Nederlands-Duits Coproductieverdrag voor films getekend op Berlinale
Tijdens het Internationaal Filmfestival van Berlijn hebben minister Jet Bussemaker (Cultuur), de Staatsministerin bei der Bundeskanzlerin und Beauftragte der Bundesregierung für Kultur und Medien Prof. Monika Grütters en de Leiter der Kultur und Kommunicationsabteilung des Auswärtigen Amtes Dr. Andreas Görgen het verdrag voor de coproductie van films ondertekend.
Door deze overeenkomst worden aantrekkelijkere condities gecreëerd om coproducties tussen een en klein land als Nederland en een grote partner als Duitsland mogelijk te maken. Dit vergemakkelijkt de samenwerking en biedt meer ruimte voor de vakmatige en artistieke uitwisseling tussen regisseurs, acteurs, scenaristen en andere professionals en bedrijven actief in de sector. Ook biedt coproductie zicht op een hogere productieactiviteit in beide landen en zicht op grensoverschrijdende distributie van elkaars films.
Financiële drempels wegnemen
Minister Bussemaker: ‘Ik zie het als een belangrijke opdracht aan ons, regeringen, om kunst en cultuur in woord en daad te ondersteunen. Door waar nodig financiële drempels weg te nemen en makers in staat te stellen zich onafhankelijk en artistiek volledig te ontplooien. In deze tijd is dat misschien wel belangrijker dan ooit. Met dit verdrag geven we een boost aan de maatschappelijke kracht van de filmcultuur waar het publiek uit onze beide landen optimaal van gaat profiteren. Ik ben er trots op en zie uit naar alle nieuwe coproducties die daarmee nog tot stand gaan komen.’
Het Duitse federale Filmförderungsanstalt (FFA) en het Nederlands Filmfonds namen de afgelopen jaren het voortouw in de voorbereidingen van het verdrag, dat een belangrijke basis vormt voor het stimuleren van bilaterale coproductie en de ontwikkeling van de filmindustrie en filmcultuur in beide landen.
In het verdrag is vastgelegd onder welke voorwaarden filmproducties in aanmerking komen voor steunmaatregelen. Films die binnen de vastgestelde kaders in coproductie worden gerealiseerd, worden door de verdragspartijen aangemerkt als nationale films. Elke coproducent dient daadwerkelijk een bijdrage te leveren op acteer-, artistiek of technisch gebied in lijn met de ingebrachte financiering. Met instemming van de verdragspartijen kan een filmproductie kwalificeren indien de producent met een minderheidsaandeel in de financiering tenminste 10% inbrengt.
De ondertekening van het verdrag valt samen met de presentatie van twee films waarbij beide landen betrokken zijn op de Berlinale: Zurich van Sacha Polak (scenario Helena van der Meulen, productie Viking Film (NL), coproducenten Rohfilm (DE) en A Private View, BE) en Nena van Saskia Diesing (productie Keyfilm (NL), coproducent Coin Film(DE).
Het verdrag is lezen op www.filmfonds.nl.