radicaliseren, die op weg zijn de verkeerde kant op te gaan en meer in het algemeen door alert te zijn naar waar de voedingsbodem van radicalisering opkomt. Ouders en directe omgeving van radicaliserende jongeren krijgen hulp van het familiesteunpunt dat dit jaar van start gaat. Gemeenten en professionals worden ondersteund door een expertise-unit en ook het maatschappelijk middenveld en islamitische gemeenschappen zijn belangrijke partners. Sleutelfiguren geven tegenwicht aan radicale geluiden, moskeebestuurders en religieuze leiders worden getraind in het herkennen en tegengaan van radicalisering en vanzelfsprekend speelt ook het onderwijs een belangrijke rol. We hebben dus een tweeledige aanpak: repressief en preventief. Het kabinet staat pal voor de democratische rechtsstaat en onze vrije manier van leven, zoals die hier door ons allen is opgebouwd.
De afgelopen week, weken is een fact-finding missie actief geweest in het gebied waar vlucht MH17 is neergestort. Door de aanhoudende gevechten, door de winter daar, was het lang niet mogelijk om in het gebied bergingswerkzaamheden uit te voeren. De fact-finding missie heeft nu vastgesteld dat de situatie aanzienlijk is verbeterd en daarom willen we volgende week een bergingsmissie naar Oost-Oekraïne gaan uitzenden. Dat team zal samen met lokale medewerkers een uiterste inspanning gaan doen om stoffelijke resten, persoonlijke bezittingen en de wrakstukken die daar nog liggen naar Nederland terug te brengen. Mogelijk krijgt de missie voor het eerst toegang tot het gebied ten noordwesten van het gebied waar eerder gezocht is, het noordwestelijk deel van het rampgebied. Eerder kon dat niet door de veiligheidssituatie aldaar. Ook wordt intensief nader onderzoek gedaan naar de zogenaamde burn sites, daar zal grond worden afgegraven om te onderzoeken, onder meer op stoffelijke resten. Het team zal z'n uiterste best doen om resterende stoffelijke resten en persoonlijke eigendommen van de slachtoffers te bergen, maar ook dan is nooit uit te sluiten dat er later nog dingen gevonden zullen worden. Met de lokale autoriteiten zijn goeie afspraken gemaakt over wat te doen als er later nog iets zou worden gevonden. Uiteraard zullen eventuele vondsten met gebruikelijke ceremonieel naar Nederland worden teruggebracht.