Toespraak van minister Schippers bij het Symposium 'Medisch Specialist 2015'
Toespraak van minister Schippers (VWS) op 1 oktober 2014 bij het Symposium 'Medisch Specialist 2015' in de Rode Hoed in Amsterdam.
Beste mensen,
Ik wil het vandaag over twee dingen hebben. Eén: het hart van de zorg, en twee: integrale bekostiging.
Het hart van de zorg wordt gevormd door de relatie tussen arts en patiënt. En ondanks alle emancipatie, alle informatie die beschikbaar is, zit er in die relatie een zekere afhankelijkheid. Iemand heeft een klacht, een symptoom of een ziekte en de dokter beoordeelt met kennis en kunde wat daaraan te doen. Hoe te behandelen. De dokter schetst de opties en in overleg met de patiënt wordt een behandeling ingezet.
Een vraag die leeft is: mogen financiële overwegingen daarin een rol spelen?
Nee, zegt een deel van de artsen. Ik heb daar niks mee te maken. Wat medisch het beste is, is wat moet gebeuren.
Nou, zeggen gelukkig steeds meer artsen, het beste kan ook zijn om niks te doen. En dan doe ik ook niks. En het beste is ook relatief. Een specialité is niet per se beter dan een generiek geneesmiddel. Een extra scan of foto doe ik omdat ik extra informatie nodig heb. Niet ter geruststelling. En wat is eigenlijk de toegevoegde waarde van mijn behandeling? Is een extra maand 80.000 euro waard? Is dat het beste voor mijn patiënt? Wat is de kwaliteit van leven in die extra maand? En: zit er een grens aan de prijs in relatie tot wat het oplevert? Ja, zullen velen zeggen. Maar waar ligt die grens en wie bepaalt dat?
Juist de arts is feitelijk de poortwachter tot de zorg. Je kunt erover discussiëren en zeggen: de politiek bepaalt wat in het pakket zit. Wat we met z’n allen betalen en wat niet.
Maar als de politiek dan besluit dat bijvoorbeeld 'aanpassingsstoornissen' niet meer in het pakket zit, dan is de consequentie dat de arts dan niet 'depressie' aanklikt, wat nog wél in het pakket zit. Om die aanpassingsstoornis toch te kunnen behandelen op kosten van dat pakket. Dat noemen we dan fraude.
Het ministerie van Financiën komt altijd met lijstjes. De zorg groeide altijd harder dan was afgesproken. In elk geval harder dan de economie.
Ook bij de formatie van dit kabinet werd afgesproken dat voor 1,5 miljard uit het pakket zou moeten. Dat wordt dan volgens lijstjes ingevuld. En u moet daar geen romantische voorstelling bij hebben. Dat is een puur technische exercitie. Incontinentiemateriaal – zoveel miljoen, eerste polibezoek – zoveel miljoen, er zijn eindeloze opties om onder de streep uit te komen waar je wilt zijn. En dat ritueel herhaalt zich een aantal keer.
Daar zijn we nu gelukkig even vanaf.
De zorg bleef voor het eerst onder de raming. Komend jaar blijven de uitgaven ongeveer gelijk aan afgelopen jaar. Dat geeft ons een andere positie. Daarvan moeten we gebruik maken.
Wij krijgen even adem om vanuit de inhoud onderscheid te maken. Wat doen we nou wel op rekening van ons allemaal? En wat niet? Is het slimmer om te kijken bij welke patiënten iets medisch noodzakelijk is? Voor die patiënt houden we het in het pakket. En waar dezelfde zorg voor een ander niet noodzakelijk is, doen we dat niet.
Daar zit u aan de knoppen. Daar bent u bepalend in.
U gaat dus uitmaken of dit beleid werkt, of dat van de lijstjes. Als het niet werkt, komen ze keihard terug.
Ik vraag uw hulp. Maak het een succes. Zo voorkomen we de botte bijl.
Dan integrale bekostiging. Het idee achter die integrale tarieven is dat de zorg er beter van zou moeten worden.
Ten eerste omdat de zorgorganisatie als één geheel moet opereren. Populair gezegd: alle neuzen dezelfde kant op. Gelijke gerichtheid. Gelijke belangen.
En u houdt niet van vergelijkingen van de zorg met andere sectoren. Toch heb ik nooit kunnen verklaren waarom je in een restaurant niet apart betaalt voor de kok en in het ziekenhuis wel apart voor de dokter.
Je betaalt voor een dienst van het ziekenhuis waaraan de arts, de verpleegkundige, de assistenten enzovoorts bijdraagt, voor je bed, je eten, de hygiëne, de apparatuur. Kortom voor je hele ziekenhuisopname of je hele behandeling.
Iedereen in het ziekenhuis heeft dan baat bij het goed functioneren van het ziekenhuis.
Het doel is dat iedereen, schouder aan schouder, werkt aan hetzelfde doel: het goed helpen van de patiënt.
(vragen aan de zaal)
- Wie van u heeft te maken met de keuze voor een besturingsmodel?
- Voor welk model heeft u gekozen?
- Hoe draagt dat bij aan de kwaliteit van zorg?
- Wie in de organisatie is verantwoordelijk voor kwaliteit?
- Was de keuze voor het model onderdeel van een strategie voor de toekomst?
Ik hoor het hardnekkige gerucht dat zo’n tien ziekenhuizen denken dat het zo’n vaart niet zal lopen. Dat het met een eenvoudig verhangen van de bordjes geregeld kan worden.
Voor deze ziekenhuizen en medisch specialisten geldt deze laatste wake-up call:
Het is nu 1 oktober. U kunt nog twee weken een zienswijze vooraf op uw plannen krijgen van de Belastingdienst.
De Belastingdienst stelt zich uitermate dienstbaar op, met landelijke richtlijnen, deze zienswijze vooraf en centrale aansturing van de inspecteurs.Maar toepassing van de afspraken zal onverbiddelijk zijn.
We bellen de komende dagen alle ziekenhuizen voor – letterlijk – een laatste oproep. Een wake-up call. Het is nu tijd om te handelen.