Eerste maatregelen voor vernieuwing rechtsbijstand in 2015
De eerste maatregelen voor vernieuwing van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand zijn gepland voor 1 januari 2015. Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie heeft vandaag de Tweede Kamer en Eerste Kamer een brief gestuurd met de eerste maatregelen om het stelsel bij de tijd te brengen en voor de langere termijn de kosten beheersbaar te houden. Een groter wetsvoorstel met vernieuwingen gaat na de zomer in consultatie. Uit de brieven blijkt ook dat de staatssecretaris afziet van de verlaging van de vergoeding die advocaten ontvangen voor ondertoezichtstellingszaken in het jeugdrecht.
Staatssecretaris Teeven reageert in de brieven op vragen die door beide Kamers zijn gesteld over een ontwerpbesluit in het kader van de stelselvernieuwing rechtsbijstand. Daarbij is een overzicht verstrekt van de maatregelen die worden genomen om het vangnet voor minder draagkrachtige rechtzoekenden ook voor de toekomst betaalbaar te houden. De afgelopen jaren zijn de kosten voor rechtsbijstand gestegen van € 378 miljoen in 2004 naar € 498 miljoen in 2013. De begrote besparingen beginnen 1 januari 2015 met ruim € 13 miljoen, en lopen geleidelijk op tot € 85 miljoen in 2018.
In de brieven van de staatssecretaris wordt aangegeven dat uit internationaal onderzoek blijkt dat het Nederlandse stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand in Europees perspectief als ruimhartig en kwalitatief hoogstaand kan worden gekenschetst. Europees gezien heeft Nederland het grootste aantal zaken waarvoor een toevoeging voor rechtsbijstand wordt verstrekt: 3.074 zaken per 100.000 inwoners. Wat betreft tevredenheid van burgers over de behandeling van zaken door advocaten scoort Nederland samen met Finland hoog.
Volgens staatssecretaris Teeven wordt met de stelselvernieuwing een nieuwe balans gevonden in de taak van de overheid om zorg te dragen voor een rechtsbestel waarbinnen ook minder vermogenden voldoende gelegenheid hebben om te kunnen opkomen voor hun rechtsbelangen. De stelselvernieuwing is volgens de staatssecretaris een dynamisch proces, waarbij hij in gesprek blijft met betrokken partijen en open staat voor inbreng van buiten. Voorstellen vanuit de advocatuur en de Tweede Kamer zijn de afgelopen tijd een belangrijke leidraad geweest voor nadere bezinning op de al eerder aangekondigde maatregelen.
Ondertoezichtstellingszaken
Zo wordt in de brieven aangekondigd dat de vergoeding voor advocaten bij ondertoezichtstellingszaken van kinderen niet wordt verlaagd. Deze besparing van € 1,4 miljoen was in overleg met de strafrechtadvocatuur tot stand gekomen. Nu de praktijk heeft aangegeven dat de beoogde nieuwe vergoeding niet meer in verhouding zou komen te staan tot de daadwerkelijke inzet door advocaten aan dergelijke zaken, ziet de staatssecretaris hiervan alsnog af. Hij vervangt deze maatregel door een beperkte verlaging van de vergoeding voor bewerkelijke zaken in het strafrecht. Het betreft een verlaging van minder dan 5%. Daarmee blijft deze vergoeding op een acceptabel niveau en is nog altijd sprake van een verzachting van de eerder voorgestelde verlaging van 33% op bewerkelijke zaken voor strafrechtadvocaten.