Provincies en gemeenten stellen gezamenlijk kwaliteitseisen aan omgevingsdiensten

Omgevingsdiensten zien erop toe dat de leefomgeving veilig is voor mensen. Daarom controleren zij onder meer of bedrijven zich aan de regels houden. Om de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving te verbeteren, stellen provincies en gemeenten gezamenlijk kwaliteitseisen aan hun omgevingsdiensten. Deze kunnen per dienst verschillen. Alleen voor de 6 omgevingsdiensten die toezien op de grote chemische bedrijven moeten de provincies zorgen voor 1 uniform eisenpakket.

Dit staat in de wijziging van het wetsvoorstel Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) die staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu vandaag mede namens minister Opstelten van Veiligheid en Justitie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Met de wetswijziging moet de VTH in Nederland verder worden geprofessionaliseerd en moet de kwaliteit worden verbeterd.

De 29 omgevingsdiensten in Nederland verlenen milieuvergunningen aan (risico)bedrijven en controleren of bedrijven zich aan de regels houden. De diensten voeren die taken uit op regionaal niveau en in opdracht van gezamenlijke overheden (provincies en gemeenten).

"Door zelf de eisen vast te stellen kunnen gemeenten en provincies die in 1 omgevingsdienst deelnemen samen bepalen welke kwaliteit zij verlangen voor hun burgers, bedrijven en leefomgeving", aldus staatssecretaris Mansveld.

Modelverordening

Het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) werken aan een modelverordening voor kwaliteitseisen die hun leden kunnen gebruiken. Kwaliteitseisen kunnen gaan over de opleiding, de kennis en ervaring van het personeel en over het verloop van een proces: hoe dient een vergunningaanvraag verwerkt te worden.

Niet alle vergunning- en controletaken liggen bij een omgevingsdienst. Gemeenten kunnen zelf bijvoorbeeld de vergunningen voor bouwen en slopen door particulieren blijven verlenen en controleren als ze dat willen. Hoe ze de kwaliteitseisen van deze taken vastleggen, is aan hen.

Alleen als blijkt dat die beoogde kwaliteitsverbetering via de gemeenten en provincies niet tot stand komt, kan staatssecretaris Mansveld besluiten de voorschriften uit de modelverordening in landelijke regels vast te leggen.

Netwerkdiensten

Onder de 29 omgevingsdiensten zijn 3 zogeheten netwerkdiensten (1 in Limburg, 2 in Twente). Zij zijn geen openbaar lichaam zoals de 26 andere. Een openbaar lichaam kan rechtshandelingen verrichten zoals het sluiten van contracten. Bij de netwerkdiensten ligt die bevoegdheid nu bij een individuele gemeente. Hun samenwerking is in een bestuursovereenkomst vastgelegd.

Deze netwerkdiensten kunnen tot de beoogde inwerkingtreding van de Omgevingswet (2018) blijven bestaan. Daarna zullen ook zij een openbaar lichaam moeten worden.

Mansveld is vorige maand gestart met een evaluatie van het VTH-stelsel. Hierbij wordt onder meer gekeken naar het functioneren van de netwerkdiensten. Als uit dit onderzoek blijkt dat zij niet goed presteren, moeten zij zich eerder omvormen tot openbaar lichaam.