Teeven: kosten van toezicht en tuchtrecht doorberekenen
Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) wil dat notarissen, advocaten en gerechtsdeurwaarders de kosten gaan betalen die de overheid maakt voor het toezicht op en de tuchtrechtspraak van hun beroepsgroep. Een en ander blijkt uit een wetsvoorstel dat naar de Tweede Kamer is gestuurd.
De bewindsman vindt het redelijk deze kosten door te berekenen omdat de juridische beroepsgroepen profiteren van hun bijzondere positie die hen in staat stelt inkomen te verwerven met uitsluiting van anderen (domeinmonopolie). Bovendien versterken toezicht en tuchtrecht de kwaliteit en integriteit van hun werkzaamheden, iets waar zij zelf voordeel bij hebben.
Daarnaast biedt het wetsvoorstel mogelijkheden om de kosten voor toezicht en tuchtrecht te beheersen. Nieuw is de introductie van een griffierecht dat voorkomt dat de tuchtrechter met allerlei zogeheten bagatelklachten te maken krijgt. Betaalde griffierechten komen ten goede aan het tuchtcollege. Ook kan de tuchtrechter straks uitspraak doen over een veroordeling in de kosten van de tuchtprocedure van de beklaagde advocaat, notaris of gerechtsdeurwaarder. Op deze manier worden de lasten neergelegd bij de veroorzaker.
Om de kosten te beperken, kunnen de beroepsgroepen ook meer gebruik maken van andere – reeds bestaande – mogelijkheden. Bijvoorbeeld door klachten over individuele advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders op een efficiënte manier af te handelen, of juist door klachten te voorkomen. Zo versterken kwaliteitsaudits, intervisie en peer reviews de kwaliteit van het werk. Verder biedt de laagdrempelige alternatieve geschillenafdoening kansen, zoals mediation of een interne klachten- en geschillenregeling.
De totale overheidskosten voor het toezicht op en de tuchtrechtspraak van deze beroepsgroepen bedragen jaarlijks ongeveer € 7 miljoen. Het wetsvoorstel vloeit voort uit het regeerakkoord.