Reactie van het ministerie van Veiligheid en Justitie op het vonnis van de kortgedingrechter inzake de bewaarplicht
Het ministerie van Veiligheid en Justitie betreurt de buitenwerkingstelling van de Wet bewaarplicht met het oog op de opsporing en vervolging van misdrijven. Het ministerie beraadt zich nog op het instellen van hoger beroep.
Providers zijn niet langer verplicht gegevens te bewaren voor de opsporing. Het ministerie maakt zich ernstige zorgen over het effect hiervan op de aanpak van de criminaliteit.
Overigens heeft de kortgedingrechter aangegeven dat de bewaarplicht noodzakelijk en effectief is en dat de bewaarplicht een gerechtvaardigd doel dient. Naar zijn oordeel heeft de Staat voldoende aannemelijk gemaakt dat bepaalde vormen van criminaliteit nagenoeg uitsluitend zijn op te sporen door het gebruik van historische telecommunicatiegegevens.
Inmiddels is er een wetsvoorstel dat voorziet in aanpassing van de Wet bewaarplicht. Deze ontwerpregeling is vorig jaar november voor advies aan verschillende instanties voorgelegd. De inhoud van het vonnis wordt betrokken bij het wetsvoorstel, zodat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen afdoende is gewaarborgd. Het vonnis laat daarvoor alle ruimte.
Het is voor de opsporing en vervolging van groot belang dat het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk in werking kan treden.