Opstelten: meer internationale aanpak kindermisbruik
De strijd tegen seksueel misbruik van kinderen op internet is een internationale strijd. Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie bezoekt daarom deze week de Verenigde Staten voor de Tweede Internationale Conferentie tegen Seksueel Misbruik van Kinderen Online in Washington. Steeds meer landen bundelen wereldwijd hun krachten tegen kindermisbruik. Minister Opstelten opent 5 november ook in Nederland de tweejaarlijkse conferentie van de Virtual Global TaskForce (VGT), die in het teken staat van de aanpak van kindersekstoerisme en live streaming, ofwel misbruik via de webcam. De Nationale Politie heeft zich nu aangesloten bij dit internationaal platform van landen, opsporingsdiensten en andere partijen, zoals ngo’s, in de strijd tegen kindermisbruik.
Minister Opstelten heeft in de veiligheidsagenda 2015-2018 aangekondigd dat de opsporing en vervolging van kinderporno en kindersekstoerisme meer aandacht krijgt. Het maatschappelijke effect van kinderpornozaken is groot. Mede als gevolg van de digitalisering van de samenleving neemt de omvang van het probleem toe. De digitale component maakt dat we letterlijk met een grenzeloos probleem te maken hebben. Het misbruik dat ten grondslag ligt aan kinderpornografische beelden vindt steeds meer op afstand plaats via internetverbindingen en webcams. Opstelten is dan ook verheugd dat steeds meer landen de handen ineen slaan in de strijd tegen seksueel misbruik van kinderen.
Tijdens de internationale conferentie in Washington deze week haken weer landen aan bij de Alliantie tegen kindermisbruik, die twee jaar geleden in Brussel op initiatief van de Europese Unie en Verenigde Staten is opgericht. Nederland heeft zich toen al aangesloten. In totaal werken nu ruim vijftig landen wereldwijd samen om meer slachtoffers van kinderporno op internet te identificeren, te helpen en te beschermen. Daders moeten volgens deze landen meer worden opgespoord en vervolgd. Ook het publiek moet meer bewust worden van seksueel misbruik van kinderen op internet en de beschikbaarheid van beeldmateriaal van kinderporno moet worden teruggedrongen.
Door aansluiting bij de VGT wil ook de Nationale Politie de strijd tegen seksueel misbruik van kinderen naar een hoger niveau te tillen. Minister Opstelten is tevreden dat de politie steeds meer verdachten voor kinderporno weet aan te leveren bij het Openbaar Ministerie: met 568 verdachten in 2013 bijna een vijfde meer ten opzichte van 2010. Het doel is nu dat het aantal interventies bij de politie stijgt naar 700 in 2018. De focus komt meer op zwaardere zaken te liggen. Dat betekent meer de echte misbruikers en producenten van kinderporno aanpakken naast de downloaders. Daarbij gaat het ook om de aanpak van kindersekstoerisme, waarbij personen zich in het buitenland schuldig maken aan kindermisbruik.
Wetgeving wordt door minister Opstelten nog verder aangescherpt. Zo is er behoefte aan uitbreiding strafbaarstelling misbruik zonder fysiek contact: het zogenoemde grooming. Ook wordt de samenwerking versterkt met extra politie liaisons, bedrijfsleven (bijvoorbeeld de reisbranche) en ngo’s in kwetsbare regio’s in de wereld voor kindermisbruik, zoals Zuid-Oost-Azië en Zuid-Amerika. Zo zijn samenwerkingsprojecten opgezet tussen politie en ngo’s met als pilotlanden de Filipijnen en Thailand. Ook wordt met ngo’s samengewerkt aan meer bekendheid over de mogelijkheden voor screening van Nederlandse vrijwilligers en medewerkers van kinderhulporganisaties in landen buiten de EU.