Ploumen: Veel waardering voor hulpverlening Filipijnen
Op de Filipijnen wordt hard gewerkt aan wederopbouw na de verwoestingen van tyfoon Haiyan afgelopen november, waarbij meer dan 6.000 mensen omkwamen en miljoenen dakloos werden. Dat constateert minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) na een bezoek aan het getroffen gebied samen met president van de Wereldbank Jim Yong Kim.
Ploumen: 'Het is geweldig om te zien met hoeveel inzet er door de mensen op het eiland Leyte met steun van hulporganisaties gewerkt wordt aan de wederopbouw van huizen en scholen. De ergste tyfoon sinds mensenheugenis heeft ongekende schade aangericht en de littekens zijn nog heel zichtbaar. Maar stap voor stap komt er meer toekomstperspectief voor de getroffenen.'
Vlak na de ramp stelde het kabinet € 6 miljoen beschikbaar voor acute noodhulp. Bovendien vloog een vliegtuig van Defensie 2 maal met hulpgoederen naar het getroffen gebied. Een vlucht van KLM deed hetzelfde. Via Giro 555 werd door de Samenwerkende Hulporganisaties € 36 miljoen opgehaald voor noodhulp en wederopbouw.
De hulpverlening is in volle gang. De afgelopen tijd zijn 4,6 miljoen mensen voorzien van voedselhulp. 570.000 gezinnen hebben onderdak gekregen. Daarnaast wordt gewerkt aan de reconstructie van scholen, ziekenhuizen en publieke gebouwen. Bijna 6 miljoen mensen verloren hun bron van inkomsten.
Hulporganisaties bieden cash for work-projecten aan en zorgen voor vakopleidingen zodat mensen zich kunnen omscholen tot bijvoorbeeld timmerman. Verder is begonnen met het verstrekken van financiële steun en leningen aan kleine ondernemers. De Filipijnse overheid heeft het programma FAITH geïnitieerd, een publieke website waardoor alle hulpuitgaven voor iedereen zichtbaar zijn.
Ploumen: 'Er is in de afgelopen 8 maanden heel veel gedaan, maar de wederopbouw is nog lang niet klaar. De Filipijnse overheid investeert in betere huisvesting en wil het land ook weerbaarder maken tegen natuurrampen, die steeds meer in deze regio voorkomen. Het heeft weinig zin om huizen van slechte kwaliteit te bouwen of weer onveilige plekken te gebruiken. Daar wordt nu rekening mee gehouden.'
De hulporganisaties noemen de schaal van het rampgebied (ongeveer even groot als Portugal) een uitdaging. Een vertragende factor in de hulpverlening is eveneens de onduidelijkheid over eigendomsrechten van land.
Ploumen: 'In samenwerking met organisaties als de Wereldbank worden de hulpactiviteiten zo goed mogelijk gecoördineerd om efficiënter op te treden. Samen met Wereldbankpresident Kim heb ik dat nu met eigen ogen hier in het rampgebied kunnen zien. Het menselijk leed blijft groot, maar de hulpactiviteiten worden gelukkig goed gecoördineerd en uitgevoerd.'
Dutch Risk Reduction Team
Sinds 6 juli zijn 5 experts van het Dutch Risk Reduction Team in de Filipijnen om te inventariseren wat er moet gebeuren om het land weerbaarder te maken tegen toekomstig natuurgeweld. Tijdens het bezoek van Ploumen spraken ze over hun eerste bevindingen en aanbevelingen.
Het team bestaat uit 5 experts van Royal HaskoningDHV, Deltares, Rode Kruis, Wetlands en Cordaid. De afgelopen dagen hebben ze in Manilla gesproken met betrokken instanties, in Tacloban overlegd met lokale experts en de lokale autoriteiten en veldbezoeken afgelegd in de getroffen regio. Ze kijken onder meer naar de mogelijkheden van het maken van barrières, aanplanten van mangrove en het winnen van land om de kust te versterken.
Ploumen: 'De Filipijnse autoriteiten die ik heb gesproken, zijn enthousiast over de Nederlandse expertise. Onze watersector heeft veel ervaring die ingezet kan worden om te voorkomen dat de volgende orkaan weer zoveel slachtoffers maakt.' Waarschijnlijk kan het team eind deze week al met een advies komen over wat er gedaan moet worden.
Het DRR-team is een gezamenlijk initiatief van de ministers Ploumen en Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu). Een pool van experts van bedrijven, kennisinstellingen, ngo's en overheid uit de Nederlandse watersector kan snel ingezet worden na overstromingen, droogte en watervervuiling. Het DRR-team richt zich op wederopbouw en preventie, niet op noodhulp. De experts geven vooral advies over oplossingen, maar ze kijken ook waar kansen liggen voor Nederlandse bedrijven om daaraan bij te dragen.