Herkenning, erkenning en participatie van mensen met autisme te vergroten - Opening van het 10e Congres Autisme NVA
Tijdens de het jaarlijkse autismecongres van het NVA sprak Martin van Rijn over drie punten die voor hem belangrijk zijn wanneer het over autisme gaat. De herkenning en erkenning van autisme moet hoger en mensen met autisem moeten meer mogelijkheden tot participatie krijgen.
Alleen het gesproken woord telt!
Goedendag dames en heren,
Welkom op het 10e congres van de Nederlandse Vereniging van Autisme. Een belangrijk congres, en nu ook nog eens een jubileumjaar. Gefeliciteerd!
Vandaag deelt u met elkaar uw kennis over autisme. Dat is heel goed. Kennis zorgt immers voor begrip. Zeker bij autisme is dat heel belangrijk.
Want autisme is heel complex. Dat weet u allemaal. Autisme is bij iedereen anders. Daarom is het vanuit de overheid soms moeilijk om mensen met autisme te ondersteunen.
Werkgroepen zoals ‘Vanuit Autisme bekeken’ bieden een uitkomst. De overheid ondersteunt deze werkgroep, maar mensen met autisme en andere deskundigen hebben de actieve rol.
De NVA speelt in die werkgroep ook een belangrijke rol. Zo krijgen wij veel relevante informatie aangeleverd waar wij als overheid weer verder op kunnen bouwen.
Het programma ‘Vanuit autisme bekeken’ heeft als missie de herkenning, erkenning en participatie van mensen met autisme te vergroten.Ik leg u uit waarom die drie termen belangrijk zijn en wat wij als overheid daar aan doen. Ik sluit mijn verhaal af met een kleine onthulling.
Punt 1, herkenning.
Een belangrijk aandachtspunt. Veel mensen met autisme hebben nog geen diagnose. Bij jeugdigen zijn we er tegenwoordig sneller bij dan vroeger. Maar veel ouderen weten waarschijnlijk toch heel vaak niet dat de problemen waar ze tegen aan lopen in het leven, een gevolg zijn van hun autisme. Het gaat dan in het bijzonder om vrouwen en om minderheidsgroepen.
Als je zelf niet weet wat je hebt, dan kun je dat ook niet uitleggen aan anderen. En als die ander niet weet wat autisme is, is het vaak weer moeilijker om mensen met autisme goed te begrijpen.
De overheid ondersteunt daarom onderzoek bijvoorbeeld via academische werkplaatsen - naar de manier waarop de diagnose wordt gesteld. En hoe dit beter kan. Maar u kunt hier ook bij helpen. Door kennis te delen, zodat steeds meer mensen weten wat autisme is.
Punt 2, erkenning.
Uit herkenning volgt erkenning. Iedereen heeft talenten. Maar die talenten moeten wel tot ontwikkeling kunnen komen. Bij mensen met autisme is daar soms net iets anders voor nodig dan bij anderen. Die behoeftes moeten gezien worden. Door de behoeftes van mensen met autisme te erkennen, kunnen we beter de voorwaarden creëren die iemand nodig heeft om zich te ontwikkelen.
Iemands mogelijkheden en behoeftes erkennen is niet alleen éen op éen belangrijk. Nederland verandert, de zorg verandert mee. U heeft die slogan inmiddels vast al eens gehoord en gelezen.
Vanaf 1 januari 2015 gaan we de zorg anders organiseren. En daar ligt de kans voor gemeentes. Zoals meer mogelijkheden voor participatie.
Samen leven, samen werken en voor elkaar zorgen als dat nodig is.
Of zoals de burgemeester van Renkum, Jean Paul Gebbe, het verwoordde: ‘De mate van participatie van mensen met autisme is voor mij een graadmeter van hoe wij het doen op dit terrein. Ook voor alle andere inwoners.’
Als we op gemeentelijk niveau elkaars behoefte erkennen, dan worden we daar dus allemaal beter van.
Punt 3, participatie.
We moeten als samenleving blijven herkennen en erkennen dat autisme voor sommige mensen zware beperkingen oplevert. Voor deze groep moet er ook de juiste diagnostiek en zorg zijn. Maar autisme is niet voor iedereen een beperking om mee te kunnen doen in de samenleving.
Sterker nog, ik word straks geïnterviewd door een jongedame die vol in het leven staat. Roos heeft een baan, een vriendengroep, en durft het aan om zo meteen met mij in de spotlights te gaan staan. Roos laat zien dat we het soms helemaal mis hebben met onze ideeën over autisme.
Dames en heren,
Het is ontzettend belangrijk dat alle mensen in Nederland beter geïnformeerd zijn over autisme. Daarom sta ik pal achter de nieuwe campagne van de NVA die volgend jaar van start gaat. Ik had een kleine onthulling beloofd als afsluiter. Ik mag vertellen wat de slogan wordt van de campagne. Dat is:
‘Autisme is niet te genezen, onbegrip wel’.
Ik ben blij met deze slogan. En laten we allemaal bijdragen aan dat genezen van onbegrip. Dat doe je door te informeren, door kennis delen. Dat doen mensen als Roos, door te laten zien wie zij is.
Ik wens u een mooie dag.