Akkoord kabinet en primair onderwijs: jaarlijks tot € 444 miljoen beschikbaar voor nog beter onderwijs
Het basisonderwijs en speciaal onderwijs krijgen de komende jaren een enorme kwaliteitsimpuls. Scholen gaan de komende jaren meer digitale leermiddelen gebruiken in de les, talentvolle leerlingen worden sneller herkend en meer uitgedaagd en leraren worden hoger opgeleid. Het kabinet en de PO-Raad hebben vandaag afspraken gemaakt hoe de sector de komende jaren nieuwe stappen zet om de onderwijskwaliteit verder te verbeteren. Hiermee is in totaal jaarlijks tot € 444 miljoen gemoeid, waarvan tot € 286 miljoen door het huidige kabinet extra is toegevoegd. De afspraken in het sectorakkoord vloeien voort uit het Nationaal Onderwijsakkoord uit september 2013.
Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs): 'We willen dat alle scholen zich ontwikkelen tot ambitieuze en lerende organisaties waarin teams van goed opgeleide leraren en schoolleiders het onderwijs steeds beter maken. Het kabinet en de sector streven naar uitdagend en eigentijds onderwijs dat nog beter aansluit bij de talenten van ieder kind, van hoogvlieger tot laatbloeier.'
Rinda den Besten (voorzitter PO-Raad): 'Door dit akkoord kunnen we beter recht doen aan de verschillen tussen leerlingen. Leraren, schoolleiders en schoolbesturen in het primair onderwijs hebben de afgelopen jaren al belangrijke stappen gezet die we terugzien in de kwaliteit van het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs. Met dit ambitieuze sectorakkoord komt geld vrij voor het verbeteren van de didactische vaardigheden van leraren. Dit sluit aan bij de afspraken die we onlangs met de vakbonden in de nieuwe cao hebben gemaakt.'
Investeren in digitale leermiddelen
Digitale leermiddelen maken het mogelijk om beter aan te sluiten bij de behoefte van de individuele leerling. Dit geldt bijvoorbeeld voor leerlingen met een leerachterstand, voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben maar ook voor leerlingen die juist meer uitdaging nodig hebben. In het sectorakkoord is de doelstelling afgesproken dat in 2020 9 van de 10 scholen digitaal leermateriaal gebruikt in de lessen. De PO-Raad, het ministerie van Onderwijs en het ministerie van Economische Zaken gaan samen zorgen dat het aanbod van digitale leermiddelen verbetert.
De lat hoger leggen
Hoewel er de afgelopen jaren forse stappen zijn gezet, zien scholen mogelijkheden om de lat hoger te leggen. Nederland is kampioen in het verder brengen van zwakkere leerlingen. De komende jaren werkt de PO-Raad samen met schoolbesturen aan een verbeteraanpak waardoor het onderwijs over de gehele linie stappen vooruit zet. Daarnaast zetten we onverminderd in op het terugbrengen van het aantal zeer zwakke scholen tot 0. Deze scholen kunnen rekenen op intensieve begeleiding vanuit de PO-Raad.
Talenten uitdagen
Talentvolle leerlingen die niet worden uitgedaagd, verliezen hun motivatie en gaan onderpresteren. Alle scholen spannen zich in om uitzonderlijk talent op jonge leeftijd te herkennen, zo is in het sectorakkoord afgesproken. Wanneer duidelijk is dat leerlingen meer aankunnen op een bepaald vlak, krijgen zij aangepaste lesstof die past bij hun leerbehoefte. Het akkoord stelt middelen beschikbaar voor scholen om een structureel aanbod op te zetten voor toptalenten. Scholen kunnen hiervoor ondersteuning krijgen.
Beter opgeleide leraren
Leraren krijgen meer mogelijkheden om zich bij te scholen of hun opleidingsniveau te verhogen, zodat zij onderwijs kunnen bieden waarbij elke leerling volledig tot z'n recht komt. Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben én de uitblinkers. In 2020 heeft 30% van de leraren een academische pabo of een masteropleiding afgerond. Nu is dat 18%. Daarbij krijgen startende leraren betere begeleiding, zodat ze vaker behouden blijven en kunnen groeien in hun vak.
Meer en betere gymlessen
Leerlingen hebben baat bij betere gymlessen en zouden ook buitenschools vaker moeten sporten. Dit helpt hen om een gezonde en actieve leefstijl te ontwikkelen en te behouden. Het is de bedoeling dat scholen vanaf 2017 minimaal 2 en waar mogelijk 3 lesuren bewegingsonderwijs geven. Schoolbesturen, gemeentes en sportverenigingen pakken dit op regionaal niveau samen aan. Daarnaast worden alle lesuren bewegingsonderwijs vanaf 2017 door een bevoegde leerkracht of een vakleerkracht gym gegeven. Leraren die hun bevoegdheid willen halen om gym te geven kunnen hiervoor een beroep doen op de lerarenbeurs.