Taalcursus in bijstand: Wie de Nederlandse taal spreekt vergroot kans op werk
Het kabinet stelt voorwaarden aan de taalvaardigheid van mensen in de bijstand om de kans op betaald werk te vergroten. Deze maatregel is in het regeerakkoord al aangekondigd. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met toezending van het wetsvoorstel Taaleis WWB aan de Tweede Kamer.
'Het gaat erom dat je je kunt uitdrukken en verstaanbaar kunt maken op het werk en in het dagelijks leven', aldus staatssecretaris Klijnsma.
Wanneer bij iemand die recht heeft op bijstand sprake is van een heel beperkte taalbeheersing die een uitstroom uit de bijstand naar werk vrijwel onmogelijk maakt, zal de gemeente deze persoon verplichten zich het Nederlands binnen een redelijke termijn machtig te maken. Het gaat dan om een taalniveau dat aansluit bij de eisen die nu gelden op grond van de Wet inburgering.
Niemand wordt vooraf van bijstand uitgesloten. Net als bij andere verplichtingen die de gemeenten in de bijstand aan iemand kunnen opleggen, kan het niet nakomen daarvan gevolgen hebben voor de uitkering. Als iemand aantoonbaar en verwijtbaar geen inspanningen levert om het gewenste taalniveau te bereiken, volgt net als bij andere verplichtingen in de bijstand een verlaging van de uitkering of uiteindelijk zelfs het stopzetten daarvan. Uiteraard houdt de gemeente hierbij rekening met de persoonlijke omstandigheden van de bijstandsgerechtigde.