Toespraak van minister Opstelten bij de uitreiking van herinneringsmedailles aan deelnemers buitenlandse missies

Toespraak van minister Opstelten (VenJ) ter gelegenheid van de uitreiking van herinneringsmedailles aan deelnemers van buitenlandse missies op 6 november 2014 in Den Haag.

Generaal Wehren,

Plaatsvervangend korpschef Bik,

Geachte aanwezigen,

Een hartelijk welkom aan onze mannen en vrouwen die op missie zijn geweest. Het is mij een grote eer u straks de Nederlandse Herinneringsmedaille Vredesoperaties op te spelden, samen met Generaal Wehren, plaatsvervangend korpschef Bik en de heer Van Laak, vertegenwoordiger van de directie Veiligheidsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

U bent hier vandaag in een gevarieerd gezelschap. Medewerkers van de Koninklijke Marechaussee, de Nationale Politie en – dit jaar voor het eerst – civiele experts. Een mooie illustratie van hoe Defensie, Buitenlandse Zaken én mijn eigen ministerie van Veiligheid en Justitie samenwerken.

Een gevarieerd gezelschap, maar ook een groep die verbonden is door een gedeelde ervaring. Allemaal hebt u iets bijzonders gedaan. U hebt uw land gediend door anderen te dienen. U verliet uw vaste thuisbasis en uw gezin om mensen ver van hier te helpen hun land op te bouwen. Het bracht u in Georgië, in Kosovo, in Afghanistan en Irak, in Zuid-Soedan en Egypte. Landen die na jaren van oorlog, strijd of armoede – dan wel een combinatie hiervan – worstelen een stabiele rechtsstaat te worden. Daarmee leverde u een waardevolle bijdrage aan vrede en veiligheid. In de landen die u bezocht, maar ook hier in Nederland.

De opkomst van ISIS laat zien hoe gevaarlijk fragiele regio’s kunnen zijn, die geen stabiel rechtssysteem hebben. Al vóór de ramp met de MH17, besloten we deel te nemen aan de Europese adviseringsmissie in Oekraïne, om daar te helpen de rechtsstaat te versterken. Ook ons eigen Nederland is dus gebaat bij vrede en veiligheid in de wereld.

Dat vraagt méér dan het zwijgen van wapens. Vrede en veiligheid vragen om een politie die orde houdt, een rechterlijke macht die vrij is van corruptie en een overheid die burgers beschermt tegen willekeur en machtsmisbruik.

Aan die belangrijke voorwaarden hebt u hard gewerkt. En laten we eerlijk zijn: Dat was niet altijd gemakkelijk. Ieder van u vond moeilijkheden op zijn of haar weg.

Rechter Kees van der Weide schreef aan zijn thuisfront over het taalprobleem in Kosovo. Hij had collega’s die alleen maar Albanees of Servisch spraken. Ga er maar aanstaan!

Dirk Stubbe, adviseur bij 'de grootste bajes van de Balkan', zag elke dag opnieuw hoeveel werk er nog te doen is: de gevangenis had te weinig budget, zette teveel gevangenen in een cel en hield mensen soms jaren vast zonder veroordeling.

Politiemannen en -vrouwen die in Zuid-Soedan hun collega's zouden trainen, werden rond Kerst overvallen door een burgeroorlog. Het mandaat van hun missie werd aangepast. Hun nieuwe taak was nu vooral helpen orde te houden in een VN-kampement voor duizenden vluchtelingen, onder soms zware omstandigheden. Dit soort uitdagingen stelden hoge eisen aan u. Maar u toonde flexibiliteit, doorzettingsvermogen en enthousiasme. Generaal Wehren, korpschef Bik en ik zijn daarom trots op u.

Dames en heren,

Vorig jaar was ik bij uw politietrainingsmissie in Afghanistan. Ik was diep onder de indruk door de omvang van uw taak. De problemen daar zijn zó groot en onze mogelijkheden zijn maar klein. Velen van u zullen dit gevoel kennen. Maar de grootste fout die we kunnen maken, is niets doen omdat we slechts iets kunnen doen. Laat mij u vertellen waarom.

In een klein lokaaltje in Kunduz zag ik hoe u een praktijkles Forensische Opsporing gaf. Rond een bed stonden Afghaanse agenten. De proefpersoon was een plastic pop. U leerde de lokale politie hoe je een lichaam onderzoekt. Hoe je op een plaats delict sporen vindt. En hoe je voorkomt dat belangrijke aanwijzingen verloren gaan. Een les van een uurtje, voor een kleine groep mensen. In een land dat 15 keer zo groot is als Nederland en waar nog heel veel mis is. Maar, bedacht ik me, als één van deze Afghaanse politiemannen een moord onderzoekt en - dankzij uw lessen - sporen vindt; en als deze sporen de weg wijzen naar de dader, die berecht en bestraft wordt; dan maakt uw werk een enorm verschil in het leven van mensen.

De familie van het slachtoffer krijgt weer vertrouwen in de overheid. De dader zijn verdiende loon. En de politieman? Die is trots, omdat hij het verschil heeft kunnen maken. Dankzij u.

Dames en heren,

Uw goede werk blijft niet onopgemerkt. De internationale gemeenschap heeft ons er graag bij. Sinds begin dit jaar nemen we met politie, marechaussees en civiele experts deel aan de VN-missie in Mali. Op dit moment spreekt men in Brussel over het verlengen van de EU-politiemissie in Afghanistan. Ook Nederland beraadt zich op een eventuele voortzetting van onze inzet. Uw goede werk en reputatie is belangrijk in zo’n proces. Ook bij eventuele toekomstige missies. Daar kunt u trots op zijn!

Dames en heren,

U gaat nu op een nieuwe missie. U moet het leven in Nederland weer oppakken. Dat klinkt eenvoudig, maar terugkomen is soms moeilijker dan vertrekken. Zoals iemand van u opmerkte: 'Je moet je opeens weer druk gaan maken om kapotte fietslampen!' Uw familie en uw collega’s die hier bleven hebben niet ervaren wat u meemaakte. Eén van uw voorgangers melde zich na een zware missie weer op zijn werk. En hoorde van zijn collega’s bij de koffieautomaat: 'Ha Henk, lekkere vakantie gehad?'

Dames en heren,

U moet er in zo’n geval maar om proberen te lachen. Het zou mooi zijn als u op zo’n moment ambassadeur van uw missie bent. Neem de tijd om uw collega’s te vertellen onder welke omstandigheden u de beginselen van onze rechtsstaat uit hebt gedragen. En wie weet, werft u wel een nieuwe collega voor dit belangrijke werk.

Ik ben ervan overtuigd dat u ook deze nieuwe missie goed zult volbrengen. Zeker met de steun van uw partners, uw kinderen en uw familie. Ook dit jaar hebben velen van u hun kinderen meegenomen. Ook jullie krijgen straks een mooie herinnering aan het belangrijke werk van jullie vader of moeder.

Dames en heren,

Ik rond af met een uitspraak van één van u toen hij terugkeek op zijn missie.

Zijn antwoord?

'De mensen zijn zo dankbaar dat we helpen hun land op te bouwen. Elke Nederlander zou dit mee moet maken. '

Dames en heren,

Dit spreekt voor zich.

Ik geef het woord graag aan Generaal Wehren.