Aanpak problematische jeugdgroepen loont: daling zet door
Het aantal problematische jeugdgroepen in Nederland blijft dalen. Dat blijkt uit de cijfers die minister Opstelten van Veiligheid en Justitie vandaag bekend maakte. Uit de jaarlijkse rapportage blijkt dat het totaal aantal problematische jeugdgroepen sinds 2009 is gedaald van 1.760 tot 764 eind 2013, een afname van ruim 56%. Het aantal "hinderlijke" jeugdgroepen daalde van 1.341 naar 536 (-60%), het aantal "overlastgevende" jeugdgroepen van 327 naar 183 (-44%) en het aantal "criminele" jeugdgroepen van 92 naar 45 (-51%). Opstelten is tevreden met de laatste resultaten: "De aanpak is succesvol, dat blijkt. Daarom moeten we nu doorpakken en ervoor zorgen dat we samen met burgemeesters, OM, de politie en onze partners in de aanpak onverkort blijven doorgaan op de ingeslagen weg."
De aanpak van jeugdcriminaliteit en jeugdoverlast is een prioriteit van het kabinet. Sinds 2009 wordt jaarlijks de rapportage "Problematische Jeugdgroepen in Nederland" gemaakt om het aantal jeugdgroepen in Nederland in kaart te brengen. Zo ook dit jaar, over het jaar 2013. De aanpak richt zich op 3 soorten problematische jeugdgroepen: overlastgevende, hinderlijke en criminele jeugdgroepen. Een door de wijkagent in te vullen vragenlijst, de zogenaamde shortlist, vormt de basis voor het inzichtelijk krijgen van de groepen in Nederland. Op basis van de shortlist en eventuele aanvullende informatie wordt een jeugdgroep ingedeeld als hinderlijk, overlastgevend of crimineel en wordt de specifieke aanpak van de problematische jeugdgroep bepaald.
Uit de rapportage blijkt dat de zogenaamde meersporenaanpak waarbij een strafrechtelijke aanpak wordt gecombineerd met zorg en begeleiding, ook voor de eventuele broertjes en zusjes, het meest effectief is. Alle gemeenten beschouwen deze meersporenaanpak van problematische jeugdgroepen als prioriteit in het lokale sociale veiligheidsbeleid. In de afgelopen jaren hebben bijvoorbeeld de Top 600 aanpak in Amsterdam, de Mammoetaanpak in Den Haag of Kopstukkenaanpak in Utrecht succesvol navolging gekregen in andere gemeenten. De gemeenten bepalen zelf hierin wat het best werkt in hun gemeente en werken daarbij nauw samen met politie, OM en zorgpartijen.
De aanpak van risicojeugd is en blijft de komende jaren een gezamenlijke prioriteit van de gemeenten, het OM en de politie. Het ministerie van Veiligheid en Justitie blijft de aanpak ondersteunen met het Actieprogramma Risicojeugd en Jeugdgroepen. Het programma biedt concrete en operationele ondersteuning aan gemeenten die kampen met problematische jeugdgroepen en deelt landelijk kennis over goed werkende praktijkvoorbeelden en instrumenten.
Daarnaast geeft Opstelten aan te willen blijven investeren in vooruitstrevende experimenten gericht op het delen van informatie tussen ketenpartners, het vroegtijdig ingrijpen in probleemgezinnen door het aanbieden van opvoedondersteuning, de inzet van positieve rolmodellen in wijken en het bijdragen aan bieden van een ander perspectief voor risicojeugd en leden van problematische jeugdgroepen.
Hinderlijk | Overlastgevend | Crimineel | Totaal | |
---|---|---|---|---|
2009 | 1341 | 327 | 92 | 1760 |
2010 | 1154 | 284 | 89 | 1527 |
2011 | 878 | 222 | 65 | 1165 |
2012 | 731 | 186 | 59 | 976 |
2013 | 536 | 183 | 45 | 764 |