Geen ruimte in Nederland voor antidemocratische groeperingen
Er is in Nederland geen ruimte voor groeperingen die de democratische rechtsorde omver willen werpen of afschaffen. Het Nederlandse rechtsstelsel bevat voldoende waarborgen om dat te voorkomen.
Dit schrijven de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Het kabinet reageert daarmee op een motie uit de Tweede Kamer van de leden Heerma, Dijkgraaf en Azmani, waarin de regering is verzocht voorstellen te doen om groeperingen te verbieden die onze democratische rechtsorde terzijde willen schuiven.
Volgens bestaande wet en regelgeving kan worden opgetreden tegen organisaties die zulke doelstellingen hebben, als zij daar concreet naar handelen. Tegen politieke partijen kan worden opgetreden als aannemelijk is dat zij beleid maken om dergelijke doelstellingen te realiseren. Als aan deze voorwaarden is voldaan kan bijvoorbeeld een groepering die invoering van de sharia bepleit, worden aangepakt. Per geval zal worden bezien of een verbod of ontbinding noodzakelijk is.
Als de Tweede Kamer de motie Heerma aanneemt, zal het kabinet een nadere verkenning laten uitvoeren naar de wijze waarop andere landen omgaan met het criterium dat aannemelijk moet zijn gemaakt dat partijen beleid maken ter realisering van antidemocratische doelstellingen.
Het kabinet en bevoegde instanties als het Openbaar Ministerie en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten houden nauwlettend in de gaten of er aanleiding is om groeperingen als Hizb Ut Tahrir aan te pakken. Bij voldoende aanwijzingen zal onverwijld en doeltreffend worden opgetreden.