Minister Hennis bezoekt troepen Mali
Defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert heeft vandaag en gisteren voor het eerst de Nederlandse troepen in Mali bezocht. Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp vergezelde haar. Ze maakten mee onder welke omstandigheden de militairen hun werk doen. In Bamako stak zondag een storm op en in Gao was het vandaag zo’n 45 graden in de schaduw.
"Ik ben ontzettend onder de indruk van wat jullie en jullie voorgangers hier al hebben opgebouwd en gedaan", vertelde Hennis. "Ik heb nu zelf ervaren dat de klimatologische omstandigheden extreem zwaar zijn. Niets meer dan lof voor jullie. Complimenten die ik gisteren ook heb ontvangen van de commandant, generaal-majoor Kazura. Hij zei letterlijk dat de Nederlandse ontplooiing een voorbeeld is voor de andere Minusma-eenheden."
Nederlands kamp in Gao
In Gao gaven genisten vanochtend toelichting op de bouwwerkzaamheden op het Nederlandse kamp Castor. Het Apache-detachement, de commando's en analisten lieten zien wat hun bijdrage is aan de inlichtingenketen.
Hoofdstad Bamako
In de Malinese hoofdstad Bamako kreeg Hennis gisteren een rondleiding over het in opbouw zijnde kamp waar Nederlandse stafofficieren werken. Ook de All Sources Information Fusion Unit (ASIFU) krijgt daar gestalte. Deze internationale eenheid coördineert, analyseert en verwerkt de informatie van de troepen in het veld tot bruikbare inlichtingenproducten.
Ze bezocht ook het Joint Support Detachement en andere militairen die de logistiek vanuit de hoofdstad verzorgen. Verder liet Hennis zich informeren over UNPOL (UN Police). Dat is de politie- en justitiecomponent van de VN-missie Minusma, waar Nederlandse marechaussees en politieagenten een bijdrage aan leveren.
Koenders: waardevolle bijdrage
Op het VN-hoofdkwartier volgde een gesprek met de hoogste baas van de VN-missie Minusma, Bert Koenders. En met de militaire commandant van de vredesmacht, generaal-majoor Jean Bosco Kazura. Zij bedankten de minister voor de waardevolle bijdrage van Nederland. Koenders: "Met de inbreng van Nederland wordt de missie naar een hoger niveau getild en zullen we beter in staat zijn Mali te stabiliseren en verder te helpen."
De minister benadrukte het belang van de missie voor zowel de Malinezen als voor Nederland. "Terreur en de handel in wapens, drugs en zelfs mensenhandel is een enorm risico voor Mali, maar ook voor Europa en Nederland. Met uw inzet leveren wij een belangrijke bijdrage aan de inzet van de internationale gemeenschap om Mali niet af te laten glijden", aldus Hennis.