Meer ruimte voor keuzedelen moet mbo-opleidingen flexibeler maken
Mbo-scholen gaan de komende jaren opleidingen aanbieden die beter aansluiten op de vraag van de regionale arbeidsmarkt. Belangrijk onderdeel van deze herziene kwalificatiestructuur vormen keuzedelen die scholen kunnen toevoegen aan hun opleidingenaanbod. Het middelbaar beroepsonderwijs krijgt hierdoor meer ruimte om het onderwijsaanbod af te stemmen op regionale ontwikkelingen. De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
In een kwalificatiedossier staat wat een student aan het einde van een mbo-opleiding moet kennen en kunnen. Op basis van deze kwalificatiedossiers maken mbo-instellingen hun onderwijsprogramma’s. Alle kwalificaties samen vormen de landelijke kwalificatiestructuur. Omdat de arbeidsmarkt per regio verschillend is, wordt het nu mogelijk voor mbo-scholen om hun aanbod van opleidingen beter te flexibiliseren, actualiseren en innoveren. De introductie van keuzedelen vormt daarin een belangrijke stap. Hierdoor kunnen scholen sneller inspelen op actuele ontwikkelingen in het bedrijfsleven, zoals 3D-printing, robotisering of technologie in de zorg. Maar ook het wel of niet aanbieden van een keuzedeel Duits is een regionale afweging. Ieder kwartaal kan een opleiding in het mbo worden aangepast door de introductie van nieuwe keuzedelen. Voor studenten betekent dit dat zij een persoonlijke keuze kunnen maken uit het aanbod aan keuzedelen die relevant zijn voor hun opleiding. De herziene kwalificatiestructuur mbo is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.