Nederland leert van Deense ervaringen met hervorming jeugdzorg
Staatssecretaris Martin van Rijn, minister Ronald Plasterk, staatssecretaris Fred Teeven, Kinderombudsman Marc Dullaert en VNG directieraad voorzitter Jantine Kriens hebben op 1 en 2 september 2014 Denemarken bezocht om in de praktijk te zien wat Nederland kan leren van de Deense hervorming van het jeugdzorgstelsel.
Meedraaien op school
Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS): "Hier kun je in de praktijk zien dat kinderen bij gemeenten goed in beeld zijn. En dat gemeenten dichtbij en goed gecoördineerd hulp, zorg en ondersteuning bieden aan kinderen en gezinnen die het nodig hebben. De Deense lessen na 7 jaar zijn meer aandacht voor kwaliteit en resultaten, centraal toezicht op kwaliteit en goede afspraken over gespecialiseerde zorg voor bijzonder groepen. Dat hebben we in Nederland gelukkig al goed op ons netvlies. Indrukwekkend is de grote inzet van de Deense jeugdzorg om kinderen steeds zo goed mogelijk mee te laten draaien op school. Met die ervaring moeten we echt ons voordeel doen."
Betere publieke sector
Minister Ronald Plasterk (BZK): "De beweging om belangrijke taken bij de gemeenten te leggen is duidelijk een goede. Het heeft in Denemarken geleid tot een betere publieke sector, beter in staat bij te dragen aan het welzijn van de inwoners. Opvallend dat de Denen nu achteraf zaken regelen die wij vooraf doen, zoals een stelsel om goed te monitoren wat er in de gemeenten gebeurt. Zo'n grote decentralisatie is, dat merk je hier, een proces dat jaren begeleiding vergt."
Privacy veel minder issue
Staatssecretaris Fred Teeven (VenJ): "Het valt op dat privacy hier veel minder een issue is. En dat betekent nogal wat voor het uitwisselen van informatie tussen instellingen die belast zijn met uitvoering van jeugdzorg. Ook bijzonder om te horen dat veel uithuisplaatsingen hier op vrijwillige basis plaatsvinden. En dat net als in Nederland bij de vliegwielprojecten, het aantal uithuisplaatsingen afneemt."