We moeten de taboesfeer doorbreken
Rienk Janssens (afdelingshoofd directie Maatschappelijke Ondersteuning) overhandigde op1 oktober 2014 de ‘Leidraad veilige zorgrelatie’ aan Martijn Laterveer van het Landelijk Overleg Cliëntenraden Zeggenschap in de zorg. Hij deed dit namens staatssecretaris Van Rijn. Janssens: “Slachtoffers zijn vaak bang om er over te praten. Of durven het niet te melden, omdat ze meestal ook afhankelijk zijn van de plegers. Díe taboesfeer moeten we doorbreken.”
ALLEEN HET UITGESPROKEN WOORD GELDT
Dames en heren, goedemiddag,
Namens VWS heet ik u allen van harte welkom. Wat een indrukwekkend begin van deze bijeenkomst vanmiddag. Confronterend ook. En zo herkenbaar. Dat werd wel duidelijk toen u vanuit de zaal mocht reageren op de verhalen van mevrouw Van der Aa, van Rita en van Jenny.
Het is jammer dat staatssecretaris Van Rijn vanmiddag verhinderd is. Hij had er graag bij willen zijn. Veiligheid in de zorg is heel belangrijk. Ik spreek nu namens hem en zal straks ook namens hem de leidraad ´lanceren´.
Het is geen eenvoudig onderwerp waar we het vandaag over hebben, zoals we net al merkten. Laat ik voorop stellen dat iedereen binnen de langdurige zorg zich met hart en ziel inzet. Professionele krachten, vrijwilligers, maatjes,
de directies en besturen van zorgorganisaties. Kwaliteit staat op de eerste plaats.
Toch zijn er cliënten of patiënten die zich NIET veilig voelen. Zij krijgen te maken met grens- overschrijdend gedrag door medewerkers. Of zelfs met mishandeling.
Slachtoffers zijn vaak bang om er over te praten. Of durven het niet te melden, omdat ze meestal ook afhankelijk zijn van de plegers. Díe taboesfeer moeten we doorbreken. We moeten er samen voor zorgen dat mensen zich veilig voelen en veilig zijn.
Als het gaat om zaken zoals diefstal of fysieke mishandeling, dan moeten die onmiddellijk worden aangepakt. Dat spreekt voor zich. Maar wat als het gaat om de zogenaamde kleinere incidenten?
Bijvoorbeeld:
- Tekeer gaan tegen een cliënt met dementie, die tegenstribbelt bij het wassen.
- Roepen dat iemand geen ontbijt krijgt, als hij of zij zich niet rustig houdt.
- Een cliënt in een rolstoel expres zó neerzetten, dat hij of zij nét niet naar de televisie kan kijken.
Je kunt je het bijna niet voorstellen, maar het gebeurt. Soms incidenteel, soms sluipt er een patroon in. Dan spreken we over ontspoorde zorg.
Het gaat meestal niet om kwade opzet. Integendeel. Degene die iemand onjuist handelt, voelt zich daar vaak zelf ook niet prettig bij. Die doet dit uit onmacht, of uit frustratie. Die zou de moed moeten hebben, om hierover met zijn leidinggevende te praten. Of met collega’s. Maar dat is vaak een grote stap. Een te moeilijke stap. Ook hier heb je te maken met taboes en een gebrek aan veiligheid.
Om dit soort moeilijke onderwerpen tussen collega’s aan te pakken, is dus de leidraad ‘Veilige zorgrelatie’ ontwikkeld en die staat vanmiddag centraal.
De leidraad geeft heel specifiek handvatten hóe om te gaan met geweld in de zorgrelatie. En dan praten we over professionals en vrijwilligers die op onjuiste wijze met hun cliënten om gaan.
Dit helpt organisaties op weg om deze moeilijke onderwerpen aan te pakken: door te werken aan bewustwording, preventie en een stappenplan voor interventie. Beleidsmakers krijgen hierdoor veel praktische handvatten om aan de slag te gaan. Ook individuele medewerkers, vrijwilligers, maatjes én cliënten en cliëntenraden kunnen er veel aan hebben.
De leidraad is ontwikkeld in het kader van het Actieplan ‘Ouderen in veilige handen’. Kort daarop is besloten om dit voor de héle langdurige zorg van toepassing te laten zijn. Of het nu om de gehandicaptenzorg, ouderenzorg of de geestelijke gezondheidszorg gaat: er is sprake van een afhankelijkheidsrelatie tussen cliënt en medewerker. Veiligheid is dus overal belangrijk.
De leidraad kan ook goed gebruikt worden door gemeenten in het kader van de maatschappelijke ondersteuning.
Een woord van dank is hier op de plaats voor de mensen uit de klankbordgroep die actief hebben meegedacht over de inhoud. Een hele lijst, maar ik wil ze allemaal toch noemen:
- de brancheverenigingen ActiZ, BTN, GGZ Nederland en VGN;
- cliëntvertegenwoordigers LOC Zeggenschap in zorg en Ieder(in);
- vertegenwoordiger van mantelzorgers en vrijwilligers Mezzo
- de beroepsverenigingen van psychiaters van specialisten ouderengeneeskunde en van verpleegkundigen en verzorgenden
- en tot slot de mensen van de IGZ en de VNG die waren betrokken.
En natuurlijk wil ik de makers van de leidraad complimenteren: Antoinette Bolscher en Marie-Josée Smits. Jullie hebben dit inhoudelijk uitstekend uitgewerkt.
Enkele organisaties uit de ouderenzorg hebben de leidraad al getest. Ook is deze besproken met experts uit de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg. Zij waren positief, heb ik begrepen.
Nu is het aan u om ermee aan de slag te gaan. Daar hebt u elkaar bij nodig: bestuurders, managers, stafmedewerkers, aandachtsfunctionarissen, zorgmedewerkers, vrijwilligers/maatjes, vertegenwoordigers van cliënten / cliëntenraadsleden en opleiders. Het feit dat u hier bent, betekent dat u – net als ik - het onderwerp belangrijk vindt. Ik wil u dan ook veel succes wensen!
Het is mij een groot genoegen om het eerste exemplaar van de leidraad te overhandigen aan Martijn Laterveer van het Landelijk Overleg Cliëntenraden Zeggenschap in de zorg. En via hem aan alle leden van de klankbordgroep en de organisaties die al met de leidraad hebben gewerkt. En natuurlijk aan u allemaal!
Ik wens u een inspirerende bijeenkomst.