Toespraak van minister Kamp bij de opening van het DSM-Ahead gebouw

Toespraak van minister Kamp (EZ) bij de opening van het DSM-Ahead gebouw op 17 november 2014 in Geleen.

Dames en heren,

Laat me een klein voorbeeld geven van waar het grote DSM mee bezig is: nieuwe netten voor de vracht in KLM-vliegtuigen. Gemaakt van een lichtgewicht materiaal dat bestand is tegen alle weersomstandigheden tijdens het laden en lossen. De netten zijn waterafstotend en verzwakken niet door zonlicht. Bovendien wegen ze de helft minder. Het effect daarvan: per net per jaar 800 liter minder kerosine en 2,5 ton minder CO2-uitstoot. Ook dit is DSM.

Slimme en duurzame oplossingen van DSM hielpen al veel bedrijven in Nederland. Begonnen als staatsmijn, ontdekte het bedrijf steeds weer nieuwe groeimarkten en paste het zich aan op de nieuwe kansen die zich voordeden in de chemie en life sciences. Het is mooi dat deze traditie nu met de opening van dit onderzoekscentrum wordt voortgezet.

De investering van 100 miljoen geeft een impuls aan de chemische sector als geheel. Die vormt met een omzet van 65 miljard euro en een werkgelegenheid van 86.000 arbeidsplaatsen een belangrijk onderdeel van onze economie. Bovendien wordt in deze sector hard gewerkt aan de maatschappelijke uitdagingen van de toekomst op het gebied van duurzaamheid, gezondheid en transport. Of het nou gaat om het maken van voedingssupplementen, materialen voor de nieuwe generatie zonnecellen of afbreekbare kunststoffen op basis van biologische materialen, de sector draagt in belangrijke mate bij aan welzijn en vooruitgang.

DSM is een belangrijke speler in de sector en in de Nederlandse economie. Bijna de helft van het onderzoeksbudget van 500 miljoen euro investeert DSM in Nederland. Een kwart van de bijna zesduizend werknemers van DSM Nederland is actief in onderzoek en ontwikkeling. Bovendien genereerde DSM Nederland in 2013 een derde van de totale concernomzet van 10 miljard euro.

Dit prachtige nieuwe gebouw staat symbool voor de kracht van de chemische industrie in Nederland. Die kracht zien we terug in de cijfers. De Nederlandse chemische industrie is vergeleken met andere Europese landen sterk uit de crisis gekomen. Onze bedrijven zijn goed voor een Europees marktaandeel van bijna tien procent. Hierdoor is Nederland na Duitsland en Frankrijk nu de derde grote speler van Europa.

Maar we moeten wel oppassen, want de concurrentiepositie van de Europese industrie staat onder druk. Vooral de Chinese industrie is de afgelopen tien jaar in opkomst. In dezelfde periode dat het Europese marktaandeel bijna halveerde, verdriedubbelde het Chinese aandeel van nog geen 10 tot 30%. Bovendien profiteren bedrijven in de Verenigde Staten en in het Midden-Oosten van de lage kostprijs van energie en grondstoffen in hun regio.

Ik spreek geregeld met CEO’s en vertegenwoordigers van chemiebedrijven over hun concurrentiepositie. Ook vanochtend weer. We weten allemaal hoe sterk de wereldwijde concurrentie voor onze sector is, met name door het verschil in energieprijzen.Om deze strijd met andere landen aan te kunnen gaan, moeten we juist onze sterke punten verder uitbouwen.

Bedrijven in de sector zijn veelal tevreden over ons land als vestigingsplaats. Nederland heeft een gunstige ligging vanwege het grote achterland, een sterke infrastructuur, goed gekwalificeerd personeel, en universiteiten en kennisinstellingen waar veel toonaangevend onderzoek wordt gedaan naar voeding en materialen. Bovendien zijn in ons land wereldspelers als Unilever, Philips, Shell, ASML en Friesland Campina gevestigd. Maar wat ons land echt onderscheidt, is het grote innovatieve vermogen van de chemische sector en de sterke regionale clusters van bedrijven en kennisinstellingen.

Binnen die clusters – zoals hier in Chemelot – delen bedrijven faciliteiten zoals laboratoria, beveiliging en advies over intellectueel eigendom. Ook kopen ze gezamenlijk energie in. Bovendien kunnen afvalproducten of restwarmte van de ene fabriek dienen als grondstof of energiebron van de andere.Die samenwerking levert concurrentievoordeel op ten opzichte van individueel opererende bedrijven in het buitenland.

Bedrijven nemen zelf het initiatief voor oprichting van de regionale clusters, maar het ministerie van Economische Zaken moedigt deze samenwerking aan. We hebben vorig jaar met verschillende regio’s besproken hoe we clusters kunnen versterken. Het gaat steeds om maatwerk. Waar we bij de één inzetten op het versterken van de energie-infrastructuur, werken we bij de ander aan het verbeteren van de aansluiting met publieke kennisinstellingen. Het verminderen van regeldruk binnen de clusters is uiteraard steeds een belangrijk punt van aandacht.

We helpen clusters ook om investeerders naar Nederland te halen. Buitenlandse bedrijven hebben soms unieke kennis of expertise die een aanvulling kunnen zijn op de bestaande clusters. Technoforce, een Indiase fabrikant van fysische scheidingsapparaten, opende hier onlangs een proeffabriek. Vrijwel alle fabrieken scheiden stoffen, bijvoorbeeld om afvalwater te verwerken of eindproducten te concentreren. Andere bedrijven op Chemelot hebben dan ook interesse getoond in de mogelijkheid om bij Technoforce te testen welke scheidingstechniek voor hen het meest geschikt is.

Op nationaal niveau werken we aan versterking van de innovatiekracht van de Nederlandse chemie. De overheid heeft negen topsectoren aangewezen. Dit zijn sectoren die wereldwijd het meest succesvol zijn en waarbinnen 95% van alle innovatie plaats vindt. Bedrijven en kennisinstellingen binnen de chemie vormen samen met de overheid één zo’n topsector. Binnen deze topsector verbinden we commercieel inzicht met fundamenteel en toegepast onderzoek om nieuwe innovaties sneller naar de markt te brengen.

Afgelopen jaar stelden we binnen de topsector chemie een nieuwe agenda op. We bundelen de onderzoeksinspanningen in Nederland op het gebied van geavanceerde materialen, technologie voor het scheiden van producten en chemische nanotechnologie. Uiteraard doen we dat in samenspraak met de andere topsectoren. Want door verschillende disciplines samen te brengen, ontstaan nieuwe ideeën en producten. DSM ontwikkelde bijvoorbeeld voor de veeteelt een poeder dat de boer door het veevoer kan mengen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Het ministerie van Economische Zaken heeft voor de nieuwe agenda van de chemische sector dit jaar een substantiële bijdrage gegeven.

Dames en heren,

Nog geen tien jaar geleden waren hier alleen nog DSM en het internationale petrochemische bedrijf SABIC gevestigd. Nu is het hele Chemelot terrein goed voor 116 bedrijven, 6000 volledige banen waarvan 5000 in niet-DSM bedrijven. Grote en kleine bedrijven en kennisinstellingen delen kennis en kunde die normaal alleen samenkomen binnen grote organisaties. De campus is een plek geworden die toponderzoekers over de hele wereld aantrekt en waar jonge ondernemers zich graag vestigen.

Het ministerie van Economische Zaken en de provincie Limburg hebben zich ingespannen om dit DSM Ahead onderzoekscentrum in Nederland te krijgen. En ik ben blij dat dat gelukt is en wil ook graag mijn waardering voor de Limburgse inspanningen, in het bijzonder die van gedeputeerde Twan Beurskens en zijn mensen uitspreken. Deze investering zorgt precies voor wat de sector nodig heeft: meer innovatie en een verdere versterking van het chemische cluster Sittard-Geleen. Ze vergroot de concurrentiekracht van de Nederlandse chemische industrie en dat is voor ons land van groot belang.

Ik dank u wel.