Nederland en Wereldbank pakken waterproblemen aan
De Wereldbank wil dat Nederland een prominente rol gaat spelen bij de aanpak van de wereldwijde waterproblematiek. Dit vanwege de grote kennis en kunde van ons land op dat gebied. Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en Wereldbankpresident Jim Kim hebben hierover vanochtend in Washington DC een convenant (MoU) ondertekend.
Minister Ploumen: 'Water is een speerpunt van het Nederlandse beleid. Dit initiatief is een bevestiging dat Nederland de groeiende wereldwijde uitdagingen succesvol kan aanpakken. En een mooie kans om - samen met onze bedrijven en kennisinstituten - onze voortrekkersrol in de wereld uit te bouwen.'
President Kim: 'The Netherlands has a unique relationship with water, and as a result, we have found them to be visionary partners. They have the experience to frame the right challenges, and the expertise to advise on real solutions.'
De Wereldbank heeft in het afgelopen decennium 130 miljoen mensen betere toegang gegeven tot schoon drinkwater en/of schone toiletten. De komende 5 jaar moeten daar nog 200 miljoen mensen bij komen. Daarnaast financiert de bank bijvoorbeeld investeringen in bescherming tegen overstromingen en zuivering van afvalwater. Deze projecten moeten - rekening houdend met het milieu - gericht zijn op economische ontwikkeling die met name de allerarmsten ten goede komt.
Door de prominente positie van Nederland in de recent opgerichte Water Global Practice van de Bank krijgt Nederland invloed op de kredietverlening op watergebied. Op dit moment staat al ongeveer $ 21 miljard aan leningen uit. Het plan is om in de periode 2015-2019 jaarlijks nog eens 4 tot 5 miljard aan nieuwe en betere leningen af te sluiten. Nederland zal zelf $ 50 miljoen bijdragen aan het fonds voor de 'waterbank'.
Ploumen: 'Door deze unieke samenwerking met de Wereldbank wordt meer gehaald uit het beschikbare kapitaal. Dat is allereerst goed voor de bevolking van de betrokken landen. En tegelijkertijd ook voor onze watersector, die zich bij de bank én ter plekke kan manifesteren.'