Kabinet: samen burger dichterbij EU brengen

Het kabinet, de Eerste en Tweede Kamer en de Europese instellingen kunnen er samen voor zorgen dat de Europese Unie dichter bij de burger komt te staan. Dat schrijft het kabinet vrijdag in reactie op het rapport ‘Naar een gedragen Europese samenwerking: werken aan vertrouwen’ dat de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) in april 2014 publiceerde.

Het kabinet prijst de actieve opstelling van de Eerste en Tweede Kamer om het vertrouwen in de EU te versterken. ‘Beide Kamers hebben met extra inzet contacten gelegd met andere parlementen in de EU. Dit draagt bij aan een effectief en zichtbaar Nederlands optreden in de Unie’, schrijft het kabinet in de reactie die vrijdag naar de Tweede Kamer is verzonden.

In de reactie stelt het kabinet verder dat er geen simpele remedie is voor het tekort aan vertrouwen en draagvlak voor de EU. Er is een breed scala van maatregelen nodig om de Europese Unie zich te laten ontwikkelen tot een breed gedragen bestuurslaag. ‘De lage opkomst bij de Europese verkiezingen toont het belang hiervan aan’, licht minister Timmermans de kabinetsreactie toe.

Ook ‘Brussel’ heeft volgens het kabinet de taak om Europa dichter bij de burger te brengen. Zo zouden Europarlementariërs vaker kunnen deelnemen aan debatten in de Tweede Kamer. Ook zou de Europese Commissie grote wetsvoorstellen moeten toelichten in de nationale parlementen. Tevens zou de Commissie beter moeten luisteren naar de nationale parlementen, als deze bezwaar maken tegen haar voorstellen.

Het kabinet onderschrijft ook de conclusie van de AIV dat meer transparantie het vertrouwen van burgers in EU-instellingen kan bevorderen. Daar zal waar mogelijk aandacht voor worden gevraagd, bijvoorbeeld bij het aanpassen van de Eurowob aan het Verdrag van Lissabon.

Het advies om de handhavende rol van de Commissaris voor Economische en Monetaire Zaken verder te versterken, onderschrijft het kabinet eveneens. Tevens is het goed om te komen tot een onafhankelijke Europese dienst voor de statistiek.

Er zijn ook enkele punten waar het kabinet met de AIV van mening verschilt. Zo herkent het kabinet zich niet in het beeld van bewindslieden die zich tegen de Europese instellingen opstellen. ‘In tegendeel, het kabinet ziet het als een opdracht burgers (…) zoveel mogelijk duidelijk te maken dat maatregelen zichtbare meerwaarde hebben voor Nederland’.

Evenmin onderschrijft het kabinet de conclusie dat de democratische verantwoording van de Trojka (Europese Commissie, ECB, IMF) tekortschiet.