Brussel komt Nederland tegemoet op pensioenrichtlijn

Bij de laatste onderhandelingen in Brussel over de herziening van een Europese richtlijn voor pensioenen zijn belangrijke concessies gedaan op de Nederlandse eisen. "Het voorstel dat er nu ligt, sluit goed aan bij het Nederlandse pensioenstelsel." Dat meldt staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer.

De zogenoemde IORP-richtlijn is bedoeld om de pensioenbelangen van deelnemers te beschermen bij grensoverschrijdende activiteiten van pensioenfondsen en om pensioenfondsen in Europa beter bestuurbaar en transparant te maken. Deze richtlijn spoort ook lidstaten, waar minder aan pensioenwetgeving is geregeld, aan om te investeren in een meer toekomstbestendige inrichting van de oudedagsvoorziening. Dit komt de financiële stabiliteit in Europa als geheel ten goede.

Klijnsma: "In Brussel is gelukkig veel begrip getoond voor de gedeelde zorgen van het kabinet en de Tweede Kamer. Het oorspronkelijke voorstel bevatte voor Nederland flink wat zorgpunten. Op aandringen van Nederland en enkele andere lidstaten zijn hierop belangrijke aanpassingen gedaan. Door de aanpassingen is tegemoet gekomen aan de moties van de Tweede Kamer, die het kabinet opriepen de pensioenrichtlijn in lijn te brengen met het Nederlandse pensioenstelsel."

In het oorspronkelijke IORP-voorstel stonden teveel en te gedetailleerde regels voor pensioenfondsen op het gebied van governance, hun beloningsbeleid en het evalueren van risico's. Ook werden aan Europa teveel uitvoerende bevoegdheden toegekend. Op aandringen van Nederland en enkele andere lidstaten zijn belangrijke aanpassingen gedaan. Daardoor sluit het voorstel nu goed aan bij de bestaande Nederlandse praktijk. De Nederlandse toezichthouders kunnen de Nederlandse pensioenvermogens en de rechten van deelnemers blijven beschermen, zoals dat op dit moment geregeld is.

Aanpassingen

  • Geen gedelegeerde bevoegdheden. Dit betekent dat de Europese Commissie en de Europese toezichthouder lidstaten en pensioenfondsen niet langer zelfstandig regels kunnen opleggen.
  • De voorgestelde regels voor de informatievoorziening naar deelnemers liggen nu in het verlengde van het wetsvoorstel Pensioencommunicatie.
  • Meer algemene regels als het gaat om de governance, het beloningsbeleid en het evalueren van risico's. Het is aan lidstaten zelf om daar nadere invulling aan te geven.
  • Er hoeft niet langer meer verplicht een bewaarder te worden ingesteld. Nationale toezichthouders hebben namelijk de mogelijkheid gekregen om hier uitzonderingen op te maken als het pensioenvermogen op een andere manier beschermd is, zoals in Nederland het geval is.
  • In het oorspronkelijke voorstel was volgens Nederland onvoldoende aandacht voor de rol van de nationale toezichthouders. In het huidige voorstel is explicieter opgenomen wat de taken van de verschillende toezichthouders zijn.