Senaat eens met nieuwe regels voor arbitrage
De Eerste Kamer heeft een wetsvoorstel van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) aangenomen dat de regels voor arbitrage moderniseert. De nieuwe regeling, die op 1 januari 2015 in werking treedt, neemt praktische belemmeringen weg door administratieve lasten te verlichten. Het wetsvoorstel maakt Nederland nog aantrekkelijker voor internationale arbitrageprocedures.
Arbitrage is in Nederland van oudsher één van de belangrijkste vormen van geschilbeslechting naast de overheidsrechter en wordt vooral gebruikt om geschillen op te lossen tussen ondernemers in de bouw en in de handel. Internationaal speelt arbitrage een belangrijke rol in de beslechting van handelsgeschillen.
Straks kan gebruik worden gemaakt van elektronische middelen, zoals het versturen van processtukken per e-mail. Ook stelt Opstelten de deponering van een vonnis bij de rechtbank niet meer verplicht. Om tijd en geld te besparen wordt de procedure tot vernietiging van een arbitraal vonnis teruggebracht tot een rechtsgang in één instantie, namelijk bij het gerechtshof. Daarnaast kunnen partijen zelf afspraken maken voor hun arbitrageprocedure, bijvoorbeeld voor de bewijsvoering en het hoger beroep. Slechts bij uitzondering ligt hier een rol voor de gewone rechter.
Ondernemers die kiezen voor arbitrage als alternatief voor rechtspraak, moeten verzekerd zijn van flexibele geschiloplossing met voldoende waarborgen voor een volwaardige rechtsgang. De nieuwe arbitrageregels zorgen daarvoor. Arbitrage geeft partijen veel vrijheid om het geding in te richten zoals zij willen en dat is van belang voor het bedrijfsleven.
Ten slotte komt Opstelten de consument tegemoet door hem bij een geschil een maand bedenktijd te geven voor zijn keuze tussen arbitrage en de gewone rechter. Daardoor kan een geschil tussen een consument en een ondernemer niet zomaar door arbitrage worden beslecht. Dit vergroot het vertrouwen van de consument in arbitrage.