IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu besteedt in 2015 9,2 miljard euro aan een gezond, duurzaam en beter bereikbaar Nederland. Hiermee draagt het ministerie bij aan het economisch herstel dat zich voorzichtig aftekent. Via het infrastructuurfonds wordt onder meer 2,3 miljard euro uitgegeven aan wegen, 2,4 miljard euro aan spoorwegen en 0,9 miljard aan vaarwegen. Uit het Deltafonds wordt circa 1,4 miljard euro besteed aan onder meer maatregelen om ons land te beschermen tegen hoogwater.
Voor het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) staat een sterk land centraal. Waar mensen wonen en reizen in een veilige, gezonde leefomgeving en profiteren van een stevige internationale concurrentiepositie.
Minister Schultz van Haegen: ‘Voor onze economie is het van wezenlijk belang dat mensen en goederen zo snel mogelijk op hun plek van bestemming komen. Daarom investeren we ook in 2015 fors in onze infrastructuur en halen wij belemmeringen in de regels weg om ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken.'
Staatssecretaris Mansveld: ‘Een sterke economie is een groene economie. Samen met burgers en bedrijven zet ik me in voor schonere steden in een duurzaam Nederland, waar mensen snel en comfortabel reizen van deur tot deur. Daarom wordt de kwaliteit op de belangrijkste vervoersverbindingen eerst verbeterd voordat er meer gaat rijden.'
Water
Het waterbeleid staat in 2015 in het teken van de Deltabeslissingen over waterveiligheid en voldoende zoetwater. Er komt een nieuwe aanpak voor een betere bescherming tegen overstromingen waarbij iedereen in Nederland tenminste dezelfde veiligheid krijgt, grote groepen slachtoffers en economische schade zoveel mogelijk worden voorkomen en vitale infrastructuur, zoals de energievoorziening en ziekenhuizen, beter wordt beschermd.
Bereikbaarheid
Wegen
De bereikbaarheid in ons land is de afgelopen jaren zichtbaar verbeterd. De filezwaarte daalde in 2013 met acht procent. Voor de komende jaren voorziet het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid een groei van de files met 2,5 procent per jaar als gevolg van het herstel van de economie. Om die groei op te vangen, blijft het ministerie fors investeren in het wegennet. In 2015 wordt in totaal 278 kilometer wegen aangelegd. Er worden nieuwe stappen gezet in enkele grote wegenprojecten, waaronder de Blankenburgtunnel, de Ring Utrecht en de A13-A16. De A4 Delft-Schiedam gaat open voor het verkeer en de wegverbreding A15 Maasvlakte-Vaanplein wordt opgeleverd.
De opgaven op het gebied van bereikbaarheid vragen om meer dan alleen nieuwe infrastructuur. De ruimte in het stedelijke gebied is beperkt, de bestaande infrastructuur moet beter worden benut. Nieuwe technologieën bieden daarvoor volop kansen. Met auto’s die met elkaar en met de wegkant communiceren en zelfrijdende auto’s kunnen de beschikbare wegen efficiënter worden gebruikt en tegelijkertijd de verkeersveiligheid vergroten. In 2015 worden proeven opgezet met deze kansrijke innovaties.
Openbaar vervoer
‘Eerst beter, dan meer’ is voor komend jaar het uitgangspunt in het openbaar vervoer en op het spoor. Doel is een forse kwaliteitsverbetering, onder meer door een betere verbinding van deur tot deur, meer comfort op deze verbinding en betere reizigersinformatie. De dit jaar gepresenteerde Lange Termijn Spooragenda is hierbij leidend. In 2015 treden de nieuwe concessies in werking voor het beheer en onderhoud op het spoor en het vervoer op het hoofdrailnet. Ook hier gaat de lat omhoog voor kwaliteit en stiptheid.
Luchtvaart
Op het gebied van luchtvaart wordt de internationaal sterke positie van Schiphol gehandhaafd. Om de groei van deze luchthaven evenwichtig te laten verlopen is ook de ontwikkeling van regionale luchthavens van cruciaal belang. Daarom wordt in 2015 begonnen met de uitbreiding van luchthaven Lelystad.
Werkgelegenheid
De investeringen in grond-, weg- en waterbouw zijn goed voor de werkgelegenheid. Uit berekeningen van het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf blijkt dat een investering van 100 miljoen euro in de sector 700 tot 800 banen voor de periode van een jaar oplevert. Ook de mainports Schiphol en Rotterdam zijn belangrijk voor de werkgelegenheid.
Klimaat en milieu
De belangrijkste inzet van het klimaatbeleid blijft het beperken van de gevolgen van klimaatverandering. Nederland streeft naar een volledig duurzame energievoorziening in 2050. In 2015 ligt de nadruk op de uitvoering van de Klimaatagenda en het SER-energieakkoord. Daarin is vastgelegd dat Nederland in 2023 16 procent van zijn energie uit duurzame bronnen haalt. Internationaal is de inzet om tijdens de VN-klimaattop in Parijs in december 2015 een nieuw mondiaal klimaatakkoord te sluiten tussen alle landen.
Op het gebied van milieu volgen nieuwe ontwikkelingen elkaar snel op. Om Nederland schoon, veilig en gezond te houden is het daarom van cruciaal belang dat het milieubeleid zo actueel mogelijk is. Bij de uitwerking van Modernisering Milieubeleid wordt er nadrukkelijk voor gekozen om iedereen te betrekken: overheden, bedrijven en burgers. Het milieu is immers van iedereen en niet alleen van een Rijksoverheid die eenzijdig regels oplegt. Samen maken we Nederland duurzamer, gezonder en veiliger. Voorbeelden van deze samenwerking zijn het platform Duurzaamdoen.nl en de Safety Deals tussen overheden en chemische bedrijven die de veiligheid in deze sector moeten bevorderen. Het kabinet zet zich in om vervuiling bij de bron aan te pakken, bijvoorbeeld door het bezit en gebruik van schone auto’s te stimuleren.
IenM en stad
Onze steden blijven groeien en de stedelijke regio’s zijn en worden steeds meer de economische motor van Nederland. De verwachting is dat 75 procent van de ruimtelijke groei zich hier voor zal doen. Ontwikkelingen en innovaties komen in steden sneller en gemakkelijker tot stand doordat mensen daar dichter bij elkaar wonen en werken dan daarbuiten. Daar staat tegenover dat de gezondheid, veiligheid en duurzaamheid in steden sterker onder druk komen te staan.
Het kabinet zet zich in voor de ontwikkeling van stedelijke regio’s als aantrekkelijke vestigingsplaats voor burgers en bedrijven. In het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) wordt via het programma Beter Benutten ingezet op slimme oplossingen voor bereikbaarheidsknelpunten en reistijdverkorting.
De stad is ook de plek waar ideeën op kleine én grote schaal kunnen worden uitgeprobeerd en toegepast en waar kleine oplossingen grote effecten kunnen hebben. Dit maakt de stad in potentie tot een “slimme” samenleving. Die kracht wil het ministerie benutten door samen met partners op stedelijk niveau te werken aan een slimme, gezonde en leefbare vormgeving van die regio. Daarbij werkt IenM, samen met de ministeries van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken, aan de Agenda Stad, met als doel de Nederlandse steden op de gebieden van concurrentiekracht en leefbaarheid in de wereldtop te houden . Er liggen goede kansen voor Nederland om ideeën en concrete acties, bijvoorbeeld op de gebieden stedenbouw, watermanagement en energiebesparing, ook in het buitenland te vermarkten.
Omgevingswet
De Omgevingswet is onlangs naar de Tweede Kamer gestuurd. Vierentwintig wetten uit het omgevingsrecht gaan hierin geheel of gedeeltelijk op. De wet moet leiden tot minder en eenvoudiger regels. Ze bundelt alle wetten en regels op het gebied van de leefomgeving en maakt complexe en verbrokkelde regelgeving eenvoudiger. Daarnaast geeft de wet geeft ook ruimte aan regionale verschillen, voor innovatie en voor eigen initiatief. Vooruitlopend op het in werking treden van de Omgevingswet wordt al geëxperimenteerd met de nieuwe werkwijze.