Nederland verwelkomt voortgang strijd tegen internationale belastingontwijking
Staatssecretaris Wiebes van Financiën verwelkomt de tussenrapportage van de OESO over fiscale transparantie en mogelijke maatregelen tegen belastingontwijking door multinationals. Uit de tussenrapportage blijkt dat de OESO- en G20-lidstaten grote voortgang hebben geboekt in het Base Erosion & Profit Shifting-project. Nederland ondersteunt dit project en loopt mee voorop in de internationale samenwerking tegen belastingontwijking.
Internationale samenwerking werpt vruchten af
De internationale samenwerking tegen belastingontwijking werpt zijn eerste vruchten af. Fiscale informatie-uitwisseling wordt verbeterd en stappen zijn gezet in de vorm van maatregelen tegen belastingontwijking. Dit zijn de belangrijkste boodschappen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) aan de vergadering van ministers van Financiën van de G20 in Australië. Nederland verwelkomt de voortgang in de strijd tegen internationale belastingontwijking.
De OESO presenteerde een tussenrapportage in het kader van het tweejarige Base Erosion and Profit Shifting-project. Nederland onderstreept het belang van deze eerste uitkomsten in het BEPS-project. In dit project werken de OESO en de G20 aan 15 actiepunten tegen de mogelijkheden voor internationaal opererende ondernemingen om hun belastingdruk te verlagen op een wijze die ingaat tegen de bedoeling van de regelgeving. Vandaag lichtte Staatssecretaris van Financiën Wiebes de leden van de Eerste en Tweede Kamer per brief in over de laatste ontwikkelingen.
Internationale samenwerking is de sleutel
Wiebes benadrukt dat internationale belastingontduiking en -ontwijking alleen met internationale samenwerking kan worden opgelost. “Internationaal opererende bedrijven en andere investeerders maken vooral gebruik van verschillen tussen nationale belastingregels.” Eenzijdige maatregelen heffen verschillen niet effectief op, maar vergroten ze juist. “Nederland zet daarom actief in op internationale samenwerking om dit probleem om te lossen,” licht Wiebes toe. Nederland kiest hiervoor drie invalshoeken.
Voortzetting BEPS-project
Het eerste front is de internationale samenwerking in het BEPS-project. Staatssecretaris Wiebes benadrukt dat de participerende landen het komende jaar hard moeten doorwerken. “De internationale besprekingen zijn goed op stoom gekomen, maar er moet nog veel uitgewerkt worden. Nederland waakt in het bijzonder voor fragmentatie van maatregelen. Maatregelen moeten uiteindelijk uitvoerbaar en onderling afgestemd zijn.” Dit betekent ook dat landen eerst afspraken moeten maken over een gecoördineerde implementatie. “Als iedereen op z’n eigen houtje aan de slag gaat is het einde zoek. Nederland neemt dan ook geen eenzijdige maatregelen.”
Naar verwachting is het BEPS-project in najaar 2015 afgerond en dan pas kunnen alle OESO-aanbevelingen in samenhang worden bezien.
Voorhoede verbetering fiscale gegevensuitwisseling
In de tweede plaats doet Nederland mee in de kopgroep van landen die fiscale transparantie en gegevensuitwisseling willen verbeteren. Zo helpen landen elkaar om hun grondslag te beschermen. Nederland heeft met de OESO, de EU en de G20-landen actief bijgedragen aan de ontwikkeling van een nieuwe mondiale standaard voor automatische gegevensuitwisseling van financiële gegevens, de zogenoemde Common Reporting Standard. Nederland gaat met meer dan vijfenveertig andere landen in de kopgroep van Early Adopters de nieuwe mondiale standaard als eerste toepassen. Nederland ondertekent daartoe een overeenkomst op het Global Forum on Transparency & Exchange of Information op 29 oktober aanstaande.
Het internationale streven is om met zo veel mogelijk landen samen te werken, zodat er op korte termijn een echt mondiaal systeem ontstaat waarbij er geen ruimte meer is voor zwart sparen en het stallen van buitenlands vermogen buiten het zicht van belastingdiensten.
Vernieuwing Nederlands verdragennetwerk
Tot slot is Nederland actief met de vernieuwing van de fiscale verdragsrelaties. “Momenteel herzien we met onze verdragspartners meer dan een kwart van ons verdragennetwerk. Hierbij wordt de gelegenheid aangegrepen om verdragsmisbruik tegen te gaan.” Het werk van de OESO op het gebied van treaty shopping is daarbij een belangrijke inspiratiebron. Gefaseerd houdt het Ministerie van Financiën verdragen tegen het licht en neemt maatregelen om misbruik te voorkomen. Dit was al neergelegd in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011.
Nederland is vorig jaar begonnen met de herziening van de verdragsrelaties met drieëntwintig ontwikkelingslanden. Intussen wordt ook met andere landen gesproken binnen het reguliere (her)onderhandelingsprogramma.
“Nederland heeft één van de beste fiscale verdragennetwerken ter wereld. Met deze inspanningen wordt het verdragennetwerk toekomstbestendig. Zo blijft het verdragennetwerk de steunpilaar van het fiscale vestigingsklimaat en burgers en bedrijven plukken hier de vruchten van”.