Nederland investeert stevig in het Groene Klimaatfonds
Het kabinet trekt op voorstel van minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) € 100 miljoen uit voor een nieuw internationaal klimaatfonds, het Groene Klimaatfonds. Dit fonds van de Verenigde Naties ondersteunt ontwikkelingslanden bij het terugdringen van CO2 uitstoot (mitigatie) en het tegengaan van de gevolgen van klimaatverandering (adaptatie).
Minister Ploumen kondigde de bijdrage aan het Groene Klimaatfonds aan in Rwanda, waar zij momenteel op bezoek is met een handelsmissie van 29 bedrijven. Het bedrag is gereserveerd vanuit de klimaatmiddelen van het ministerie. Minister Ploumen: 'Het is zaak dat dit fonds binnenkort aan de slag kan. Want de urgentie is groot om tot daden te komen.'
Tijdens de laatste klimaattop in Kopenhagen hebben landen afgesproken een internationaal klimaatfonds op te richten om ontwikkelingslanden te ondersteunen bij klimaatprojecten. In aanloop naar de klimaattop in december in Lima maken meerdere landen bekend hoeveel zij bijdragen aan het Groene Klimaatfonds. Hiermee wordt een belangrijke impuls geleverd aan de internationale onderhandelingen die volgend jaar in Parijs tot een internationaal klimaatakkoord moeten leiden.
Ploumen: 'Klimaatprojecten hebben óók een sociale component. Op nadrukkelijk verzoek van Nederland wordt bij de financiering van projecten ook gekeken naar de mate waarin zij bijdragen aan gendergelijkheid en armoedebestrijding. Ook heeft Nederland zich sterk gemaakt voor het stimuleren van investeringen door het bedrijfsleven in klimaatrelevante projecten via het fonds. Deze investeringen in ontwikkelingslanden zijn cruciaal voor een daadwerkelijke transformatie naar klimaatneutrale en klimaatbestendige ontwikkeling.'
Mansveld: 'Met deze bijdrage laat Nederland zien dat de gevolgen die deze landen ondervinden door klimaatverandering, moeten worden aangepakt. Welvarende landen, bedrijven en andere organisaties verklaren zich samen solidair met landen die niet het geld of de kennis hebben zich te beschermen tegen het veranderende klimaat. En de Nederlandse inzet bestaat uit meer dan alleen geld. Met onze kennis over bijvoorbeeld water, de bescherming tegen overstromingen en technieken om minder schadelijke broeikasgassen uit te stoten, helpen wij de ontwikkelingslanden zich beter te beschermen tegen het klimaat.'
In het Grote Merengebied in midden-Afrika dat Ploumen nu bezoekt, investeert Nederland al in diverse klimaatprojecten, die een voorbeeld kunnen zijn voor het Groene Klimaatfonds. Zoals het energie-netwerk in Rwanda en Congo. Hiermee wordt het gebruik van houtskool voor het koken - een grote oorzaak van de kap van het tropisch regenwoud - verminderd.
Verder steunt Nederland een project in Rwanda waarbij schadelijk methaangas, afkomstig uit het Kivu meer, wordt gebruikt voor het opwekken van elektriciteit. Hierdoor is het methaangas niet langer een bedreiging voor de lokale bevolking en vermindert ook de uitstoot van broeikasgassen. Bovendien stimuleert deze eigen nieuwe hernieuwbare energiebron economische en sociale ontwikkeling in de regio. Minister Ploumen heeft dit project gisteren nog bezocht.
Ander voorbeeld is het watermanagementprogramma in Rwanda dat droogte, erosie en watervervuiling tegengaat door verbeterd integraal waterbeheer. Klimaatverandering die leidt tot extremen in het weer, waardoor grote droogtes en overstromingen ontstaan, belemmeren de sociaaleconomische ontwikkeling van een land. De Nederlandse aanpak draagt bij aan armoedebestrijding, een schoner milieu en aanpak van de klimaatproblematiek. Het Groene Klimaatfonds biedt de mogelijkheid om op grote schaal dit soort projecten en programma's in ontwikkelingslanden te steunen.