Staat van de Europese Unie: op weg naar een democratische en concurrerende Unie voor alle burgers
In de Staat van de Unie beschrijft het kabinet de naar zijn mening belangrijkste uitdagingen die de EU op haar pad vindt en hoe die het best kunnen worden aangepakt. Dit gebeurt aan de hand van drie uitgangspunten die het kabinet heeft gekozen voor de invulling van het Nederlandse voorzitterschap: hoofdzaken, innovatieve groei en banen, en draagvlak en verbinding. Minister Koenders (Buitenlandse Zaken): 'De Europese Unie moet zich richten op zaken die belangrijk zijn voor burgers en bedrijven. Zaken die de uitdagingen van deze tijd - op het terrein van economie, sociale rechtvaardigheid, energie, vrijheid en veiligheid en instabiliteit aan de grenzen van de Unie - helpen oplossen.'
Nederland bekleedt de eerste helft van 2016 het voorzitterschap van de Europese Unie. De Staat van de Unie kan worden beschouwd als richtinggevend voor de periode voor en tijdens het voorzitterschap, zowel wat betreft de analyse als de uitwerking van accenten die Nederland wil zetten.
'Anno 2015 bevindt de EU zich in een complexe wereld', aldus Koenders. 'Onze economieën komen voorzichtig weer op gang, maar het herstel is fragiel. Onze veiligheid en waarden staan onder druk, zowel van binnenuit als van buitenaf. Het is duidelijk dat Nederland niet alleen een antwoord heeft op de uitdagingen. Grensoverschrijdende problemen vragen om grensoverschrijdende oplossingen. En die oplossingen beginnen in Europa. Alleen samen zijn we in staat onze collectieve veiligheid te garanderen, onze gedeelde waarden te borgen en onze economische belangen te verdedigen en uit te dragen. Een gezamenlijk optreden biedt voordelen. Een Europa dat eensgezind en vastberaden optreedt, zal de uitdagingen die op ons pad komen het hoofd kunnen bieden.'
Dat wil volgens het kabinet niet zeggen dat er ongebreidelde inmenging in nationale aangelegenheden zou moeten zijn. Koenders: 'De EU moet zich richten op zaken waar zij een verschil kan maken en aan lidstaten overlaten wat die zelf kunnen doen. Waar lidstaten individueel niet in staat zijn antwoorden te vinden op de uitdagingen waarvoor zij gesteld staan, daar ligt een rol voor de EU. Onder invloed van de mondialisering verandert die rol regelmatig, wat flexibiliteit én doortastendheid van Nederland vergt.'
Volgens het kabinet heeft Nederland in de EU een bijzondere rol als pragmatische bruggenbouwer. 'Als middelgrote lidstaat kan en moet Nederland een rol spelen bij het bijeenbrengen van uiteenlopende visies', schrijft Koenders. 'Nederland is een actieve lidstaat bij het vormen van ad hoc coalities, het mobiliseren van gelijkgezinden en het bevorderen van gezamenlijk optreden. Het kabinet wil de vrijheid behouden afhankelijk van het onderwerp met gelijkgezinden op te trekken. Vaak zijn dat bijvoorbeeld Duitsland, het Verenigd Koninkrijk of de Benelux, maar regelmatig ook Frankrijk, Italië, Polen, de Baltische staten, de Scandinavische landen en de landen van de Visegrádgroep. Nederland heeft traditioneel invloed in de manoeuvreerruimte van grote lidstaten.'
Het kabinet noemt het onacceptabel dat 25 miljoen Europese burgers geen werk hebben. 'De beste vorm van Europees sociaal beleid is méér werkgelegenheid; het creëren van omstandigheden voor groei, zodat mensen aan het werk kunnen', schrijft Koenders. 'Innovatie is de sleutel voor groei, verbetering en vernieuwing, en het antwoord op de druk die we ondervinden als gevolg van mondialisering. Alleen door zichzelf te vernieuwen en te verbeteren kan de Unie de concurrentie aan met andere economische machtsblokken.'
Volgens het kabinet kan de Unie alleen succesvol worden genoemd als burgers zicht hebben op wat de Europese Unie doet, daarbij betrokken zijn, er invloed op kunnen uitoefenen en zich ermee kunnen identificeren. Koenders: 'Alleen dan kan draagvlak worden versterkt voor de Brusselse besluiten en wordt Europees bestuur als legitiem ervaren. Een sterkere rol van nationale parlementen in Europa is daarbij onontbeerlijk.'
Daarnaast vereist het herwinnen van het vertrouwen een actieve toenadering van het kabinet en de EU-instellingen richting de EU-burger zelf. 'De participerende democratie, zoals afgesproken bij het Verdrag van Lissabon, moet concreet handen en voeten krijgen. En de dialoog met het maatschappelijk middenveld, met de nationale parlementen en de sociale partners moet duidelijk vorm krijgen', aldus minister Koenders.
Een democratische en concurrerende Europese Unie die werkt voor alle burgers. Dat is waar het kabinet het komende jaar op inzet. Dat schrijft het kabinet in de Staat van de Europese Unie die minister Koenders vandaag naar de Tweede Kamer heeft verzonden.