Toespraak minister Asscher op symposium Arbeidsmigratie Limburg
Toespraak van minister Asscher (SZW) op het symposium Arbeidsmigratie Limburg op 9 februari 2015 in Venlo.
Dames en heren,
Limburg is de provincie met de langste internationale grens van Nederland. Het is dan ook niet verwonderlijk dat die grens hier een belangrijke rol speelt. Jullie hebben er zelfs een spreekwoord voor. Ik hoop dat ik het goed uitspreek: 'Euver de päöl gaon'.
De Limburgse visie op arbeidsmigratie laat zien dat jullie niet alleen 'over de grenspaal' gaan, maar dat jullie er ook over heen kijken. Of anders gezegd, dat jullie verder kijken dan je neus lang is. Arbeidsmigranten worden hier van harte welkom geheten. En de provincie Limburg ziet kansen in de bijdrage van arbeidsmigranten aan economische ambities.
Die grensoverschrijdende blik siert jullie. Denken in kansen in plaats van beperkingen brengt je immers verder.
Toch is er een addertje onder het gras. Om een grensoverschrijdende visie ook op langere termijn te behouden, moet je wel de beperkingen onder ogen zien die die kansen met zich mee brengen. Dat wordt nog wel eens vergeten.
Kijk maar naar Europa. Daar heeft een grensoverschrijdende blik ons in eerste instantie geen windeieren gelegd. Het vrij kunnen werken in Europa is niet alleen een fundamenteel recht. Het is ook een fantastische kans waar we met z’n allen van profiteren. Maar deze kans heeft wel een keerzijde. Een schaduwkant van dubieuze werkgevers die óók over de grenspalen heenkijken. Hun listige praktijken en schimmige constructies leiden tot uitbuiting en oneerlijke concurrentie. Het valse spel dat ze spelen kent grote verliezers: de arbeidsmigranten die in Nederland voor een hongerloontje werken, maar ook de Nederlandse vrachtwagenchauffeurs die hun baan verliezen.
Tot voor kort werd je in Europa voor gek verklaard als je deze problemen aan de kaak stelde. Praten over de schaduwkant van arbeidsmobiliteit was simpelweg taboe. Wat men zich echter niet realiseerde is dat dit stilzwijgen bepaald geen goed doet. Het ondermijnt immers juist het draagvlak van de grensoverschrijdende visie die het vrij verkeer mogelijk maakt.
Daarom ben ik blij met de Europese mentaliteitsverandering van het afgelopen jaar. Eurocommissaris Thyssen en EU-voorzitter Jean-Claude Juncker hebben het nu zelf ook over 'fair mobility'. Vrij vertaald: ze zeggen dat vrij verkeer eerlijk moet zijn. En dat heeft veel goed gedaan. De strijd voor fatsoenlijk werk in Europa brengt namelijk niet alleen lidstaten dichter bij elkaar, het neemt ook de barrières tussen Oost en West weg. Er zijn immers overkoepelende belangen: de verbetering van de positie van autochtone werkers én die van arbeidsmigranten. En dat is natuurlijk pas écht grensoverschrijdend.
Het addertje onder 't gras heeft vooral in Europa geleefd. In Nederland noemen we beestjes graag bij hun naam. Zo ook in Limburg. Vanaf het begin benadrukken jullie hier de voordelen van vrij verkeer, maar verzuimen daarbij niet om ook de keerzijde te benoemen.
De provincie Limburg is daarbij voortvarend te werk gegaan om de kwalijke gevolgen van arbeidsmigratie zoveel mogelijk te beperken. Goede voorlichting is daarbij essentieel. Ik wil speciaal het informatiepunt in Meterik noemen dat een begrip geworden is bij Poolse arbeidsmigranten door heel Nederland.
Goede voorlichting betekent dat je mensen wijst op rechten en plichten. De participatieverklaring is hier bij uitstek een goed middel voor. Dit is een pilot die ook hier in Noord-Limburg loopt. Met deze verklaring verwelkomen we nieuwkomers in onze Nederlandse samenleving. En we wijzen ze tegelijkertijd op hun rechten en plichten en de fundamentele waarden van de Nederlandse samenleving.
Op 15 december tekenden 109 mensen de participatieverklaring samen met de burgemeesters van Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venray. Ik heb vernomen dat enkelen van de ondertekenaars zich zelfs direct hebben ingeschreven voor vrijwilligerswerk en mantelzorg. Dat is natuurlijk fantastisch!
De pilotfase van de participatieverklaring wordt eind maart 2015 afgerond. Op dit moment bekijken we of de participatieverklaring landelijk kan worden ingevoerd. In de tussentijd wil ik graag met de provincie nadenken hoe wij jullie kunnen helpen om de behaalde resultaten te behouden en voort te zetten.
De opbrengsten van de pilot in Limburg laten zien dat je met een voortvarende aanpak wel degelijk resultaten kunt boeken. Met diezelfde voortvarendheid zet ik me in voor fatsoenlijk werk in Nederland en in Europa.
U bent vast bekend met de 'code oranje' die ik eerder heb afgegeven. Zo'n waarschuwingssignaal geef je doorgaans af op het moment dat het water je aan de lippen staat, en je letterlijk overspoeld dreigt te worden. Dat was ook het geval toen ik het signaal afgaf. Niet door een stroom van arbeidsmigranten, maar wel door een stroom van malafide werkgevers die arbeidsmigranten uitbuiten. En die zo zorgen voor oneerlijke concurrentie.
Voor hun listige praktijken is geen plaats in Nederland. In Nederland moeten arbeidsmigranten onder dezelfde voorwaarden werken als de andere bewoners van ons land. Of je nu uit Warschau ofWeert komt. Iedereen verdient het om gelijk te worden behandeld op de arbeidsmarkt.
In Nederland hebben we daarom grote stappen gezet om fraude en misbruik aan te pakken. Met hogere boetes. Extra inspecteurs om malafide uitzendbureaus te bestrijden. Slimmere samenwerking. En meer aandacht voor handhaving van het wettelijke minimumloon en de cao's. Het is van groot belang dat er sprake is van een eerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden zodat verdringing wordt voorkomen. Om dit voor elkaar te krijgen heb ik een wetsvoorstel ingediend in de Tweede Kamer om schijnconstructies aan te pakken.
Iedereen heeft een verantwoordelijkheid als het gaat om de strijd voor fatsoenlijk werk. Niet alleen de publieke sector, maar ook de sociale partners. De Inspectie SZW zorgt ervoor dat het Wettelijk Minimum Loon gehandhaafd wordt. En de sociale partners zien toe op de naleving van de bovenwettelijke cao-voorwaarden. Ook kunnen zij de Inspectie SZW vragen om extra onderzoek te doen naar de naleving van deze voorwaarden. Deze zaken worden onderzocht door een speciaal team van de Inspectie SZW. Sociale partners zijn dus onmisbare bondgenoten. Samen trekken we ten strijde tegen uitbuiting en oneerlijke concurrentie!
Het is belangrijk om goed zicht te krijgen op de arbeidsmigranten die in Nederland verblijven. Vorig jaar is daarom een pilot gestart waarbij het eerste verblijfadres in Nederland van arbeidsmigranten wordt geregistreerd. Tot dusver is deze pilot een succes. We kunnen nu veel beter overtredingen signaleren zoals overbewoning, uitbuiting en mensenhandel. De bedoeling is daarom ook om deze registratie wettelijk te regelen. In Nederland zijn we dus volop bezig om de keerzijde van arbeidsmigratie te bestrijden. Maar om grensoverschrijdende misstanden aan te pakken is het van belang dat óók ik over de grenspalen heenkijk.
De urgentie van het probleem heb ik zowel op bilateraal als Europees niveau onder de aandacht gebracht. Bijvoorbeeld door met een aantal Europese ministers gesprekken te voeren over dit onderwerp. Ook sprak ik in november met Eurocommissaris Thyssen, bij wie ik het probleem van sociale dumping aankaartte. En onlangs ondertekende ik samen met sociaaldemocratische ministers van werkgelegenheid van verschillende EU-lidstaten gezamenlijk een verklaring waarin wij een lans breken voor fatsoenlijk werk voor iedereen.
In Europa lijkt het tij inmiddels steeds meer te keren. Naast de mentaliteitsverandering, waar ik het al eerder over had, zijn er belangrijke stappen gezet als het gaat om de waarborging van fatsoenlijk werk. Zo zijn alle 28 lidstaten van de Europese Unie overeengekomen om een systeem van ketenaansprakelijkheid in te voeren voor gedetacheerde medewerkers in de bouw. Als deze werknemers niet de beloning krijgen waar zij recht op hebben, kunnen zij het bedrijf één schakel hoger in de keten hierop aanspreken.
Daarnaast is er in Europa brede steun voor de instelling van een Platform voor de bestrijding van zwart werken. Op dit moment lopen de onderhandelingen met het Europese Parlement hierover. Bedoeling is om in dit Europese coördinatiecentrum de krachten en expertise van lidstaten te bundelen om zo een vuist te maken tegen zwart werken. En de nieuwe Europese Commissie heeft een gerichte evaluatie van de detacheringsrichtlijn aangekondigd om sociale dumping te voorkomen.
Nu het tij lijkt te keren is het ook tijd om voort te bouwen op de intussen behaalde successen. En door te pakken met de operationalisering en het formuleren van een stevige ambitie. Het aankomend Nederlands EU-voorzitterschap in 2016 biedt daar bij uitstek een goede gelegenheid toe. Het is immers dé kans om een stevige ambitie te presenteren op het vlak van fatsoenlijk werk. We moeten daarom pleiten voor versterkte handhaving en regelgeving op nationaal niveau, voor nauwe bilaterale samenwerking en voor een stevig Europees beleid.
Wij hebben hierbij 4 doelstellingen:
- Allereerst streeft het kabinet naar aanpassing van de detacheringsrichtlijn. We willen daarmee de verschillen in lonen tussen nationale en gedetacheerde werknemers uit andere EU-landen zoveel mogelijk verkleinen. De gulden regel van 'gelijk loon voor gelijke arbeid op dezelfde werkplek' zou niet alleen in Nederland maar overal in Europa moeten gelden.
- Verder zou ook de handhavingsrichtlijn uitgebreid moeten worden. Het is natuurlijk goed nieuws dat er nu een ketenaansprakelijkheid in de bouw is. Maar het zou nog veel beter zijn als deze aansprakelijkheid zich uitbreidt naar alle economische sectoren. En naar alle schakels in de keten van aanneming en onderaanneming. Tot aan de hoofdopdrachtgever toe!
- Om uitbuiting tegen te gaan is het daarnaast zaak om het Platform voor de bestrijding van zwartwerk zo snel mogelijk operationeel te krijgen. Als het aan ons ligt, komt er een zo ambitieus mogelijke taakinvulling voor dit platform.
- Tot slot heeft ook het uitbannen van zogenoemde “postbusondernemingen” een grote prioriteit. Door het opzetten van dit type ondernemingen in lidstaten met een minder ontwikkeld sociaal stelsel kunnen ondernemers tegen aanzienlijk lagere arbeidskosten concurreren. Helaas is het niveau van sociale bescherming van hun personeel hiervan de dupe!
Natuurlijk hebben we het succes van het aankomend voorzitterschap niet 100 procent in eigen hand. Maar wat we wel in eigen hand hebben is onze eigen inzet.
Het is dus van groot belang dat we ons hier op alle bestuurlijke niveaus samen hard voor maken. Daarvoor doe ik ook een beroep op jullie. Samen kunnen we ervoor waken dat het mooie recht van vrij verkeer niet de verkeerde kant op gaat. De weg naar beneden die enkel verliezers kent. 'The race to the bottom'. Die verkeerde kant wil ik namelijk niet op. Ik wil fatsoenlijk werk garanderen voor zowel nieuwkomers en oudgedienden. En ik wil een einde aan de schijnconstructies en andere trucs die dit in gevaar brengen. Ik reken op jullie!