Toespraak van minister Schippers bij de uitreiking van de Koninklijke Onderscheiding aan Marijke Fleuren

Toespraak van minister Schippers (VWS) bij de uitreiking van de Koninklijke Onderscheiding aan de voorzitter van de Europese Hockeyfederatie, Marijke Fleuren, op 2 juni 2014 in Den Haag.

Beste mensen,

U dacht misschien dat we hier alleen waren voor het hockey. Niet onbelangrijk overigens, want wat een enorm event is dit. We hebben eigenlijk twee weken lang Den Haag als hockeystad voor iedereen: met een Hockeyplein op het plein bij de Tweede Kamer, beachhockey in Scheveningen, er zijn clinics, streethockey en zo kan ik wel even doorgaan. Een echt hockeyfeest waarbij ook nog eens de besten van de wereld strijden om het kampioenschap. Geweldig!

Ik kom u daar nu wel heel even van afleiden. Want om dit voor elkaar te krijgen heb je mensen nodig. Mensen die hun hele ziel en zaligheid leggen in het organiseren en op gang krijgen van dit soort bewegingen. Mensen die de sport léven. En ik mag vandaag zo iemand in het zonnetje zetten. Iemand zonder wiens onvermoeibare inzet het hockey waarschijnlijk niet zo’n grote sport in Nederland was geweest als nu. Een vrouw die op haar 12e begon en vier jaar later al eerste klasse in het 1e team van de Arnhemse Hockeyclub zat.

Een vrouw die maar één keer een rode kaart kreeg… namelijk voor het geven van aanwijzingen aan de scheids.

Dat geeft al wel aan wat voor vlees we in de kuip hebben. Een vrouw met wie ik in Londen klappertandend op een ijskoude tribune heb gezeten. Het was wel heel gezellig. Een vrouw die ik met heel veel plezier vaak ben tegengekomen in vergaderingen en bijeenkomsten.

Marijke Fleuren, het gaat over jou, dat had je al door. Kom je even naar voren?

Beste Marijke, Ik mag jou vandaag eens extra in de schijnwerpers zetten. En dat doe ik graag. Als ik naar jouw staat van dienst kijk, dan moet jouw missie zijn: iedereen - waar ook ter wereld - moet kunnen hockeyen. Daar wordt een minister van Volksgezondheid en Sport natuurlijk heel blij van. Helemaal omdat we wel kunnen zeggen dat je een behoorlijk eind bent gekomen. Toen ik jong was, hockeyde er een enkeling. Mijn dochter – een paar jaar geleden stelde ik haar voor: waarom ga je niet op hockey? Ja maar, zei ze, daar ken ik helemaal niemand. Ik heb haar toch overgehaald om toch eens te gaan kijken en daar liep zo’n beetje de hele klas op het hockeyveld.

We zien dat ook terug; het blijkt uit het ledental van de Hockeybond. En jij hebt daar een hoofdrol in gespeeld. In de periode dat jij adjunct-directeur was van de KNHB, groeide de bond van 150.000 naar 220.000 leden. En vandaag kunnen we wel zeggen dat het veel meer een volkssport is dan vroeger.

Jij hebt er hard aan getrokken om de sport meer bekendheid te geven. Er kwamen competities voor bedrijven, scholen en gehandicapten. En die verbreding is echt heel belangrijk en geweldig dat die tot stand is gekomen.

Marijke, jouw bevlogenheid en ambitie is aanstekelijk en die stopt niet bij onze landsgrenzen. Je wordt niet zomaar voorzitter van de European Hockey Federation. Je bent de eerste Nederlander die dat voor elkaar heeft gekregen. Bovendien ben je ook nog bestuurslid van de International Hockey Federation.

Ik snap wel dat jij die positie hebt. Er zitten in deze internationale bonden wel wat vrouwen, maar is over het algemeen toch wel een mannenaangelegenheid. Jij pakt in die omgeving je eigen plek en bent weinig onder de indruk van formaliteiten en ego’s. En als het weer eens hard tegen hard gaat met het tegen elkaar opbieden – zoals we dat allemaal wel eens zien - dan bekijk je dat rustig. Om vervolgens te vragen of ze klaar zijn met hun jongensboek. Zodat het weer over het daadwerkelijke onderwerp kan gaan.

Heel mooi natuurlijk, maar de aanleiding waarom jij hier nu staat is vooral je inzet voor onze samenleving: je werk om de Nederlandse sportvelden veiliger te maken. En in dat kader hebben wij elkaar ook vaak ontmoet.

We kennen natuurlijk allemaal beelden van extreme agressie. En dat willen en kunnen we niet tolereren. Daar zien we de extremen. Maar die verruwing van de sport speelt niet alleen in het voetbal. Dat speelt overal. Het begint al me schelden langs de lijn. Het is ook een missie van mijzelf om daar een einde aan te maken. Je moet veilig en met plezier kunnen sporten. Overal.

Jij nam het initiatief om sportiviteit op en rond het hockeyveld op de agenda te zetten. En de campagne Sportiviteit en Respect werd zo’n succes dat andere sportbonden dachten: dat willen wij ook!

Respect voor elkaar, netjes met elkaar omgaan: het zit verweven in het hockey en meteen al bij de mini’s. Ik weet het uit ervaring: handjes geven voor je begint. Fruit meenemen voor iedereen. En na de wedstrijd met je tegenstander nog even een glaasje limonade drinken. Kijk, zo voed je kinderen op. Het zijn kleine dingen met een groot effect, want klein geleerd is oud gedaan. En met respect voor elkaar is sporten gewoon veel leuker.

En die verwevenheid met de sport past ook bij de discipline die sport vraagt, op welk niveau dan ook.

Onder jouw leiding trekken we het voorbeeld uit het hockey werkelijk door naar andere bonden en andere sporten. Met de campagne Veilig Sportklimaat doen inmiddels 42 sportbonden mee. Dat is echt fantastisch.

En daarbij kijk jij niet naar de uren die je erin steekt. Je gaat gewoon door. Helder, doel voor ogen, doorzetten.

Ik heb begrepen dat je bijvoorbeeld Jack van Gelder persoonlijk hebt gestrikt om ouders van sportende kinderen nog meer te betrekken bij dit programma. En dan begint het natuurlijk bij de ouders. Kinderen vinden het niet leuk als ouders ook nog eens een keer staan te coachen aan de kant want ze hebben al een coach. En het is ontzettend jammer als kinderen, die ook zelf aangeven dat ze dat niet leuk vinden, daardoor gedemotiveerd voor de sport raken.

Marijke,

Je speelt zelf niet meer, maar je bent altijd met je voeten op de grasmat blijven staan. Je bent gedreven, je weet wat je wilt, je bent daadkrachtig, verbindend, je luistert naar anderen. Echt luisteren naar anderen, dat is moeilijk. Het zijn typeringen van mensen die met je werken, in je directe kring en voorbijgangers. En ik kan me daar alleen maar bij aansluiten. Je hebt een onwerkelijke staat van dienst bij de KNHB.

Als ik dat allemaal ga opnoemen dan halen wij de wedstrijd Nederland- België niet, dus ik ga dat niet doen. Jij bent wel de eerste die daar op tijd op de tribune wilt zitten. Daarom ga ik afronden met een paar bekende maar uitzonderlijke woorden.

Marijke Fleur, ik vind het een eer om je te mogen vertellen dat het zijne majesteit heeft behaagd je te benoemen tot ridder in de orde van Oranje Nassau!

En ik zal je nu de bijbehorende versierselen opspelden.