Toespraak van minister Kamp bij de aftrap Actieagenda Smart Industry
Toespraak van minister Kamp (EZ) bij de aftrap Actieagenda Smart Industry op 22 januari 2015 in Rotterdam.
Dames en heren,
Een besparing van 60 procent op energiekosten, 80 procent op waterverbruik, 90 procent op inkt en chemicaliën. En loonkosten die tot de helft lager kunnen zijn.
Dat klinkt te mooi om waar te zijn, maar het is de realiteit. U heeft de cijfers allemaal kunnen lezen in Het Financieele Dagblad van 9 december jongstleden. Dat was de dag dat TenCate zijn Factory of the Future in Nijverdal opende. Een lab waar textiel wordt bedrukt, vlamwerend of vuilafstotend gemaakt. Digitaal wel te verstaan.
Het gaat om een lab, en de machines die er staan, zijn testmachines. Maar ik ga ervan uit dat die machines uiteindelijk gewoon aan het werk gaan. En dan zullen de resultaten spectaculair zijn. Niet alleen zullen de productieprocessen verbeteren en sneller worden, de kosten zullen drastisch teruglopen en het milieu wordt minder belast. En niet in de laatste plaats: vestigingsdirecteur Gerrit Koele verwacht dat TenCate Nijverdal extra mensen zal moeten aannemen.
Dat is, in een notendop, wat ik verwacht van Smart Industry. Dat is waar we naartoe willen met de Nederlandse industrie. En dat is waarvoor we hier vandaag bij elkaar zijn.
Dames en heren,
De enige manier om in Nederland de welvaart te vergroten, is het verder verhogen van de arbeidsproductiviteit. Nu al staat Nederland op nummer vijf van de productiefste landen ter wereld. Die plaats hebben we voornamelijk te danken aan onze industrie. Die staat zelfs op de derde plaats van de productiefste wereldwijd.
Juist in de industrie is die arbeidsproductiviteit de afgelopen decennia sterk toegenomen. De industrie is goed voor zo’n 13 procent van ons bruto binnenlands product en voor zo’n 800.000 banen. Sectoren als de dienstverlening – inclusief de financiële – zijn veelal afhankelijk van de industrie als opdrachtgever.
De industrie mag zich dus met recht de motor van de economie noemen. Maar de motor blijft alleen draaien als de industrie zich continu blijft vernieuwen. Daarbij zijn ICT en digitalisering cruciaal.
De digitalisering van de industrie verloopt razendsnel. Wij moeten niet alleen meegaan in die ontwikkelingen. We moeten zorgen dat we voorop lopen, nog harder dan ze in andere landen doen. Alleen dan kunnen we er optimaal van profiteren.
Hoe snel de digitalisering van de industrie gaat, werd vorig jaar zichtbaar op de Hannover Messe, de grootste technologiebeurs ter wereld. Daar presenteerde Nederland zich weer als industrieland. Iedereen was trots op wat we daar hebben laten zien, en dat was niet voor niets. We hebben prachtige bedrijven in Nederland, bedrijven die volop bezig zijn met Smart Industry.
We kennen de voorbeelden van Philips en VDL. Maar ook andere bedrijven timmeren aan de weg. We hebben bijvoorbeeld Lely met zijn melkrobots en MOBA, wereldmarktleider op het gebied van robots en machines voor de verwerking van eieren.
Maar ook Dacom, dat met behulp van sensoren adviseert over ziektebestrijding bij gewassen. Tijdens het Staatsbezoek aan Japan ondertekende directeur Janneke Hadders van Dacom, in bijzijn van onze koning en koningin, een contract met het Japanse NEC om samen te werken aan precisielandbouw. Prachtig! In de Fieldlabs, de industriële proeftuinen waarvan we er vóór de zomer tien hebben in Nederland, kunt u straks bedrijven als deze zien.
Op de Hannover Messe heb ik vorig jaar opdracht gegeven voor de Actieagenda Smart Industry, waarvoor wij vandaag de aftrap geven. Dat betekent dat vanaf vandaag alle hens aan dek zijn om van Smart Industry een succes te maken. Ik geef graag mijn complimenten aan Ineke Dezentjé en haar team, die fantastisch werk hebben verricht.
Dames en heren,
De impact van digitalisering op onze samenleving is enorm. We doen onze boodschappen steeds vaker online en om een vakantie te boeken, hoeven we ook de deur niet meer uit.
De afgelopen jaren heeft mobiel internet een enorme vlucht genomen. En nu komen we in het tijdperk dat apparaten aan het internet worden gehangen, het Internet of Things. We wonen straks in smart homes. We kennen de op afstand bedienbare thermostaat en het licht dat aanspringt als iemand een kamer binnenloopt. Maar er bestaat ook al kleding die met behulp van sensoren en bodyscans geheel op maat is gemaakt. De mogelijkheden zijn eindeloos.
Niet alleen voor ons dagelijks leven, ook voor de industrie zullen de gevolgen revolutionair zijn. Smart Industry betekent efficiënter werken. Digitalisering en robotisering maken slimmere producten mogelijk en nieuwe business-modellen. Daarbij komt nog dat het industriële vestigingsklimaat in Nederland er beter van wordt. En dat biedt kans om meer productie in Nederland op te bouwen en naar Nederland te halen.
We zien ook goede mogelijkheden om productie terug te halen, het zogenoemde ‘reshoring'. Stijging van transportkosten en van de loonkosten in bijvoorbeeld de Aziatische landen enerzijds en teruglopende productiekosten hier door digitalisering en robotisering anderzijds, maken dat het steeds minder of zelfs niet meer loont producten ver weg te laten maken. Dit biedt grote kansen voor Nederland. Het is mooi op hoogwaardige, technologische producten ‘Made in The Netherlands’ te zien staan.
Met de Actieagenda Smart Industry zetten we Nederland neer als een hoogwaardig productieland. Dit zal ook positieve gevolgen hebben voor de werkgelegenheid in de industrie. Ik noemde TenCate al als voorbeeld. In Born heeft VDL honderden extra mensen aangenomen voor de fabriek waar robots Mini’s in elkaar zetten.
In Nederland wordt gediscussieerd over de gevolgen van robotisering voor de werkgelegenheid. Ik weet dat veel mensen zich zorgen maken en ik wil die zorgen niet bagatelliseren. Maar ik ben ervan overtuigd dat Smart Industry meer kansen biedt dan bedreigingen. Want waar oude banen verdwijnen, ontstaan nieuwe. Dat laten de genoemde voorbeelden zien.
De Netherlands Foreign Investment Agency zal actief op zoek gaan naar bedrijven die hun productie in Nederland willen vestigen. Ook op andere terreinen van Smart Industry zit het ministerie van Economische Zaken met zijn neus bovenop de ontwikkelingen. We stimuleren en faciliteren die waar we kunnen. Voor de financiering van de Fieldlabs heb ik afspraken gemaakt met de regio’s over gebruik van gelden uit de Europese structuurfondsen. Bovendien investeer ik zelf mee in de Fieldlabs via de Rijkscofinancieringsregeling.
Ook op andere terreinen komt het thema Smart Industry terug. Bijvoorbeeld in de nieuwe innovatieagenda’s van de topsectoren. En het ICT-doorbraakproject mkb, dat tot doel heeft mkb’ers vertrouwd te maken met ICT-technologie, wordt omgevormd tot een ICT-doorbraakproject Smart Industry en MKB. Op die manier kan de industrie profiteren van kennis van bijvoorbeeld cybersecurity, nieuwe software en standaardisatie.
En last but not least: Smart Industry krijgt ook aandacht in het onderwijs. In het Techniekpact en in het Leven Lang Leren-programma zullen verschillende initiatieven worden genomen. Want we hebben heel veel goed opgeleide mensen nodig om slimme apparaten te bedenken, te bedienen en te onderhouden.
Dames en heren,
Het is goed om van burgemeester Aboutaleb te horen dat ‘Maakstad Rotterdam’ zich volop richt op Smart Industry. Maar uit het hele land bent u met velen hier naartoe gekomen, zodat we hier vandaag een uitverkocht huis hebben.
Ook dat is goed om te horen. De Actieagenda Smart Industry is van en voor u allemaal. Ik doe er met mijn collega’s alles aan om de uitvoering mogelijk te maken, maar het moet gebeuren in de bedrijven, door werknemers, op scholen en universiteiten.
Ik begon mijn verhaal met TenCate. In datzelfde FD-artikel over het succes van de Factory of the Future, voorspelt CEO Loek de Vries van TenCate dat Smart Industry de textielindustrie zal terugbrengen naar Europa en Nederland. Dat had toch niemand kunnen bedenken. Smart Industry biedt ongekende kansen. Het is aan ons die met beide handen aan te grijpen. En dat gaan we doen ook!