Toespraak van Bas van den Dungen namens minister Schippers bij de ontvangst van de Volksgezondheid Toekomstverkenning 2014

Toespraak van Bas van den Dungen (directeur-generaal Curatieve Zorg) namens minister Schippers (VWS)  bij de ontvangst van de Volksgezondheid Toekomstverkenning 2014 op 24 juni 2014 in Den Haag.

Beste mensen,

Twee maanden geleden nam ik het rapport “Met de kennis van later” in ontvangst, van de Raad voor Volksgezondheid en Zorg. En nu de Volksgezondheid Toekomst verkenning van het RIVM. Ook met scenario’s. Het is kennelijk het juiste moment om na te denken over de toekomst.

Want heel veel mensen zijn elke dag keihard in de weer om Nederland gezonder te maken. Om de gezondheidszorg nog beter te maken. Gelukkig werken ook steeds meer mensen zelf actief aan hun gezondheid.

Want daar begint het allemaal mee. Maar wat is nou het effect van al die inspanningen? Het RIVM onderzoekt dat elke vier jaar, nu voor de zesde keer. Een enorme klus.

En wat mij vooral opvalt is dat bepaalde dingen heel consistent naar voren komen, elke keer weer.

Dan heb ik het niet alleen over de cijfers die we elke vier jaar terugzien. Want dat weten we: we worden steeds ouder, steeds meer mensen hebben een chronische aandoening. Dat komt omdat de zorg steeds beter wordt. Ziektes waar je vroeger aan dood ging, daar word je nu oud mee. Betere medicijnen, betere apparatuur, vroege opsporing, preventie. Die ontwikkeling gaat door.

Maar wat mij vooral opvalt is hoe consistent en onontkoombaar de trend is dat mensen steeds meer de regie willen over hun leven. Ook als ze ziek zijn.

Niet meer afwachten wat de dokter zegt, maar zelf initiatief nemen, zelf informatie opzoeken. Zo lang mogelijk thuis blijven, zo zelfstandig mogelijk blijven.

Als je om je heen kijkt, dan zie je dat die ontwikkeling enorm wordt versterkt.

Onder meer doordat mensen zoveel nieuwe technologie in hun leven hebben gekregen. Nog maar 7 jaar geleden had niemand een smartphone, en hadden we nog nooit gehoord van apps, van Facebook, of van Instagram. Dat kun je je nu bijna niet meer voorstellen.

We kunnen zoveel meer zelf en dat neemt alleen maar toe. Ik denk dat je dat gerust een stille revolutie kunt noemen. Het gebeurde zonder dat we er erg in hadden. Het heeft onze levens totaal veranderd.

Je ziet dat ook in deze Toekomstverkenning terugkomen. Mensen met een chronische aandoening die zich eigenlijk helemaal geen patiënt voelen. Die gewoon meedoen, goed voor zichzelf zorgen, lekker aan het werk zijn. Ouderen die zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen, vrijwilligerswerk doen, mantelzorger zijn.

Als je die verandering constateert, samen met die demografische trends van meer ouderen, samen met de opmars van nog meer slimme technologie, samen met de noodzaak om de zorg betaalbaar te houden, dan weet je hoe ontzettend belangrijk het is dat de zorg een omslag maakt.

Dat de zorg aansluiting vindt bij wat er in de maatschappij gebeurt. Dat de zorg antwoord geeft op de veranderde wensen van mensen. En die omslag is bezig!

Dat doet de sector zelf, dat doen artsen en andere zorgverleners, dat doen patiënten.

Mensen werken zelf hard om de zorg klaar te maken voor de toekomst. Dat is iets om trots op te zijn.

Maar het is natuurlijk niet alleen maar een juichverhaal. Want tegelijkertijd zie je, ook in deze Toekomstverkenning, dat niet iedereen zelfredzaam is.

Dat een groep mensen achterblijft. Dat er een kloof blijft tussen de gezondheid van hoogopgeleiden en laagopgeleiden. Vooral door de leefstijl van mensen.

Ik noem een paar cijfers uit deze Verkenning:

  • Ruim 30% van de laagopgeleiden rookt. Van de hoogopgeleiden is dat ruim 17%.
  • Bijna 60% van de laagopgeleiden heeft overgewicht, van de hoogopgeleiden is dat ruim 35%.

Het is ontzettend moeilijk om dit soort dingen te beïnvloeden.

En het is onmogelijk omdat dat alleen vanuit Den Haag te doen. Dat kunnen we echt alleen samen. Daarom ben ik ook zo blij dat we afgelopen jaren de handen ineen hebben geslagen. Met scholen, bedrijven, lokale overheden, maatschappelijke organisaties en sportclubs. Om dit aan te pakken.

Deze beweging hebben we dit jaar een extra impuls gegeven door de start van het Nationaal Programma Preventie ‘Alles is gezondheid…’.

Met dat programma willen we iets op gang brengen in Nederland. Dat iedereen doet wat hij kan voor een gezonder en vitaler land.

Rond de 100 organisaties doen al mee. Je krijgt dat natuurlijk niet op een achternamiddag voor elkaar. Dat vraagt een heel lange adem. We zien dat bijvoorbeeld in Utrecht, in de wijk Overvecht. Heel veel mensen, organisaties, scholen, bedrijven hebben zich ingezet om een verschil te maken. Keihard werken, maar het aantal kinderen met overgewicht is gedaald met 6 %. Tegen de landelijke trend in. Ook psychische klachten en eenzaamheid namen af. En de zorgkosten daalden in Overvecht met 4 %. Ik vind dat heel bemoedigend en hier moeten we mee door.

Beste mensen, het is gelukkig geen kwestie van kiezen of je nu beleid maakt voor die groep die niet zelfredzaam is of voor degenen die wél zelf de regie willen en kunnen nemen over hun gezondheid.

Ik denk dat we beide moeten doen:

  • Alles op alles zetten om de kloof in gezondheid kleiner te maken.
  • Tegelijkertijd ruim baan voor verandering en vernieuwing in de zorg. Om tegemoet te komen aan de veranderde wensen van mensen.

Ik wil u hartelijk danken voor deze Toekomstverkenning die ons daarbij gaat helpen.