2e CPB rapport decentralisaties sociaal domein

Het Centraal Planbureau (CPB) heeft in opdracht van het kabinet en de VNG, een 2e, finale rapportage opgeleverd over financiële aspecten en uitvoeringsrisico's van de decentralisaties in het sociaal domein. De CPB rapportage is vandaag met een kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden.

Kwantitatieve analyse

Er wordt in de kwantitatieve analyse van het CPB allereerst nader inzicht gegeven in het gebruik en de kosten van regelingen en de overlap in het domein van jeugd, zorg en participatie. Daarbij constateert het CPB dat financiële risico's afnemen naarmate de grootte van de gemeente toeneemt. Bovendien kunnen samenwerkingsverbanden de risico's in belangrijke mate verkleinen. Tevens wordt door het CPB geconstateerd dat er sprake is van een substantiële overlap in het gebruik van voorzieningen binnen het sociaal domein, met name tussen Wmo-voorzieningen en overige zorgregelingen.

Beleidsinstrumenten

Voor wat betreft de beleidsinstrumenten waarmee de kansen van de decentralisaties in het sociaal domein kunnen worden gemaximaliseerd en risico's kunnen worden beperkt, gaat het CPB onder andere in op sociale wijkteams, lokale belastingen, het verzekeren van financiële risico's, het tegengaan van onderaanbod en de rol die intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in de decentralisaties kunnen spelen.

Waardering

Het kabinet heeft veel waardering voor het werk dat binnen het kader van de uitvoering van de motie Schouw door het CPB is verricht. De rapportages hebben aangegeven waar er oog moet zijn voor mogelijke risico's en hoe met deze risico's omgegaan zou kunnen worden. Tegelijkertijd hebben de CPB rapportages het kabinet bevestigd in de gedachte dat de decentralisaties in het sociaal domein grote kansen bieden. Aldus geldt dat de door het CPB benoemde vraagstukken de volle aandacht van het kabinet hebben.