Koenders: Nederland pleit voor een vrij, open en veilig internet
‘Landen moeten samen concrete gedragsnormen afspreken voor de omgang met het internet. We moeten de kern van het internet beschermen tegen inmenging door staten.’ Dat zei minister Koenders (Buitenlandse Zaken) dinsdag in reactie op het rapport ‘Publieke kern van het internet’ dat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid publiceerde.
Volgens de minister zijn afspraken noodzakelijk om te voorkomen dat het internet kan worden ‘gegijzeld’ uit commerciële of overheidsbelangen. ‘Daarom werken we op de aanstaande cybertop op 16 en 17 april aan het inrichten van neutrale zones op het internet. Het internet is niet van overheden, het is van ons allemaal’, aldus Koenders.
De minister steunt zogeheten Computer Emergency Response Teams, een soort noodteams die waken over de veiligheid van overheidsnetwerken en andere vitale internetstructuren. ‘Zij vervullen een a-politieke taak, die te vergelijken is met die van een militair hospitaal in tijden van oorlog. Naar analogie daarvan zouden deze teams de status van non-combattanten krijgen, zodat ze in tijden van conflict geen legitiem doelwit zijn.’
Koenders vindt het hoog tijd dat de internationale gemeenschap gaat werken aan dit soort afspraken. ‘We zien dat cyberdreigingen inmiddels zo’n niveau aan kunnen nemen dat zij een vergelijkbaar effect kunnen hebben als een conventionele aanval’, zegt hij. ‘Het ontwikkelen van normen voor staten, die zijn gebaseerd op wederzijds eigenbelang, is in mijn ogen dan ook de eerste stap naar een systeem van wapenbeheersing in cyber.’
Volgens de minister kan geen enkel land het zich permitteren om het internet schade te doen, omdat elk land in toenemende mate afhankelijk is van het internet. ‘Als je de vergelijking zou trekken met nucleaire wapens, dan zitten we nog maar in de vroege jaren vijftig. De weg naar internationale afspraken is nog lang. Niettemin is het van cruciaal belang om te zorgen dat we die afspraken maken om escalatie en miskenning te voorkomen.’
Een nieuwe gedragscode is volgens Koenders geen antwoord op online terrorisme, extremisme en radicalisme, zoals autoritaire landen graag zouden zien. ‘De bestaande kanalen zijn hier voldoende. We moeten bestaande veiligheidsarrangementen niet opnieuw gaan uitonderhandelen voor cyberspace’, vindt hij.
Nederland pleit voor een vrij, open en veilig internet. Mede daarom wordt in april een internationale cybertop georganiseerd in Den Haag. ‘ Iedereen moet toegang hebben tot het internet. Tegelijkertijd moeten gebruikers veilig gebruik kunnen maken van producten, diensten en informatie op het internet’, zegt Koenders. ‘Het is net als met een financieel systeem: het moet vrij en open zijn om een vitale functie in de maatschappij te kunnen vervullen. En het moet veilig zijn: als je niet zeker weet dat je pincode van jou is, heb je weinig aan een vrij en open financieel systeem. Zo is het ook met internet’, zegt Koenders.
Koenders omarmt dan ook de drie aanbevelingen in het rapport van de WRR: maak internetdiplomatie speerpunt van buitenlands beleid, vrijwaar de publieke kern van het internet van bemoeienis van overheden en bevorder dat verschillende vormen van internetveiligheid beter van elkaar worden onderscheiden. De minister benadrukt wel dat de aanbevelingen grotendeels al onderdeel zijn van zijn beleid.