Uitreiking Jan van Dijk-award
Toespraak door staatssecretaris Fred Teeven bij de uitreiking Jan van Dijk-award, 13 oktober, Den Haag.
Dames en heren,
Hartelijk welkom hier in de Idazaal. Een bijzonder woord van welkom aan Jan van Dijk, aan de juryleden van de award: Ineke Sybesma, Arendo Joustra, Richard Korver, Piet Hein van Kempen, Tineke Cleiren en voorzitter Peter van der Velden. Natuurlijk heet ik ook de genomineerden van harte welkom, samen met hun ongetwijfeld trotse familie en vrienden.
Vandaag hebben wij de eer om twee prijzen uit te reiken: de Jan van Dijk Victimology en Victim’s Rights Award voor de beste scriptie en de beste dissertatie op het gebied van slachtoffers en slachtofferrechten.
Dat wij dit hier doen – in de Idazaal – is eigenlijk best bijzonder, dames en heren. In de zeventiende eeuw was dit een schuilkerk van de Katholieke orde van Jezuïeten. Zelfs in de tolerante Republiek was godsdienstvrijheid niet voor iedereen weggelegd. De Jezuïeten moesten hun diensten houden in dit pakhuis, onherkenbaar vanaf de straat. Het luiden van klokken was verboden en gezang mocht niet te horen zijn. Zij werden beperkt in hun vrijheid, benadeeld tegen wil en dank. En dus, in zekere zin, slachtoffers.
Ik ben dan ook trots om hier te staan. Want mensen helpen die beknot worden in hun vrijheid, die benadeeld worden tegen wil en dank, dat is de reden dat ik politiek actief ben geworden.
Het ministerie van Veiligheid en Justitie en het Fonds Slachtofferhulp hebben deze prijs samen met Intervict ingesteld om twee redenen:
• Natuurlijk om Jan van Dijk en zijn lange staat van dienst als onderzoeker en voorvechter van slachtofferrechten te eren.
• Maar ook om de aandacht voor de positie van het slachtoffer in de academische wereld verder te vergroten.
Dat laatste is belangrijk, want in de collegebanken van vandaag zitten de officieren, de rechters en advocaten van de toekomst. Als we hun kennis en begrip vergroten, zal dat ten goede komen aan de slachtoffers van de toekomst. Daarom moet het slachtoffer bij hen in hart, hoofd en handelen gaan zitten.
En dat gaat steeds beter! Ik vind het een heel goed signaal dat het instituut Intervict in Tilburg een speciale master victimology heeft opgestart. En wat mij echt goede hoop geeft, is dat veel studenten zich aanmelden voor deze master.
In Utrecht start het Willem Pompe Instituut, samen met de Erasmus Universiteit, binnenkort de eerste jaargang van de specialisatie-opleiding voor de slachtofferadvocatuur.
Dat past erg goed bij mijn doel als staatssecretaris om meer recht te doen aan slachtoffers.
Maar, dames en heren, vandaag laten we al het beleid even voor wat het is. De genomineerden staan immers centraal! Stuk voor stuk knappe koppen, die nog veel mooi werk zullen doen in de toekomst. En wat een razend interessante onderzoeken!
Ik maai de andere sprekers écht al het gras voor hun voeten weg, als ik over elk onderzoek iets vertel. Dat zal ik dus niet doen – geen dank! – maar een paar dingen vielen mij op.
Wat ik erg mooi vind, is dat victimologie een internationaal karakter heeft. Alle aspecten van slachtofferschap en de verschillende verschijningsvormen van het slachtoffer komen zo aan het licht. Er is aandacht voor Nederlandse slachtofferbescherming, maar ook voor slachtoffers van internationaal oorlogsgeweld.
Ook is terug te zien in de inzendingen, hoe multidisciplinair het onderzoek is. Van psychologie tot het recht. Dat is heel waardevol. Problemen hebben zelden één oorzaak, dus moeten ook de onderzoekers van meerdere markten thuis zijn.
En ten derde blijkt uit de inzendingen dat onderzoek met een heel praktische insteek gecombineerd wordt met fundamentele vragen.
Internationaal, multidisciplinair, een combinatie van theorie en praktijk. Dát is de wetenschap op haar sterkst, dames en heren.
Op basis van zulk onderzoek kunnen beleidsmakers en politici bepalen hoe de positie van het slachtoffer zich verder moet ontwikkelen in de nabije toekomst.
Nu zal het u niet verbazen, dat ik daar zelf ook een paar – al dan niet wetenschappelijke – ideeën over heb. Als het aan mij ligt, komen slachtoffers sterker te staan. Daar werken we al een aantal jaren hard aan, maar er komen nog mooie verbeteringen aan. Ik licht vast een tipje van de sluier op: Met een aanstaande EU-richtlijn worden minimumnormen voor slachtofferzorg ingesteld. Heel belangrijk, om mensen in élk land in Europa die zorg te geven die ze nodig hebben.
Dames en heren, de zaal waarin we ons bevinden, herinnert ons eraan dat in élke periode, in elk tijdsgewricht, mensen benadeeld worden tegen wil en dank. Zij verdienen een samenleving die voor hen op komt en hen beschermd. Dat vraagt om een slachtofferbeleid dat zich blijvend ontwikkeld.
Ik ben ervan overtuigd dat de genomineerden van de Jan van Dijk Award van vandaag én de genomineerden van de toekomst, een belangrijke rol gaan spelen bij de verdere ontwikkeling van de rechten van het slachtoffer.
Dank u wel, ik geef graag het woord aan Jan van Dijk.