Commissie Elektronisch stemmen krijgt aanvullende vragen

Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) gaat de commissie Elektronisch stemmen in het stemlokaal (commissie Van Beek) aanvullende vragen stellen over het beveiligingsniveau, het invoeringstijdpad en de kosten van de stemprinter en stemmenteller die zij heeft geadviseerd in te voeren. Dat heeft de minister vandaag aan de Tweede Kamer gemeld.

De minister wil weten wat de gevolgen zijn van het door de commissie voorgestelde beveiligingsniveau van de stemprinter en de stemmenteller. Het gaat bijvoorbeeld om de complexiteit en risico’s van het ontwikkelingstraject van de systemen, het geschetste invoeringstijdpad en de kosten. Ook wil hij weten of in de kostenberekeningen die de commissie in haar rapport heeft gehanteerd de door haar gestelde veiligheidseisen volledig zijn verwerkt. Tot slot vraagt hij of één stemprinter per stemlokaal – waar de commissie van uitgaat - daadwerkelijk zal volstaan.

Onderzoek

De commissie Van Beek heeft in december 2013 het rapport ‘Elke stem telt’ aangeboden. Het kabinet heeft hier in maart 2014 op gereageerd door aan te kondigen de voorstellen van de commissie op de haalbaarheid te zullen onderzoeken. Dit onderzoek loopt nog. Het antwoord op bovengenoemde vragen is van belang om tot een oordeel te kunnen komen over de haalbaarheid.

Er zal op korte termijn overleg plaatsvinden met de leden van de commissie Van Beek over de nadere vragen. Daarbij zal ook worden besproken hoeveel tijd zij nodig denkt te hebben om de vragen te beantwoorden.