F-16’s bewaken 4 maanden Baltisch luchtruim
Nederland bewaakt vanaf vrijdag 5 september tot en met december van dit jaar met 5 F-16’s het luchtruim van Estland, Letland en Litouwen. De toestellen waarvan 1 logistieke reserve is, opereren vanaf de vliegbasis Malbork in het noordoosten van Polen.
De 3 Baltische staten hebben zelf geen jachtvliegtuigen. Andere NAVO-lidstaten nemen daarom de bewaking van het luchtruim voor hun rekening. Voor deze zogeheten Baltic Air Policing (BAP) taak leveren de bondgenoten om beurten jachtvliegtuigen. In 2005 bewaakte Nederland al eens 3 maanden lang het Baltische luchtruim. Toen gebeurde dat met 4 F-16’s en zo’n 100 militairen vanaf de vliegbasis Siauliai in Litouwen.
Steun
De Nederlandse steun bestaat uit 5 F-16-jachtvliegtuigen. Net als tijdens een eerdere missie dit jaar zorgt de luchtmacht voor KDC-10-transportvliegtuigen voor het bijtanken in de lucht van AWACS-radarvliegtuigen van de NAVO. Een mijnenjager van de marine patrouilleert en inspecteert op de Baltische Zee.
Snelle reactie
Behalve voor patrouilleren worden de F-16’s ook ingezet als Quick Reaction Alert (QRA). Dit houdt in dat de toestellen dag en nacht binnen enkele minuten kunnen opstijgen, om de oostelijke Europese grens te beschermen. De F-16’s oefenen ook met de Poolse luchtmacht en AWACS-radarvliegtuigen.
Oekraïne
Door de crisis in Oekraïne zet de NAVO meer militaire middelen in Oost-Europa in. Met de missie Baltic Air Policing treden de 28 bondgenoten gezamenlijk op als teken van saamhorigheid. De tijdelijke versterking is bedoeld om oostelijke NAVO-bondgenoten gerust te stellen. Die voelen zich bedreigd door Rusland.