Organisatie DNB aangepast aan Europese bankenunie
Vanwege de invoering van de Europese bankenunie, waarbij onder meer het toezicht op systeemrelevante banken primair een taak wordt van de Europese Centrale Bank (ECB), voert De Nederlandsche Bank (DNB) wijzigingen door in de inrichting van de organisatie. De directie wordt kleiner en DNB gaat de organisatie spiegelen aan de ECB, waardoor het aantal toezichtsdivisies kostenneutraal wordt uitgebreid van 5 naar 7. Het kabinet schaart zich achter dit voorstel van de raad van commissarissen van DNB. Ook wordt DNB in 2015 aangewezen als nationale afwikkelingsautoriteit; de instantie die beslist wat er moet gebeuren als een bank in grote financiële problemen zou raken. Dit staat in een brief van minister Dijsselbloem van Financiën die na instemming van de ministerraad aan de Tweede Kamer is verzonden.
Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme
Met de invoering van het Gemeenschappelijk Toezichtmechanisme (Single Supervisory Mechanism, SSM) komt bij DNB meer nadruk te liggen op uitvoering van de toezichtstaken onder verantwoordelijkheid van de ECB. In het verlengde daarvan stelt de raad van commissarissen van DNB voor om de omvang van de directie te beperken. De huidige directie van 5 leden (de president en 4 directeuren) wordt teruggebracht tot 4 leden. De functie van voorzitter toezicht en de Toezichtraad blijven ongewijzigd. Dit onderstreept de onafhankelijke positie van de president. In aansluiting op de aanbeveling van de Evaluatiecommissie nationalisatie SNS REAAL blijft de directie onder voorzitterschap van de president eindverantwoordelijk voor het toezicht op de financiële sector.
DNB nationale afwikkelingsautoriteit
Onderdeel van de in Europees verband overeengekomen richtlijn herstel en afwikkeling van banken (Bank Recovery and Resolution Directive, BRRD) en de verordening betreffende het Gemeenschappelijk Afwikkelingsmechanisme (Single Resolution Mechanism, SRM) is de oprichting van een Europese Single Resolution Board (SRB), die zal ingrijpen wanneer de grote Europese banken in de toekomst in de problemen komen. De nationale afwikkelingsautoriteiten, die op grond van de BRRD per 1 januari 2015 moeten zijn aangewezen, worden verantwoordelijk voor de uitvoering van de besluiten van de SRB en voor de afwikkeling van de nationale kleinbanken.
Het kabinet heeft besloten deze taak bij DNB onder te brengen. Belangrijke overwegingen hiervoor zijn de bestaande deskundigheid en ervaring bij DNB en de coördinatie en informatie-uitwisseling tussen de toezichttaak en de afwikkelingstaak. Ook kostenefficiëntie speelt een belangrijke rol, omdat zoveel mogelijk gebruik kan worden gemaakt van bestaande infrastructuur en ondersteuning van DNB.
Om de onafhankelijke besluitvorming over de uitoefening van de afwikkelingstaak binnen DNB te waarborgen zal deze taak worden toebedeeld aan 1 van de leden van de directie van DNB, waarbij die directeur de doorslaggevende stem zal hebben waar het gaat om besluiten in het kader van de afwikkelingstaak. Deze directeur zal niet het toezicht op banken, de financiële stabiliteitstaak of de monetaire taak van DNB in portefeuille hebben.
Bij deze nieuwe taak is het aan DNB om de afwikkelbaarheid van financiële instellingen te beoordelen en - mocht een bank onverhoopt in grote financiële problemen komen - te besluiten tot de inzet van de in Europees verband afgesproken instrumenten om in te grijpen, zoals een 'bail in'.
Aanpassing nationale wetgeving
De totstandkoming van de Europese bankenunie (en de invoering van SSM, BRRD en SRM) vereist aanpassing van nationale wetgeving. De komende tijd worden daarom wetsvoorstellen ingediend tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht (Wft), de Bankwet 1998 en enkele andere wetten.