Hans Dresden benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau
Hans Dresden nam op 10 december 2014 na 22 jaar afscheid van de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR). Staatssecretaris Van Rijn hield een toespraak en prees haar betrokkenheid als voorzitter en haar grote inzet in een periode van transitie. Als dank hiervoor is Hans Dresden benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en kreeg zij de bijbehorende versierselen door de staatssecretaris opgespeld.
Dames en heren, genodigden, familie, vrienden en collega’s van Hans Dresden,
Dank voor dit bijzondere boek. Een bloemlezing vol verhalen van verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen. Oorlogsgetroffene, ik weet dat Hans die term prefereert boven oorlogsslachtoffer. Het tekent haar positieve instelling, haar vermogen om – zonder de geschiedenis te verloochenen – de toekomst hoopvol te omarmen.
Hans en ik hebben allebei een stukje in dit boek geschreven. Ik mocht het voorwoord doen. Daarin zeg ik – en ik herhaal het hier graag – dat de interviews in het boek eigenlijk allemaal monumenten zijn. Monumenten van woorden. Dierbare monumenten. Over bekende mensen, of juist niet. Over getroffenen, verzetsmensen, vervolgden, ondergedoken kinderen en heel veel anderen. Allemaal en altijd verbonden door een verschrikkelijke oorlog.
Hans schrijft in dit boek hoe blij zij is met deze bundeling van oorlogsverhalen. Omdat het belangrijk is dat deze verhalen worden doorverteld. Hans zet zich daar ook persoonlijk voor in. Als gastspreker vertelt zij aan leerlingen van het basis- en voortgezet onderwijs haar verhaal. Het verhaal van een klein Joods meisje dat ondergedoken zat, omdat haar ouders waren weggevoerd.
Om bij Hans’ eigen woorden te blijven: haar verhaal is er één, maar er zijn zoveel verschillende verhalen. Ieder mens heeft de oorlog op zijn eigen manier beleefd. Een wereldoorlog, waarbij zovelen zijn getroffen, kan niet in één keer worden verteld. Dit boek is hiervan een krachtig relaas. Een les uit het verleden. Ik raad u aan het te lezen. En het goed te bewaren. Ik weet zeker dat Hans dat zal doen. Een mooier afscheidscadeau kon zij zich niet wensen, gaf zij aan. Wij, op onze beurt, hadden haar geen mooier afscheidscadeau willen geven.
Maar daar blijft het niet bij.
Beste Hans, wij zijn hier vanmiddag bij elkaar om jouw afscheid te vieren. En ik zeg met opzet ‘vieren’. Want wat is er mooier dan te kunnen terugkijken op een bijzondere loopbaan – van 22 jaar – bij de Pensioen- en Uitkeringsraad. Een loopbaan waarin een enorme hoeveelheid werk is verzet en waarin jij je – met hart en ziel – altijd betrokken en bevlogen toonde.
Eerst als lid van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Toen als bestuurslid en voorzitter van de Raadskamer Wuv. Als voorzitter van het College van Raadskamers.
En vanaf 2011 als voorzitter van de PUR. Of, later, de nieuwe PUR. Of: PUR nieuwe stijl. Of: PUR/SVB. What’s in a name.
Als een organisatie zoveel veranderingen ondergaat, verandert de naam automatisch een beetje mee. Het belangrijkste is dat de cliënten er niet door in de war raken. En dat is niet gebeurd.
De SVB en PUR zorgen nu samen – in goede harmonie – voor de toepassing en uitvoering van de Nederlandse wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen. De klanttevredenheid is hoog en stijgt nog steeds. Dat is voor mij het ultieme bewijs dat de transitie naar de nieuwe PUR is gelukt. Met dank aan jou, Hans. Met heel veel dank!
Jij hebt, als voorzitter, de PUR door een belangrijk veranderingsproces geleid. En, houd mij ten goede, maar als iemand weet hoe ingewikkeld zo’n transitie is, dan ben ik het...
De wet schrijft een proces voor richting eenheid en coördinatie. Zo’n wet zegt wel dat iets moet gebeuren, maar niet hoe. En de praktijk is altijd weer complexer dan de wettelijke theorie. Ik weet dat binnen de PUR veel discussie is geweest over de eigenheid van doelgroepen, over harmonisatie van bijzondere voorzieningen, over nut en noodzaak van samenwerking. Ongelooflijk complexe discussiepunten, die zonder de hand van een goede voorzitter ernstig uit de pas kunnen lopen.
Jij hebt een bijzonder goede voorzittershand, Hans. Niet voorzien van een hamer, maar van een pen, die driftig tikkend aangaf dat jij het woord wilde. Je was streng, als dat moest. Maar veel vaker was jij tijdens vergaderingen een baken van rust. Met oog en oor voor diverse belangen. Met gevoel voor rechtvaardigheid en veel hartelijke empathie. Ook buiten vergaderingen overigens. Collega’s en medewerkers konden altijd rekenen op jouw persoonlijke belangstelling. Een kaartje voor een ziek kind. Een belangstellend telefoontje voor een ander.
Maatwerk moet overeind blijven!, riep jij vaak. En je bracht het ook in de praktijk. Als een aanvraag dreigde te worden afgewezen, en je twijfelde, schroomde jij niet de zaak persoonlijk te onderzoeken, zodat de Raad de juiste beslissing kon nemen.
Je was zéér betrokken bij de doelgroep. Hebt je onvermoeibaar ingezet voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen van de Tweede Wereldoorlog. Je bent een boegbeeld voor deze mensen. Jij bent één van hen. Zelf oorlogsgetroffene.
Als kind zat je twee jaar ondergedoken bij het gezin Veenendaal. We hebben jouw onderduikbroer Guus net ontmoet. Het verhaal, waarin je moeder jou en je zusje Judith op een treinstation meegaf aan iemand uit het verzet, gaat door merg en been. Op de terugweg kocht jouw moeder twee sloffen aardbeien. Ze hield er één in elke hand. Zodat ze toch iets in handen had in plaats van haar twee dochtertjes die ze net had moeten afstaan.
Mensen moesten tijdens de oorlog onmogelijke keuzes maken. Mensen raakten de regie over hun leven kwijt. Jij weet hoe dat is. Je begrijpt de vragen die binnenkomen bij de PUR en neemt ze serieus. Wat niet betekent dat je alle aanvragen honoreerde. Ook slechte boodschappen schuwde je niet. Dat bleek tijdens een werkbezoek aan Israël, waar bewoners van Beth Juliana en Beth Joles zich zorgen maakten om het bezuinigingsklimaat in Nederland. Wat betekende dit voor de uitvoering van hun wetten?
Jij, Hans, haalde – zoals altijd – drop en een pak stroopwafels tevoorschijn en zei toen: We kunnen niet meer doen, dan we doen. En de mensen vertrouwden jou. Betrouwbaar, is een van de kenmerken die bij jou als voorzitter past. Net als: zorgvuldig, integer, gedreven, toegankelijk en transparant.
Toen ik mensen vroeg naar typeringen voor jou als persoon, kreeg ik minstens zulke mooie woorden: warm, open, Oma Taart! Je bent vaak bij jouw kinderen en kleinkinderen en ik denk zomaar dat er dan veel gebakken wordt. Je bent zorgzaam voor de gezinnen van jullie kinderen, en voor jouw echtgenoot Heko.
Toen hij in 2001 met pensioen mocht en jij nog vaak van huis was, zorgde je altijd voor iets culinairs voor hem. Dat geeft mij trouwens wel te denken. Ik ben ook veel weg. Maar ik vrees dat ik voor het thuisfront op culinair gebied wel wat tekort schiet…
Het siert je, Hans, dat jij tot op deze leeftijd zo energiek met anderen bezig bent. Je stopt nu met voorzitten en bent van plan te genieten van een zalig nietsdoen. Ik geloof daar persoonlijk helemaal niets van. Maar het is je van harte gegund.
Voordat jij op je lauweren gaat rusten, wil ik echter nog een paar lauweren bij je opspelden. Beste Hans, wil je even bij mij komen staan?
Ik mag jou vanmiddag nog extra in de schijnwerpers zetten. En dat doe ik graag.
Als ik naar jouw staat van dienst kijk, dan overheerst de conclusie dat jij de afgelopen 22 jaar bij de PUR ongelooflijk op je plek zat.
Als voorzitter ben jij de bruggenbouwer geweest, de verbinder, die in de lastige transitieperiode nodig was. Daarmee heb jij werkzaamheden verricht die voor de samenleving een bijzondere waarde hebben. Jij hebt je, gedurende lange tijd, ingespannen voor de maatschappij en anderen geïnspireerd. Dat zijn kwaliteiten van mensen die in aanmerking komen voor een Koninklijke Onderscheiding.
Hans Dresden, ik vind het een eer om je te mogen vertellen dat het Zijne Majesteit heeft behaagd je te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau!
Ik speld je de bijbehorende versierselen nu heel graag op.