Toespraak van staatssecretaris Van Rijn bij de overhandiging van de Poolse vertaling van het boek van Jules Schelvis over Sobibor
Toespraak van staatssecretaris Van Rijn (VWS) bij de overhandiging van de Poolse vertaling van het boek van Jules Schelvis, 'Vernietigingskamp Sobibor', op 2 maart 2015 in Den Haag. De tekst is zowel in het Nederlands als in het Engels beschikbaar.
Geachte heer Borkowski,
geachte Burgemeester,
geachte dames en heren,
en in het bijzonder, geachte heer Schelvis,
Meneer Schelvis, u maakte samen met het Nationaal Symfonisch Kamerorkest een bijzondere tournee. Het herdenkingsconcert ‘Er reed een trein naar Sobibor’ is een uniek initiatief waarmee u een appèl doet om de Holocaust nooit te vergeten.
Tijdens deze concerten vertelt u over de deportatie-route van Westerbork naar Sobibor. En deelt u met ons de gedachten en emoties die u onderweg had. Het maakt op alle toehoorders diepe indruk.
U gaf samen met het orkest zes van deze concerten in Nederland. Maar u wilde ook graag internationaal aandacht voor Sobibor. Daarom ging de tour vorige zomer van Amsterdam, via Berlijn naar de Poolse stad Lublin. Deze concerten symboliseerden ‘de reis’ van de mensen die werden afgevoerd naar Sobibor. We zijn hier samen in het Vredespaleis in Den Haag om deze internationale tournee af te sluiten.
Het is vandaag 2 maart: precies 72 jaar na het eerste transport van Westerbork naar Sobibor. En vandaag, 2 maart, is ook de geboortedag van Rachel, de echtgenote van Jules Schelvis. Net als zo’n 170.000 Joden - onder wie 34.000 uit bezet Nederland - werd Rachel daar, onmiddellijk na aankomst, vermoord.
Alle aanwezigen hier kennen het verhaal van Jules Schelvis. Hij is een van de achttien overlevenden. Hij overleefde niet alleen Sobibor, maar ook nog zes andere kampen.
Zelf bracht ik eind 2013 een bezoek aan Sobibor. Samen met onder andere de heer Schelvis nam ik deel aan de herdenking van een opstand van de gevangenen.
De nazi’s hebben geprobeerd hun gruweldaden in Sobibor aan onze herinnering te onttrekken. Zij zijn daar niet in geslaagd en het is tot in de lengte der dagen onze taak om te zorgen dat dit zo blijft. Die plek, dat kamp, waar zoveel onschuldige mensen op zo’n afschuwelijk manier zijn omgebracht, moet herkenbaar blijven.
Daarom komt er een herinneringscentrum op de plek waar het allemaal gebeurd is. Graag wil ik de Poolse overheden bedanken. Uw inzet maakt het mogelijk de slachtoffers afkomstig uit Nederland te herdenken. Vanuit Nederland ondersteunen wij dit omdat Sobibor een onlosmakelijk onderdeel is van onze geschiedenis.
Meneer Schelvis, u kon als een van de weinigen navertellen wat daar gebeurd is. Maar dat ging niet zomaar. Na uw terugkeer had u het moeilijk, net als veel andere Joodse overlevenden die niet wisten hoe zij hun ervaringen konden verwoorden.
Maar u nam uiteindelijk die stap wel. Tegen uw zestigste levensjaar durfde u uw eerste ervaringen als overlevende op papier te zetten. U schreef een autobiografisch relaas over uw kampervaringen. En in 1993 publiceerde u het wetenschappelijk werk 'Vernietigingskamp Sobibor'.
Uw boek is een onmisbare bijdrage aan de geschiedschrijving van de Holocaust en van Sobibor in het bijzonder. U vertelt over de transporten, de selectieprocedure, de gaskamers, de vluchtpogingen. Onomwonden zette u het allemaal op papier. De verschrikkingen, waar wij ons nauwelijks een voorstelling van kunnen maken.
U schreef niet alleen boeken, u verrichtte ook uitgebreid onderzoek. Al uw inspanningen worden in hoge mate gewaardeerd. Voor uw wetenschappelijk onderzoek onderscheidde de Universiteit van Amsterdam u met een eredoctoraat. Ook kreeg u een Koninklijke Onderscheiding én een onderscheiding van de Poolse regering.
Polen is één van de landen die in de Tweede Wereldoorlog het hardst is geraakt. Bijna een vijfde van de burgerbevolking is omgekomen tijdens de bezetting door de nazi’s. En juist op de grond waar zich dit leed voltrok, werden zes vernietigingskampen gebouwd, waaronder Sobibor.
Uw boek 'Vernietigingskamp Sobibor is al jaren geleden in het Duits en in het Engels vertaald. Maar het was uw wens dat er ook een Poolse vertaling kwam, zodat ook de Poolse bevolking uw boek kan lezen. De mensen die in Sobibor zijn vermoord, kwamen overal vandaan. Maar de meesten kwamen uit Polen. En daarom begrijp ik uw wens heel goed.
Het doet mij daarom een genoegen dat de Poolse vertaling er nu is en ik u het eerste exemplaar mag overhandigen. Het boek wordt dit voorjaar in Polen uitgegeven en verspreid. Dit gebeurt in samenspraak met het Poolse Ministry of Culture and National Heritage. Ook daar wil ik graag mijn dank voor uitspreken.
De sporen van vernietigingskamp Sobibor waren bijna succesvol door de nazi’s uitgewist. Mede dankzij alle inspanningen van de heer Schelvis is dat niet gelukt.
Opdat wij nooit vergeten.
Mr Ambassador, Mr Mayor, ladies and gentlemen,
and most especially, Mr Schelvis,
Jules Schelvis, you and the Nationaal Symfonisch Kamerorkest have been responsible for a remarkable series of concerts. ‘Er reed een trein naar Sobibor’ is a unique initiative which helps to ensure that the Holocaust will never be forgotten.
You vividly describe the journey from Westerbork to Sobibor. You share the thoughts and emotions you experienced on that journey. Your words make a deep impression on everyone who hears them.
You and the orchestra gave six concerts here in the Netherlands. But you wished to take your message further afield. Last summer, you performed in Amsterdam, then went on to Berlin and from there to the Polish city of Lublin.
This international tour symbolized the journey of the people who were deported to Sobibor. For the final concert, you have chosen a very appropriate location: the Peace Palace in The Hague.
Today, the 2nd of March, is seventy-two years to the day since the first train left Westerbork for Sobibor. The date has another very special significance for Jules Schelvis. It was his wife Rachel’s birthday. Like some 170,000 other Jewish people, including over 34,000 from the Netherlands, Rachel was murdered in the gas chambers within hours of her arrival at Sobibor.
Everyone here is familiar with Jules Schelvis’ story. He is one of just eighteen survivors to return from Sobibor. And he survived not only Sobibor but six other camps.
In October 2013, Mr Schelvis and I were among those who visited Poland to mark the sixtieth anniversary of the Sobibor Uprising. We were there to remember the fallen.
The Nazis attempted to wipe out all trace of the camp and the atrocities they committed there. They did not want us to know, let alone remember. But they failed.
We do remember, we shall remember. And it is our duty to ensure that future generations continue to do so in perpetuity. That place, that camp in which so many innocent people were brutally murdered, must never be forgotten.
This is why there is to be a permanent museum and Visitor’s Centre at Sobibor. I would like to take this opportunity of thanking the Polish government, whose efforts have ensured that the Dutch victims are also remembered. The Dutch government has supported those efforts, because Sobibor is very much part of our history too.
Mr Schelvis, you were one of the very few eye witnesses able to tell the world precisely what happened at Sobibor.
But, like many others, you initially found it too painful to describe your experiences.
Eventually, however, you did share it with us. You were nearing retirement when you first committed your experiences to paper, writing an autobiographical account of your time in the various camps. In 1993, you published Vernietigingskamp Sobibor based not only on your own experiences but on thorough, scholarly research.
Like your other books, it is an essential contribution to the written history of the Holocaust and of Sobibor in particular.
You describe the rounding up of prisoners, their deportation and arrival at the camp, the 'selection procedure', the gas chambers, the escape attempts. You do so in plain language, revealing the barely imaginable atrocities in all their horrific detail.
Your books, your lectures and your many other activities are held in the highest esteem. In 2008, the University of Amsterdam awarded you an honorary doctorate in recognition of your historical research. You have been honoured not only here in the Netherlands but also by the Polish government.
Poland suffered greatly under the yoke of Nazi occupation. Almost a fifth of its civilian population perished. Its noble soil was defiled by no fewer than six extermination camps, such as Sobibor.
Vernietigingskamp Sobibor has been available in English for many years. There is also a German edition. But it has long been your wish for it to be translated into Polish.
The people who were murdered in Sobibor were from all parts of occupied Europe and beyond. But the vast majority were from Poland itself. Your wish is therefore more than understandable. Polish people must also be able to read this part of their national history.
I am therefore extremely pleased that your wish has been fulfilled, and that I am now able to present you with the first copy of your book in its Polish translation. It will soon be on sale throughout Poland. Its publication has been made possible by the Polish Ministry of Culture and National Heritage, to which I once again extend my personal gratitude.
The Nazis very nearly succeeded in obliterating all trace of what happened at Sobibor.
Thanks to people like Jules Schelvis, they did not. And it is thanks to people like Jules Schelvis that we shall never forget.