Toespraak van staatssecretaris Mansveld bij de ondertekening van het convenant Meer en Betere Recycling
Toespraak van staatssecretaris Mansveld (IenM) bij de ondertekening van het convenant Meer en Betere Recycling op 16 maart 2015 in Biddinghuizen.
Dames en heren,
Het begon allemaal met een blikje frisdrank in de berm, op 26 september 2012. Esther Klijn uit Gouda zag het liggen, stoorde zich eraan en besloot er iets creatiefs mee te doen. Sinds die dag schrijft ze op haar weblog regelmatig 'Afvalverhalen': kleine verhaaltjes over afval dat ze op straat tegenkomt. Het zijn er tot nu toe al zo’n 550.
Op weg naar Biddinghuizen moest ik aan die verhaaltjes denken en ik zal u uitleggen waarom. De verhalen van mevrouw Klijn maken ons bewust van al het zwerfafval op straat. Ze doet dat echter niet met een opgeheven vingertje, maar op een vrolijke, positieve manier.
En dat is precies waarom ik haar verhalen zo leuk vind. Je kunt namelijk over afval heel positieve verhalen vertellen. Het feit dat we hier zijn, is daar het levende bewijs van.
Met het convenant dat we vandaag tekenen, schrijven we een groot, nieuw, positief verhaal over afval – een verhaal over tweede kansen: dat zijn tenslotte de mooiste verhalen. Maar ook een verhaal over economische kansen. Afval weggooien is – letterlijk – weggegooid geld. De tijd dat afval waardeloos was, is voorbij. Meneer Van der Giessen weet dat natuurlijk allang – getuige dit bloeiende familiebedrijf. Want sinds we afval consequent als grondstof zijn gaan zien, is er iets bijzonders gebeurd. Recycling en hergebruik hebben veel nieuwe markten en verdienmodellen opgeleverd. En door meer en beter te scheiden, stimuleren we die markten en stimuleren we ons bedrijfsleven.
Bovendien is het gunstig voor ons allemaal. Want over het algemeen gaat de afvalstoffenheffing in gemeenten omlaag naar mate er meer afval gescheiden en gerecycled wordt. Wat we vroeger afval noemde, is dus nu een economische goudmijn. Het is een van de drivers van een nieuwe, groene economie. Er is dus geen enkele reden om er niet met z’n allen de schouders onder te zetten.
Ik ben dus heel blij met de opkomst vandaag. Dit convenant wordt breed gedragen. Zo breed zelfs, dat alle betrokken sectoren een extra belangrijke stem in het beleid hebben gekregen. Een buitenstaander kan al snel denken dat beleid alleen maar door de overheid wordt voorgeschreven. Maar echt goed beleid maak je altijd samen. Dat bewijst dit convenant.
Want uiteindelijk bent u degene die straks met al die grondstoffen aan de slag gaat. U bent degenen die al dat afval omtoveren tot nieuwe grondstoffen. En u gaat daar voortvarend mee aan de slag, getuige de pakweg 25 concrete acties die in het convenant staan vermeld. Laat ik drie voorbeelden noemen:
- We gaan werken maken van minder afval en meer afvalscheiding in kantoren en winkels, maar ook in de openbare ruimte, zoals op festivals;
- we gaan regels opruimen die innovatie en de groei van de circulaire economie belemmeren;
- we gaan niet alleen meer, maar ook beter recyclen. Oftewel: waarde toevoegen door grondstoffen te creëren voor mooie, nieuwe producten.
Dat gaan we allemaal zo praktisch mogelijk doen. Want alleen door gewoon samen aan de slag te gaan, kom je verder.
Met die 25 acties gaan op weg om de huidige afvalberg halveren, van 10 naar 5 miljoen ton in 10 jaar tijd. Een groot deel van die winst kunnen we halen uit betere scheiding van huishoudelijk afval. Nu gebeurt dat nog met ongeveer 50% van het huishoudelijk afval. Over 5 jaar, in 2020, moet dat 75% zijn. Het mooie is dat er op allerlei niveaus al heel hard aan deze ambities wordt gewerkt: door gemeenten, door afvalbedrijven, door de recyclingsector, noem maar op.
Drie weken geleden sloot ik een deal met NS en ProRail om de komende jaren het afval in stations en treinen met een kwart te verminderen. En vorige week was ik in Almere voor de start van een onderzoeksproject naar betere afvalscheiding in flats en appartementencomplexen. Want juist in hoogbouw is nog heel veel winst te halen.
Ik ben dus op een ware afvalcampagne. En de energie die ik tegenkom, maakt me heel enthousiast. Want ik zie overal hetzelfde doel: dat we het woord afval uiteindelijk kunnen schrappen uit de Dikke van Dale. Uiteindelijk wil ik naar 100% recycling en hergebruik. Dat halen we niet vanzelf: het lukt alleen door te investeren: in nieuwe verdienmodellen, in onze eigen werkwijze als overheden en bedrijven, ons eigen gedrag als consumenten en dat van anderen. En dat is precies wat we vanaf vandaag gaan doen, dankzij het convenant.
Die ambitie maakt me dus trots op zo’n ambitieuze en voortvarende sector. Maar ik wil ook met u pronken in het buitenland. Uw kennis en kunde is namelijk niet alleen voor ons in Nederland goud waard, maar ook elders in Europa en daarbuiten. Onze prestaties op het gebied van afvalbeheer en recycling mogen internationaal gezien worden. Vergeleken met de rest van Europa doen we het goed. Wat mij betreft mogen we die kennis en kunde dus ook veel meer vermarkten.
Wat we bereiken via dit convenant, kan ook voor andere landen een belangrijke voorbeeld zijn. Want de verschillen in Europa zijn groot. Mijn oproep aan u vandaag is dus ook: spread the word! Niet alleen in eigen land, maar ook over de grens! Andere Europese landen zijn jaloers op uw deskundigheid en uw innovatiekracht. Maak dus ook als sector uw lobby in Brussel sterker, zodat we samen strijden voor een Europese circulaire economie.
Dames en heren, al ons afval kan winst maken. Als we met die gedachte werk maken van dit convenant, weet ik zeker dat het ons veel enthousiasme, concrete resultaten en een bloeiende sector oplevert. Ik wens u daar heel veel succes bij! En ik kijk er naar uit om zo meteen een kijkje in de keuken bij meneer Van der Giessen te nemen. Uw bedrijf bewijst dat nuchter ondernemen en het zoeken van nieuwe economische kansen naadloos kunnen samengaan met duurzaamheid en een nieuwe, schone economie. Het enige nadeel daarvan is wellicht dat mevrouw Klijn moet stoppen met het schrijven van haar afvalverhalen, omdat er ooit domweg geen afval meer is. Maar ik denk dat ze dat – gezien haar ergernis over zwerfafval – helemaal niet erg zal vinden.
Dank u wel.