Nieuw EU-fonds voor wederopbouw Centraal Afrikaanse Republiek
Met een nieuw fonds gaat de EU investeren in de 1e fase van wederopbouw in de Centraal Afrikaanse Republiek. Daartoe werd vandaag besloten bij een vergadering van Europese ministers van Ontwikkelingssamenwerking in Florence.
Minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) ziet de oprichting van het fonds als een belangrijke stap. 'Het land lijdt onder een ernstige politieke en humanitaire crisis. Om die te beëindigen, moeten we naast de noodhulp die we geven, ook werken aan nieuw perspectief voor de bevolking', vindt Ploumen. 'Waar dat mogelijk is moeten onderwijs en gezondheidszorg weer worden opgestart en er moet worden gewerkt aan verzoening', aldus de minister. Nederland levert bijvoorbeeld al een bijdrage aan een radioprogramma voor verzoening tussen gemeenschappen.
De straatarme bevolking van de Centraal Afrikaanse Republiek lijdt al jaren onder slecht bestuur en sinds eind vorig jaar wordt het land geteisterd door geweld. Troepen van onder andere de Afrikaanse Unie en de EU hebben betrekkelijke rust gebracht in de hoofdstad Bangui. In veel andere delen van het land gaat het moorden en plunderen echter door. Ruim de helft van de bevolking is afhankelijk van buitenlandse hulp.
Het nieuwe fonds draagt de naam 'Békou'. In de lokale taal betekent dat 'hoop'. Het fonds heeft een initiële omvang van € 64 miljoen waarvan Nederland € 3 miljoen bijdraagt. Dit EU-fonds is de 1e in zijn soort. Door geld van de EU en verschillende lidstaten samen te brengen kan het sneller en flexibeler worden ingezet. Net als veel andere EU-lidstaten heeft Nederland geen ambassade in Bangui. Ploumen: 'Door dit fonds kan Nederland toch de zeer nodige hulp op een betrouwbare manier geven aan de bevolking van de Centraal Afrikaanse Republiek.'