Eerste Kamer unaniem voor moderne regels verlof en arbeidstijden
De Eerste Kamer heeft vandaag unaniem ingestemd met het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De meeste maatregelen, bedoeld om het combineren van werk en zorg gemakkelijker te maken, gaan vanaf 1 januari 2015 gelden. Dit wetsvoorstel vormt samen met de Wet werk en zekerheid (WWZ) en de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) een belangrijke stap richting een fatsoenlijke en moderne arbeidsmarkt.
De nieuwe wet regelt dat partners een onvoorwaardelijk recht krijgen op 3 dagen opname van ouderschapsverlof rond de geboorte van het kind. Daarmee krijgen zij - naast het huidige kraamverlof van 2 dagen - meer mogelijkheden om rond de geboorte tijd door te brengen met hun kind. Ook wordt het bevallingsverlof van moeders bij een langdurige ziekenhuisopname van haar pasgeboren kind verlengd. Een moeder krijgt de gelegenheid om na de ziekenhuisopname haar kind 10 weken thuis te verzorgen. Het huidige zwangerschap- en bevallingsverlof van 16 weken is in die gevallen niet afdoende.
Daarnaast gaat het bevallingsverlof van een moeder over naar haar partner als zij overlijdt bij de geboorte van het kind. Op die manier is een pasgeboren kind verzekerd van de zorg van een ouder. Verder is geregeld dat kort- en langdurend zorgverlof voortaan ook kan worden opgenomen bij bijvoorbeeld de zorg voor een huisgenoot, vriend of tweedegraads familielid. Nu nog kan alleen zorgverlof worden opgenomen voor een zieke partner of ouder of voor een ziek kind. Werknemers mogen volgens de nieuwe wet ook elk jaar vragen om een andere arbeidsduur, bijvoorbeeld het aantal dagen dat per week wordt gewerkt. Tot nu toe kon dat maar 1 keer per 2 jaar. Ook kan verlof flexibeler worden opgenomen.
Teveel mensen gaan nu minder werken omdat zij hun zorgtaken niet goed kunnen combineren met hun werk. Sommige werknemers stoppen hierdoor zelfs helemaal met werken of raken overbelast en melden zich ziek. Vooral vrouwen zijn nog vaak economisch niet zelfstandig, wat bij bijvoorbeeld een echtscheiding tot problemen kan leiden. Deze wet is een aanvulling op de afspraken die nu al op de werkvloer en binnen gezinnen worden gemaakt.
De maatregelen uit het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden op een rij:
- Vergroting gebruiksmogelijkheden van het ouderschapsverlof door:
- Onvoorwaardelijk recht op 3 dagen opname voor vaders bij geboorte kind.
- Het laten vervallen van de wettelijke bepalingen aan de wijze van aanvraag.
- Het laten vervallen van de eis dat men 1 jaar in dienst moet zijn bij de werkgever.
- Flexibilisering van het pleegzorg- en adoptieverlof door:
- Het toevoegen van de mogelijkheid dat de werknemer het verlof in overleg met de werkgever gespreid kan opnemen (is nu 4 weken aaneengesloten).
- Verruiming van opnametermijn van 18 naar 26 weken rond opname van het kind.
- Flexibilisering van de opname van langdurend zorgverlof door het laten vervallen van de wettelijke beperkingen voor de wijze van aanvraag.
- Uitbreiding van het kort- en langdurend zorgverlof naar werknemers die zorgen voor broers en zussen, grootouders en kleinkinderen, huisgenoten of anderen in de sociale omgeving (per 1 juli 2015).
- Uitbreiding langdurig zorgverlof: noodzakelijke zorg ingeval van ziekte en hulpbehoevendheid (per 1 juli 2015).
- Uitbreiding van het bevallingsverlof voor gevallen waarbij het kind na geboorte langdurig in het ziekenhuis moet worden opgenomen ('couveusekinderen').
- Overdracht bevallingsverlof in geval van overlijden moeder.
- Mogelijkheid om het bevallingsverlof vanaf de 6e week na de bevalling in deeltijd op te nemen over een periode van maximaal 30 weken.
- Het zwangerschapsverlof bij een meerling wordt met 4 weken uitgebreid. De datum van inwerkingtreding van dit onderdeel is nog niet vastgesteld.
- Verheldering van de werkingssfeer van het calamiteiten- en kortverzuimverlof door toevoeging van het criterium 'onvoorziene omstandigheden' als grondslag van verlof en explicitering van ziekenhuisbezoek door de werknemer en noodzakelijke begeleiding van naasten bij medische zorg.
- Verkorten van de termijn waarop een nieuwe aanvraag tot aanpassing van de contractuele arbeidsduur kan worden gedaan van 2 naar 1 jaar. Bij onvoorziene omstandigheden mag dit ook tussendoor.
- Introductie van de mogelijkheid om bij onvoorziene omstandigheden (zoals een plotseling zieke partner) af te wijken van de procedurele bepalingen, bijvoorbeeld de aanvraagtermijn in de Wet aanpassing arbeidsduur.