Nederlandse expertise haalt Zuid-Sudanese vluchtelingen uit de modder

Door de inzet van Nederlandse expertise zullen binnen afzienbare tijd tienduizenden vluchtelingen bij de Zuid-Sudanese stad Bentiu niet meer tot boven hun enkels door de modder waden. Het vluchtelingenkamp waar ze nu verblijven verandert in de regentijd in een grote modderpoel waardoor de barre leefomstandigheden nog verder verslechteren. Na een bezoek van minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), vorig najaar aan Zuid-Sudan, heeft een team waterbouwkundigen, onder leiding van de Grontmij, een plan gemaakt om de situatie te verbeteren. Minister Ploumen: 'Wat we in Bentiu doen is een mooi voorbeeld van de meerwaarde van Nederlandse kennis en kunde. Allereerst belangrijk natuurlijk voor de vluchtelingen zelf, zodat zij een betere plek krijgen. En tegelijkertijd laat het zien hoezeer onze ondernemingen en kennisinstituten ook bij noodhulp een belangrijke rol kunnen spelen.'

Sinds het uitbreken van de burgeroorlog in Zuid-Sudan in december 2013 is een enorme vluchtelingenstroom op gang gekomen, zowel binnen het land zelf als naar de buurlanden. Twee miljoen mensen zijn door het geweld verdreven uit hun woongebieden. Dat gebeurde ook na hevige beschietingen van Bentiu, een stad in het noorden. Een groot deel van de inwoners is uitgeweken naar de nabijgelegen VN-compound om daar bescherming te zoeken. Deze compound in lager gelegen gebied is niet berekend op de opvang van vluchtelingen en verandert in de regentijd in een immense modderpoel waar de toch al schaarse voorzieningen en tenten voor de vluchtelingen overstromen en onder de modder komen.

In totaal gaat het om ruim 50.000 mensen die in een moerasgebied van 70 hectare leven. In de regentijd van 2014 liep het kamp onder water, dus ook de wc’s, de schooltjes en het ziekenhuis. ‘Ondanks alle inspanningen van hulpverleners en VN-personeel en de mensen zelf om er het beste van te maken, was de aanblik van het kamp verschrikkelijk. Vandaar het besluit om een waterexpert naar Bentiu te sturen om een inschatting te maken van wat er nodig was voor de korte- en langere termijn,' aldus de minister.

Die aanpak heeft geresulteerd in een ontwerp voor het opknappen van het oude kamp en uitbreiding met een nieuw deel van het kamp. Om te zorgen voor een goede afwatering wordt een ringdijk aangelegd, worden er sloten en kanalen gegraven en grote pompen geïnstalleerd. Momenteel, in de droge tijd, wordt er met man en macht gewerkt aan de verdere inpoldering van het gebied zodat dit klaar is voordat de regentijd weer begint (mei/juni). Het gaat hier om een enorm project, op een moeilijke plek, in oorlogsgebied. De totale kosten zijn geraamd op 20 miljoen dollar. Nederland neemt daarvan 5.4 miljoen voor haar rekening, andere financiers zijn de VN, de EU en Zwitserland.

De specifiek Nederlandse inbreng richtte zich op het maken van het technische ontwerp en op de supervisie van de uitvoering. Het grootste deel van de financiële bijdrage wordt gebruikt voor het aanleggen van de sloten, kanalen en de afvoerpompen. Het totale project is er op gericht dat alle ontheemden, die in aantal nog steeds toenemen, en de dienstverleners in het regenseizoen van 2015 droge voeten zullen houden. Minister Ploumen: 'Het gaat daarbij meer dan alleen wateroverlast. Ook de kans op ziektes als diarree en cholera worden door de drooglegging een stuk kleiner. De omstandigheden van de mensen blijven zwaar, maar de leefbaarheid wordt wel verbeterd.'