Toespraak van minister Schultz van Haegen bij de opening van Open Monumentendag
Toespraak van minister Schultz van Haegen (IenM) bij de opening van Open Monumentendag op11 september 2014 in Lelystad.
Dames en heren,
wat is het leuk om hier vandaag te zijn.
Open Monumentendag opent deuren die anders gesloten blijven en bevredigt elk jaar weer je nieuwsgierigheid.
Als minister van Infrastructuur en Milieu voel ik me een beetje verwend met het thema ‘Op Reis’. Ik zie namelijk mijn hele portefeuille erin terug. Bereikbaarheid, Water en Ruimte gaan altijd over hele tastbare dingen. Over wegen, over dijken, over stedenbouw.
Infrastructuur maakt altijd iets mogelijk. En in de context van Open Monumentendag is het mijn taak om reizen voor iedereen mogelijk te maken. Over de weg of het spoor. Over water of door de lucht.
Sommige plannen en bouwwerken groeien dan uit tot monumenten en iconen. En dat is heel belangrijk. Dat is de tweede reden waarom het thema 'Op reis' zo goed gekozen is.
Want Open Monumentendag laat precies het belang van ons erfgoed zien. Die iconen en monumenten hebben ons ontzettend veel te vertellen: ons erfgoed vertelt verhalen over onze reis door de geschiedenis.
Open Monumentendag is dus een buitenkans om weer eens in oude verhalen te duiken. Die verhalen houden ons – en mij als minister dus ook – een spiegel voor. Over de dromen en ideeën die we vroeger hadden over de toekomst van ons land:
- hoe het ingericht moest worden;
- hoe we het zouden beschermen tegen het water;
- en hoe we van A naar B wilden reizen.
Maar ook over de vooruitgang die we hebben geboekt. En over de fouten die we soms hebben gemaakt. Die verhalen zijn kostbaar en daarom moet je ze goed bewaren.
Ik ben er dus ook trots op dat ik als minister verantwoordelijk ben voor het behoud van meer dan 150 monumenten. Bruggen en sluizen, vuurtorens en gemalen, allemaal in beheer bij Rijkswaterstaat. Vijftien daarvan zijn dit weekend geopend.
Laat ik drie mooie voorbeelden noemen:
Als eerste Het Paard van Marken: een stijlvolle witte vuurtoren uit 1839. Vroeger een baken voor reizigers op de woelige Zuiderzee. En nu een prachtig uitkijkpunt over het IJsselmeer.
Ten tweede de Haringvlietdam, bij Stellendam. Het is nog een heel jong monument: uit 1971. Maar leeftijd is hier niet belangrijk: het gaat vooral om de symbolische waarde.
De Haringvlietdam staat symbool voor de hele Deltawerken. Het is een modern icoon voor onze eeuwenlange relatie met het water. Zoals het Paard van Marken vroeger een baken van veiligheid op zee was, zo zijn de Deltawerken dat nu voor de veiligheid in onze delta.
Ten derde noem ik het ijzeren spoorbruggetje over de sluis bij Halfweg. Het is het enige overblijfsel van onze allereerste spoorlijn – die tussen Amsterdam en Haarlem, uit 1839.
De komst van de trein betekende een revolutie in ons reizen. De trein bracht ons sneller bij elkaar dan we ooit gewend waren, of voor mogelijk hielden. Er gingen hele werelden voor ons open. Bovendien is de komst van de trein in ons land dit jaar precies 175 jaar geleden. En dat is nog een mooie link met het thema van dit jaar.
Dames en heren,
Reizen heeft altijd tot de verbeelding gesproken. Open Monumentendag maakt die verbeelding heel mooi zichtbaar.
Het maakt ook zichtbaar hoe belangrijk verhalen over vroeger voor ons zijn:ze geven ons houvast als we plannen maken voor de toekomst. Daarom moeten we altijd goed voor ons erfgoed blijven zorgen.
En daarom is het net zo belangrijk dat we blijven nadenken over nieuwe iconen. Iconen die iets zeggen over vandaag én over onze ideeën over de toekomst.
Dat wil ik u, maar ook alle bestuurders, bouwers en plannenmakers vandaag graag meegeven: Laten we oude monumenten de plek blijven geven die ze verdienen. Maar vooral ook bouwen aan de iconen van nu. En de monumenten van morgen en overmorgen.
Dank u wel.