Toespraak staatssecretaris Dijkhoff tbv COA-netwerkdiner
Dames en heren,
Goed U allen hier te zien. Goed ook dat U in zo grote getale naar dit fraaie kasteel De Vanenburg bent gekomen. U wordt daarvoor “beloond” met – min of meer – een primeur: een van mijn eerste optredens sinds mijn aantreden als staatssecretaris van Justitie.
In zo’n eerste week als bewindspersoon krijg je natuurlijk vooral te maken met afspraken die nog door je voorganger zijn aangegaan. Soms zeg je dan: nou, die afspraak kan wel komen te vervallen, worden waargenomen door een ambtenaar, of nog even worden uitgesteld. Maar een ontmoeting met U, burgemeesters die een opvanglocatie voor asielzoekers binnen hun gemeentegrenzen hebben, wilde ik mij niet laten ontgaan.
Sterker: ik zie dit netwerkdiner als een buitenkansje. Niet alleen is het voor mij een unieke gelegenheid om in mijn nieuwe hoedanigheid al snel kennis te maken met een groot aantal burgemeesters. Maar ik vind het ook heel goed om met U en het COA het gesprek aan te gaan en samen te zoeken naar oplossingen voor vraagstukken op het asielbeleid. Want zoveel heb ik er inmiddels al van begrepen: U bent allen zeer betrokken bestuurders: kritisch waar nodig, maar altijd zeer bereid om mee te denken en U in te zetten om te komen tot goede oplossingen. Ook bent U graag bereid om de boodschap uit te dragen waarom dit onderwerp er echt toe doet en hoe een gemeente kan zorgen voor lokaal draagvlak voor asielopvang. Voor die inzet en betrokkenheid die U op dit politiek en maatschappelijk zeer belangrijke, lastige dossier toont, wil ik U graag van harte bedanken. Immers, kort en bondig geformuleerd: zonder U geen opvanglocaties!
U hebt het afgelopen jaar een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen: het huisvesten van asielzoekers. Dat belang is niet te onderschatten: uw gemeente maakt het mogelijk om bescherming te bieden aan mensen die hun eigen land hebben moeten ontvluchten.
In Nederland krijgt iedereen die echt recht heeft op opvang, ook een opvangplek. Vorig jaar zijn we erin geslaagd om circa 33.000 nieuwe asielzoekers te huisvesten. Dat is niet alleen conform het uitgangspunt van het Nederlandse asielbeleid; het is ook iets waar we trots op mogen zijn. Ik kijk dan niet alleen naar het COA, maar ook expliciet naar U én andere gemeenten waar een AZC is gehuisvest.
Het COA heft U dan ook uitgenodigd voor deze bijeenkomst vanwege Uw verdiensten op het vlak van asielopvang én uw bereidheid om de boodschap uit te dragen hoe een gemeente kan zorgen voor lokaal draagvlak voor asielopvang. Want dáár gaat het vandaag over: hoe kun je als gemeente zorgen voor dat o zo belangrijke draagvlak? En hoe kunnen gemeenten die hier al ervaring mee hebben andere gemeenten helpen?
Om tot een opvanglocatie voor asielzoekers binnen de gemeentegrenzen te komen - dat weet U als geen ander - is bestuurlijke moed nodig. We hoeven er geen doekjes om te winden: de komst van een opvanglocatie wordt niet overal met gejuich ontvangen. Mensen zijn bang dat zo’n centrum zal leiden tot meer overlast, of een toename van de criminaliteit. Nu zijn die zorgen weliswaar vaak niet helemaal terecht, maar ze zijn er wel. Je zult er dus serieus mee moeten omgaan, wil je voldoende draagvlak creëren binnen de gemeenschap, om te zorgen dat die opvanglocatie er ook echt komt.
Dat betekent: goed luisteren naar de burgers. Wat zit hen precies dwars? Waar zijn ze bang voor? En waar mogelijk die angst – vaak een soort koudwatervrees – wegnemen. Bijvoorbeeld aan de hand van cijfers, waaruit blijkt dat er in vergelijkbare situaties meestal geen sprake is van een noemenswaardige stijging van de criminaliteit. En overlast is vaak al voor een belangrijk deel te voorkomen door duidelijke huisregels op te stellen voor het opvangcentrum en goede afspraken te maken met de asielzoekers die er komen te wonen. En die vervolgens ook goed te handhaven. Het COA heeft al meer dan 20 jaar ervaring met de opvang van asielzoekers. En dus ook met het actief ondersteunen van gemeenten bij de communicatie met de burgers.
Wat ook heel belangrijk is: wijs de omwonenden ook op de voordelen die aan de komst van zo’n centrum zijn verbonden. Voor de werkgelegenheid, voor de omzet van de winkeliers in Uw gemeente. Maar ook voor scholen die anders mogelijk moeten sluiten. Die kunnen nu open blijven, door de toestroom van nieuwe leerlingen. En zo zijn er – variërend per gemeente - ongetwijfeld nog méér positieve gevolgen - voor de buurt, voor de gemeente als geheel. Breng die in kaart en communiceer die goed met de burgers.
We kennen allemaal wel voorbeelden waar de komst van een AZC heeft geleid tot weerstand en ontevredenheid bij een deel van de burgers. Maar laten we óók eens kijken waar het goed is gegaan. Bijvoorbeeld in Zwolle. In goede samenwerking wisten gemeente, COA en andere partners binnen enkele dagen tijd draagvlak te creëren voor de opvang van 400 asielzoekers in de IJsselhallen! Natuurlijk, het ging hier om een tijdelijke huisvesting, een noodmaatregel, in een tijd waarin de nood uitzonderlijk hoog was. Toch is het goed om te constateren dat er zich geen incidenten hebben voorgedaan. En de medewerking van de Zwolse bevolking was hartverwarmend. Op een gegeven moment moest het COA nieuwe vrijwilligers zelfs teleurstellen: er waren er al méér dan genoeg!
En zo zijn er nog veel meer mooie verhalen, uit verschillende gemeenten. Bijvoorbeeld uit Maastricht, Budel, Ter Apel, Sweikhuizen en Hoogeveen. Maar ook uit mijn eigen woonplaats Breda. Verhalen waar we veel van kunnen leren. Tenslotte bent U door het COA juist met het oog daarop uitgenodigd. U hebt ervaring opgedaan met het creëren van acceptatie en draagvlak in uw gemeente.
Uw aanbevelingen zijn dan ook zeer waardevol voor gemeenten die nog in de beginfase verkeren. En voor gemeenten waar de komst van een AZC leidt tot weerstand of ontevredenheid. Juist voor andere gemeenten is het leerzaam om te zien hoe zij angsten, onterechte beelden en vooroordelen van burgers kunnen wegnemen. Daarom is het ontzettend belangrijk dat we Uw ervaringen delen en breder uitdragen. Want het op een goede manier betrekken van burgers en het gebruiken van de juiste argumenten, daar kunnen uw collega’s in andere gemeenten hun voordeel mee doen.
En dat is hard nodig, want de druk op de opvang blijft onverminderd hoog. Naar schatting heeft het COA alleen dit jaar al zo’n 10- á 15.000 nieuwe opvangplekken nodig! En dat zal op afzienbare termijn niet snel minder worden. We kennen allemaal de dramatische beelden uit Syrië, uit Irak, uit Libië – noem maar op. De situatie in die landen is voor veel mensen nog steeds zeer schrijnend. We verwachten dan ook dat de instroom de komende tijd hoog zal blijven. Daar komt bij dat we nog vele duizenden zogeheten “nareizigers” verwachten. Mensen die zich in Nederland bij hun familieleden zullen voegen, die hier al eerder een verblijfsvergunning kregen. Dit alles betekent dat we de komende tijd opnieuw hard op zoek moeten naar opvanglocaties. En daar hebben we U, de gemeenten, hard bij nodig!
En niet alleen bij het vinden van geschikte opvanglocaties. Maar ook waar het gaat om de huisvesting van vergunninghouders. Op dit moment zitten er in de asielopvang ruim 13.000 mensen die al in het bezit zijn van een verblijfsvergunning. Let wel: dan hebben we het over méér dan de helft - circa 55 procent - van de totale bezetting bij het COA! Ook die mensen moeten door de gemeente aan een woning worden geholpen. En dat kost U, als gemeenten, steeds meer moeite. Niet alleen vanwege de hoge aantallen, maar ook omdat er weinig geschikte woningen voor deze specifieke doelgroep beschikbaar komen.
Als Rijksoverheid doen we ons best om U te helpen bij het vinden van oplossingen. Zo hebben we onlangs het Platform Opnieuw Thuis opgericht, een samenwerkingsverband van drie ministeries – Veiligheid en Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Sociale Zaken en Werkgelegenheid – met gemeenten, woningcorporaties, provincies, het COA, Aedes, de VNG, het IPO en Platform31. In nauwe samenwerking proberen we gemeenten zo goed mogelijk te ondersteunen bij het vinden van geschikte woonruimte voor vergunninghouders. Zo kijken we bijvoorbeeld in hoeverre we leegstaande kantoren, verzorgingshuizen en andere vastgoedobjecten kunnen transformeren tot betaalbare woningen voor vergunninghouders. Ook zoeken we naar geschikte alternatieven in de particuliere woonsector.
Goede samenwerking is daarbij – zoals zo vaak - de sleutel tot succes. Ik wil U allen dan ook van harte oproepen om mee te doen! Zoek actief de samenwerking met genoemde Platformpartners, denk en werk creatief mee, en maak optimaal gebruik van de synergie die dit partnership U kan opleveren!
Dat gemeenten en het COA elkaar al goed hebben weten te vinden, zoals onder meer blijkt uit deze netwerkbijeenkomst, juich ik dan ook sterk toe! Samen kunnen we zoveel méér bereiken – en komen tot goede oplossingen voor de huisvestingsproblematiek van asielzoekers en statushouders!
Ik wens U allen een genoeglijk, maar zeer zeker ook inspirerend en vruchtbaar netwerkdiner! Dat zal hier op Kasteel De Vanenburg vast wel lukken. Niet voor niets werd het in vroeger tijden al omschreven als “een plaats waer de heeren zich konden vermeyen”- zich ontspannen in een natuurlijke omgeving. En daar is eigenlijk niets aan veranderd – zij het dat dit voorrecht nu niet langer enkel aan “heeren” is voorbehouden...
Dames en heren, bon appétit!