Toespraak van minister Kamp bij de Internationale Regeldruk conferentie 'Smart EU regulation, Better business'

Toespraak van minister Kamp (Economische Zaken) bij de Internationale Regeldruk conferentie "Smart EU regulation, Better business" in Den Haag op 7 mei 2014.

Dames en heren,

Nederlandse bedrijven profiteren dagelijks van de Europese interne markt. Zij hebben toegang tot 28 nationale markten met 500 miljoen inwoners, samen de grootste markt van de wereld, in plaats van één nationale markt met zeventien miljoen inwoners. Ook het feit dat landen in de Europese Unie dezelfde regels en standaarden hebben, maakt het ondernemen voor onze exporteurs makkelijker en overzichtelijker.

Helaas is er ook een keerzijde: méér regels. Het samenvoegen van regels is vaak een compromis, want: zoveel landen, zoveel achtergronden, zoveel wensen. Daarom is het bijvoorbeeld lastig om één formulier te maken voor BTW-aangifte in heel Europa. Bovendien gelden EU-regels niet alleen voor internationale bedrijven: ze geven ook meer rompslomp voor zzp’ers en kleine mkb-bedrijven die zich alleen op Nederland richten. Juist deze bedrijven missen vaak de tijd, de kennis en de kunde om zich de Europese regelgeving eigen te maken. Zij ervaren vooral de lasten van de gemeenschappelijke regels.

Gelukkig vindt de Europese Commissie minder regeldruk belangrijk. Zij wil onnodige regels schrappen en voorkomen dat nieuwe regels tot extra lasten leiden. Daarvoor heeft de Commissie zelfs een speciaal programma: Regulatory Fitness and Performance Programme oftewel REFIT. Met de High level Group on Administrative burdens, onder leiding van de heer Stoiber, deed zij afgelopen jaren bovendien een succesvol beroep op kennis van buiten.

Maar dat is niet genoeg, er moet meer gebeuren. In het Regeerakkoord hebben de VVD en PvdA afgesproken de regeldruk in Nederland met 2,5 miljard euro te verlagen, nadat eerder al een verlaging met 1 miljard is gerealiseerd. ACTAL, het Nederlandse Adviescollege toetsing regeldruk, berekende dat zo’n 50 procent van onze regeldruk het gevolg is van Europese regelgeving. Daar is dus nog veel winst te behalen.

Nederland werkt daarom graag samen met de Commissie aan de 3 e’s: Europese regels moeten efficiënter, effectiever en eenvoudiger. Blijvende aandacht en inspanningen van lidstaten, de Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement zijn nodig om deze ambities te realiseren.

Dames en heren,

Nederland heeft veel ervaring met het verminderen van regeldruk. Deze kennis willen we gebruiken om te zorgen voor Europese regels die het publieke belang veiligstellen en de handel reguleren, zonder burgers, werknemers en bedrijven onnodig te belemmeren. Ik heb drie aanbevelingen voor de Commissie.

De eerste aanbeveling is om in het Europees beleid meer aandacht te besteden aan nalevingskosten. Nu kijken we vooral naar administratieve lasten. Maar ook de hogere uitgaven die een ondernemer moet doen om aan wetten en regels te voldoen, zorgen voor druk. Denk bijvoorbeeld aan het voorstel voor de nieuwe Europese verordening gegevensbescherming. De invoering zal leiden tot een daling van de administratieve lasten met 1,4 miljoen euro per jaar. Maar tegelijk leidt de verordening voor het Nederlandse bedrijfsleven tot een stijging van de nalevingskosten met ruim een miljard euro per jaar. Nederland heeft een methode om nalevingskosten te meten. We denken graag mee hoe we deze kosten ook in Europees verband in kaart kunnen brengen en kunnen beperken.

De tweede aanbeveling is om gebruik te maken van een zogenoemde kwantitatieve reductiedoelstelling. Uit ervaring weten wij dat zo'n doelstelling eigenlijk onmisbaar is. Ik zou graag zien dat ook Brussel gaat werken met duidelijke en meetbare doelen voor de vermindering van regeldruk. Daarbij moeten we voorkomen dat we met de ene hand regels schrappen, terwijl we met de andere nieuwe regels maken. Nederland werkt met een netto-doelstelling. Nieuwe regels compenseren we door bestaande verplichtingen te versimpelen of waar mogelijk af te schaffen. Ik zou het een goede zaak vinden als we dat ook in de Europese Unie doen.

Mijn derde aanbeveling is zorgen voor een betere toets op de effecten van regelgeving. Resultaten van die toetsen — in jargon impact assessments — moeten tijdig openbaar worden gemaakt, zodat ondernemers en andere belanghebbenden tijdig commentaar kunnen geven. Het is vervolgens natuurlijk aan de Europese Commissie, de Raad van Ministers en het Europees Parlement om de uitkomsten van de toetsen en de verkregen reacties te laten meewegen in beslissingen over nieuwe regels. Zo verkrijgen we een zo volledig mogelijk inzicht in de gevolgen van nieuw beleid en kunnen we extra regeldruk voorkomen.

Dames en heren,

Samen met het bedrijfsleven en andere betrokkenen wil ik zorgen voor een overheid die ondernemerschap de ruimte laat. In Nederland en in de Europese Unie.

In Nederland vragen we bedrijven van welke regels en alles dat daar mee samen hangt - zoals toezicht - zij de meeste last ondervinden. In bepaalde sectoren — zoals de bouw, de chemie en de logistiek — hebben bedrijven te maken met veel verschillende wetten en regels. Het werk van lokale en nationale toezichthouders overlapt elkaar ook vaak. Met deze sectoren gaan we in gesprek over verbetering.

We weten inmiddels welke Europese regels Nederlandse ondernemers onnodig veel tijd en geld kosten. We brengen die problemen in Brussel onder de aandacht en we dragen oplossingen aan. Zo wil Nederland voor het kleinbedrijf een eenvoudigere procedure en een kortere vragenlijst om de risico’s van de arbeidsomstandigheden in kaart te brengen. Die lijst is nu veel te uitgebreid en kost kleine bedrijven te veel papierwerk.

Ook willen we voorkomen dat de Commissie voedselproducenten verplicht om van ieder basisingrediënt het land van herkomst te vermelden. Denk aan het meel in een brood, het ei in een cake of de cacao in een bonbon. Voor bakkers en slagers zou het geven van deze informatie onnodig veel extra administratie opleveren terwijl de meerwaarde voor de samenleving minimaal is.

Deze conferentie is een goede gelegenheid om ervaringen uit te wisselen en met elkaar te bespreken hoe we het Europese ondernemingsklimaat kunnen verbeteren. Nederland zal die informatie gebruiken bij het voorzitterschap in 2016 waarbij we van regeldruk een belangrijk punt maken. Hopelijk doet ook het nieuwe Europees Parlement zijn voordeel met de uitkomsten van deze bijeenkomst.

In de toekomst blijft een kritische blik van het bedrijfsleven en van organisaties als ACTAL nodig om de voortgang te bewaken. De High level Group on Administrative burdens speelt hierin een belangrijke rol. Nederland pleit dan ook voor een permanente status, verlenging van het mandaat en meer zeggenschap voor deze groep.

Ik wil dat ondernemers de papierberg op hun bureau zien slinken. Door ondernemers tijd en dus geld te besparen, kunnen we nog veel winst behalen. Volgens de Stoiber-groep zal het BBP in de Europese Unie met 1,4 procent groeien als we er in slagen om de komende jaren de regeldruk met een kwart te verlagen. Groei die we in een tijd van voorzichtig economisch herstel heel goed kunnen gebruiken.

Nederland handelsland heeft voor welvaart en welzijn veel belang bij een goed functionerende interne markt. Slechte arbeidsomstandigheden, oneerlijke concurrentie en gevaarlijk voedsel gaan we tegen. Maar tegelijk moeten we ondernemers in heel Europa laten doen waar ze goed in zijn: ondernemen. Ik wil ze daar zoveel mogelijk de ruimte voor geven — niet gehinderd door onnodige of onnodig ingewikkelde regels. Het resultaat moet zijn dat burgers, werknemers en bedrijven zien dat Europa behalve voor regels ook voor winst en banen zorgt.

Ik dank u voor uw aandacht.