Ploumen: nu anticiperen op wereldeconomie van de toekomst
Om in 2030 sterk te staan, moeten we nu anticiperen op voorzienbare ontwikkelingen in de wereldeconomie. Dat stelde minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) donderdag bij het in ontvangst nemen van een onderzoek van Ecorys getiteld 'The Netherlands in 2030; How changes in the international context will affect the Dutch economy'.
Ecorys verwacht dat de Nederlandse economie blijft groeien met gemiddeld 1,6% tot 2030. De groeiperspectieven verschillen echter sterk per sector. De verwachtingen zijn met name goed voor de dienstensector, landbouw en transport over water. De sterkste achteruitgang wordt voorspeld voor de chemische industrie, metaal en de productie van machines.
Ploumen: 'Deze studie geeft scherper inzicht in de sectoren die het verschil gaan maken in ons toekomstig internationaal verdienvermogen. Belangrijk is dat we nader kijken waar Nederlandse bedrijven uit deze sectoren echt waarde toevoegen in internationale productieketens. Dat geeft meer inzicht in ons economische DNA dan platte exportcijfers.' Uit onderzoek van De Nederlandse Bank (DNB) bleek vorige week dat de dienstensector in Nederland bijna de helft van de toegevoegde waarde in de export levert. Voor de industrie is dat slechts 1/3.
Ecorys laat ook zien dat het belang van de EU als afzetmarkt voor het Nederlandse bedrijfsleven flink afneemt van 70% nu tot 56% in 2030. Opkomende markten worden steeds belangrijker. 'Met die constatering kan het Nederlandse bedrijfsleven aan de slag. De overheid helpt daarbij, bijvoorbeeld door extra handelsmissies te organiseren en de persoonlijke banden met opkomende economieën aan te halen', aldus Ploumen.
Het basisscenario van het onderzoek van Ecorys is gebaseerd op een studie van de OESO uit 2012 over de wereldwijde economische ontwikkelingen tot 2060. Daarnaast onderzocht Ecorys 7 alternatieve scenario's, waaronder een lagere groei in opkomende economieën en een verdere regionalisering van de handel. Die scenario's blijken geen grote gevolgen te hebben voor de voorspelde economische groei en import- en exportvolumes. Op het niveau van subsectoren doen zich wel verschillen voor in vergelijking met het basisscenario.