Minister Asscher: in totaal € 67 miljoen voor werkgelegenheidsplan in de levensmiddelenindustrie
Er komt in totaal € 67 miljoen beschikbaar voor het sectorplan in de levensmiddelenindustrie. Minister Asscher betaalt daarvan € 20 miljoen, de rest van het bedrag is afkomstig van werkgevers en vakbonden in de sector. Het geld is vooral bestemd voor scholing, duurzame inzetbaarheid en extra leerwerkplekken voor jongeren.
Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de ambassadeur Aanpak Jeugdwerkloosheid Mirjam Sterk hebben dat vandaag tijdens een werkbezoek aan de kaasfabriek Bel Leerdammer bekend gemaakt.
De levensmiddelenindustrie heeft de komende jaren veel extra medewerkers nodig. Doordat veel mensen in de sector op korte termijn met pensioen gaan, heeft de sector tot en met 2018 behoefte aan duizenden extra mensen. Tegelijk stellen economische en technologische ontwikkelingen steeds hogere eisen aan de vaardigheden van werknemers. Er werken ruim 120.000 mensen in de levensmiddelenindustrie, bij ongeveer 5.000 bedrijven. Binnen de voedingsmiddelenindustrie zijn 40 branches te onderscheiden: van aardappelverwerking tot bierbrouwers en van zoetwaren- tot zuivelindustrie.
Een greep uit de belangrijkste afspraken:
- 200 extra banen voor operators en technici
- 2.000 extra leerwerkplekken op mbo niveau
- 300 banen voor jongeren en ouderen met een afstand tot de arbeidsmarkt
- Begeleiding van 50 werknemers naar ander werk buiten de sector
- 17.000 werknemers krijgen scholing in verband met hun inzetbaarheid
- 250 werknemers nemen deel aan een EVC traject om hun vaardigheden op peil te houden
In totaal heeft minister Asscher € 600 miljoen beschikbaar gesteld voor de sectorplannen. Werkgevers en werknemers leggen tenminste hetzelfde bedrag bij. Tot nu toe hebben meer dan 100 sectoren een aanvraag ingediend. Vanaf januari 2015 start een nieuwe aanvraagperiode. Met de Brug-WW wordt gerichter ingezet op de begeleiding, van ontslagen werknemers en mensen uit de WW, naar werk in een sector waar een tekort is aan goed opgeleide mensen.