Het fundament onder de digitale overheid is gelegd
De implementatieagenda Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid (i-NUP) is eind van het jaar afgerond. Onder regie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hebben het Rijk, uitvoeringsorganisaties, gemeenten en leveranciers de basis voor een digitale infrastructuur gelegd, waarmee overheden nu zelf aan de slag kunnen om hun (digitale) dienstverlening te verbeteren.
Betere samenwerking
Overheidsorganisaties gebruiken deze digitale infrastructuur om gegevens beter met elkaar uit te wisselen en hun dienstverlening digitaal, betrouwbaar en veilig aan te bieden. Door i-NUP worden veel los van elkaar staande basisregistraties naar een samenwerkend stelsel gebracht. Dat werkt en wordt gebruikt. Zo is het gebruik van de Basisregistratie personen (de opvolger van de Gemeentelijke Basisregistratie) sinds 2010 verdrievoudigd, van bijna 20 miljoen naar ruim 60 miljoen berichten per half jaar.
Minister Plasterk van BZK bedankte vandaag tijdens het slotevenement i-NUP en Operatie NUP alle betrokkenen voor de resultaten van de afgelopen 4 jaar. “Door hierin op te trekken als 1 overheid kunnen we mensen een betere service en meer gemak bieden. Blijf vooral samenwerken aan een betere dienstverlening.”
Verder bouwen op het fundament
De opgeleverde digitale infrastructuur is niet in beton gegoten, maar heeft een dynamisch karakter, doordat hieraan voortdurend nieuwe eisen gesteld worden. Dit vraagt een samenhangende, meerjarige aanpak. De regie hierop is neergelegd bij de Digicommissaris (de Nationaal Commissaris Digitale Overheid).
Naast het voeren van regie zorgt de Digicommissaris er ook voor dat meer overheidsorganisaties aansluiten op de infrastructuur en er meer gebruik van wordt gemaakt. Dit is een belangrijke voorwaarde voor Digitaal 2017: de rijksbrede ambitie van een betere digitale dienstverlening voor burgers en bedrijven. Zo moet er uiterlijk eind 2017 1 digitaal loket zijn voor zowel burgers als bedrijven, van waaruit digitale zaken (al dan niet via toeleiding) afgehandeld kunnen worden.